Verbeterd controleproces versnelt keuring reefercontainers in Rotterdamse haven

Bij aankomst in Nederland worden producten als vlees, vis, groenten en fruit gecontroleerd op speciale locaties in de haven: de inspectiecentra. Expediteurs leveren hiervoor de benodigde documenten aan bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), terwijl ook de Douane een belangrijke rol speelt. Door lange doorlooptijden in het proces staan de zogeheten reefercontainers met koel- en vrieslading vaak te wachten op de terminal, met als gevolg hoge demurrage- en detentionkosten en risico op kwaliteitsverlies. Daarin speelt onduidelijkheid over de beschikbare capaciteit bij keurpunten een rol, wat leidt tot frustratie bij aanbieders én onnodige communicatie tussen ketenpartijen.

Snel en correct keuren

Om het inspectieproces voor de keten transparanter te maken en te verbeteren heeft Havenbedrijf Rotterdam eind 2024 een werkgroep opgericht. NVWA, evofenedex, GroentenFruit Huis, Vereniging van Nederlandse Koel- en Vrieshuizen (Nekovri), TLN/Fenex, Dutch Meat Importers Association, Visfederatie, Agrarisch Import Platform en Portbase nemen deel aan deze werkgroep. Het gezamenlijke doel is een soepel controleproces, waarbij lading snel en correct wordt gekeurd en snel bij de eindklant terechtkomt.

“Het Havenbedrijf probeert met concrete verbeteringen Rotterdam interessant te houden voor versproducten”, vertelt Godfried Smit, manager International Affairs bij evofenedex en secretaris-generaal van de European Shippers' Council, de Europese verladersorganisatie. “Het efficiënter inzetten van keurcapaciteit speelt hierbij een sleutelrol. Bijvoorbeeld door leegloop bij dierenartsen te voorkomen. Aan de kant van het bedrijfsleven werken we aan verbetering van de datakwaliteit.” “Het is essentieel om alle belangen op één lijn te krijgen. Dat levert winst op voor iedereen”, aldus Anne Saris, businessmanager Agrofood en Distributie bij Havenbedrijf Rotterdam.

Concrete stappen vooruit

Met gerichte verbeterstappen zet de werkgroep in op structurele verandering in het proces rond deze controles. Voor expediteurs houdt dit in: meer zekerheid over doorlooptijden van documentencontroles en meer inzicht in de capaciteit bij keurpunten waardoor beter kan worden geanticipeerd. De werkgroep heeft inmiddels diverse verbeteringen doorgevoerd:

• Dashboardontwikkeling: doorlooptijden, capaciteit en bezettingsgraad bij keurpunten zijn beter inzichtelijk.
• Operationele richtlijnen: meer focus op het voorkomen van invoerfouten van operators bij aanmelding, waardoor NVWA en Douane efficiënter kunnen werken.
• Betere afstemming: wederzijds begrip en constructieve gesprekken over capaciteitsgebruik.

“We zien al dat de doorlooptijden bij de Douane zijn afgenomen”, aldus Saris. “Als informatie correct wordt aangeleverd, kunnen meer zendingen in dezelfde tijd worden verwerkt. Dat verkort de wachttijden aanzienlijk.” De werkgroep blijft tot begin 2026 werken aan verdere procesverbeteringen. Daarna wordt aan de ‘Sectortafel Import’ geëvalueerd of een vervolgtraject in 2026 wenselijk is.

Minder verspilling, meer kwaliteit

Een snellere afhandeling is niet alleen efficiënter, maar ook cruciaal voor de kwaliteit van verse producten. Peter Verbaas, manager Import Inspection Division van de NVWA: “Toezicht op ‘veiligheid’ blijft de kern van ons werk in het importproces. Doelmatigheid is daarbij een belangrijk thema. Het is mooi en cruciaal dat ketenpartijen nu gezamenlijk openstaan om over elkaars deelprocessen te leren en ieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt in de integrale procesverbetering. Die samenwerking moeten we koesteren.”

Samenwerking in de keten

“Efficiënte en zorgvuldige keuringen zijn cruciaal voor de kwaliteit van onze voedselketen”, aldus Davey Gerlings, ceo van Nekovri. “Nederland heeft met zijn publiek-private keurpunten en de nauwe samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven een unieke positie in Europa. Door samen te werken aan betere afstemming en digitalisering van processen, zetten we stappen die verspilling voorkomen, kosten beperken en het vertrouwen in de hele Nederlandse keten versterken.”