CBS: vervoer gevaarlijke stoffen op laagste punt sinds 2015

In 2023 bestond 36,9 procent van het totale goederenvervoer in Nederland uit gevaarlijke stoffen. De grootste categorieën zijn gassen en brandbare vloeistoffen zoals olie en benzine. Andere voorbeelden van gevaarlijke stoffen zijn vuurwerk, parfumproducten, ammoniak en lithium-ionbatterijen. Vanwege hun risico's moeten deze stoffen vervoerd worden volgens Europese regelgeving.

Stijging invoer lng

Het vervoer van gevaarlijke gassen binnen Nederland daalde in 2023 naar 146 miljoen ton. Dit is minder dan in 2021 en 2022, toen de hoeveelheden nog toenamen. Vooral het binnenlands vervoer en de afvoer namen af. De daling hangt sterk samen met de sluiting van het Groningenveld op 1 oktober 2024.

Tegelijkertijd is de invoer van gassen gestegen. In 2015 werd ruim 31 miljoen ton ingevoerd, terwijl dit in 2023 op ruim 54 miljoen ton lag. Deze stijging komt grotendeels door de invoer van lng per zeeschip. De extra lng-terminal in de Eemshaven, operationeel sinds 2022, speelt hierin een belangrijke rol. Hiermee wordt de afhankelijkheid van Russisch gas verminderd.

Meer gevaarlijke stoffen per zeeschip

Het transport van gevaarlijke stoffen via pijpleidingen daalde van 49,3 procent in 2015 naar 42,7 procent in 2023, vooral door de afname van gastransport. Daarentegen werd in 2023 ruim 260 miljoen ton gevaarlijke stoffen per zeeschip vervoerd. Dit is 4,5 procent minder dan in 2022, maar 11,2 procent meer dan in 2015. Vooral de stijging in lng-import draagt hieraan bij.

De binnenvaart vervoerde in 2023 ruim 97 miljoen ton aan gevaarlijke stoffen, met name voor doorvoer. De weg- en spoorwegen spelen hierin een kleinere rol: respectievelijk 2,0 procent en 0,8 procent van het totale transport van gevaarlijke stoffen vond in 2023 via deze modaliteiten plaats.