skipToContentskipToFooter

Aansprakelijkheid van de verlader bij een ongeluk met gevaarlijke stoffen

02-05-2019 Veel verladers zijn zich onvoldoende bewust van de aansprakelijkheidsrisico’s die het werken met gevaarlijke stoffen met zich meebrengt. In dit artikel lichten we de belangrijkste punten toe.

De Nederlandse wet stelt in principe steeds dat wie de ‘macht’ heeft over een gevaarlijke stof daar ook verantwoordelijkheid voor moet dragen. Maar wat betekent dit in de praktijk? Aan de hand van een voorbeeld licht ik dat toe. Stel ondernemer Jan is eigenaar van ‘Garage Morgen klaar bv’.

Wat hij misschien niet weet is dat zijn katoenafval een gevaarlijke stof klasse 4.2 is. Dat komt omdat het katoenafval van een garage spontaan kan gaan branden als je dat langere tijd in een afgesloten ruimte bewaart. In Nederland zijn alle stoffen die op enige manier gevaarlijk kunnen zijn doordat ze brandbaar of giftig zijn, aangemerkt als ‘gevaarlijke stof’. De meeste van die stoffen zijn terug te vinden in het ADR. Om ook nieuwe ontwikkelingen mee te kunnen nemen heeft de wet zich niet beperkt tot deze wetten maar houdt het een ‘open norm’ aan zodat alle stoffen waarvan ‘bekend is dat ze een bijzonder gevaar opleveren voor personen of zaken’ vallen onder het begrip ‘gevaarlijke stof’. Zo dus ook het katoenafval van Jan.

Opslag

Wat betekent dit in de praktijk voor Jan? Zolang het afval in zijn garage staat is Jan verplicht het afval op de juiste manier te verpakken, te voorzien van waarschuwingstekens en op de juiste manier op te slaan. Ook moet hij een veiligheidsadviseur in dienst hebben die nagaat of aan al die voorschriften is voldaan, of het personeel zich strikt aan de regels houdt en of de noodprocedures zijn geoefend. Als hij ook personeel heeft moet hij voor een veilige werkruimte zorgen. Doet hij dat niet, dan is hij aansprakelijk voor eventuele schade die zijn werknemers daardoor leiden. De werknemer hoeft bij schade alleen te bewijzen dat hij is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Het verband met daarna opgetreden gezondheidsklachten moet hij ‘slechts’ aannemelijk maken. De werkgever zal het tegendeel vervolgens moeten bewijzen.

Stel dat op een zondagnacht een vat met katoenafval vlam vat, wat leidt tot een grote brand waardoor niet alleen zijn garage schade oploopt, maar ook vier auto’s van zijn klanten verloren gaan. In dat geval zal Jan de schade moeten vergoeden aan zijn klanten, maar hij kan daarvoor waarschijnlijk niet op een vergoeding van zijn verzekeraar rekenen. Als de brand heel heftig was, kan bij de brand ook olie zijn gaan lekken waardoor het grondwater vervuild raakt. Ook daarvoor is hij aansprakelijk. Bovendien, Jan kan een hoge boete verwachten vanwege het onjuist opslaan van een gevaarlijke stof.

Transport

Stel nu dat in de garage alles goed gaat en Jan weet dat hij snel af moet van het katoenafval. Hij belt Kees van ‘Speedy trucking bv’ en vraagt of hij het spul naar de afvalverwerking wil brengen. Kees stemt daarmee in en een dag later staat hij voor de deur. Tijdens het transport gaat het echter mis. Op de snelweg vat het katoenafval vlam en de hulpdiensten kunnen er niet op tijd bij zijn. De vrachtwagen van Kees brandt helemaal uit en de snelweg moet worden hersteld omdat het asfalt is gesmolten. Hoe loopt in dat geval de schadeafwikkeling tussen Kees en Jan?

Jan was in dit geval verplicht om:

  1. te kijken of het afval volgens het ADR vervoerd mocht worden;
  2. de vereiste gegevens en documenten aan Kees te geven;
  3. alleen toegelaten verpakkingen voorzien van de juiste gevaarsetikketten te gebruiken en;
  4. de voorschriften voor de wijze van verzending en de beperkingen van het vervoer in acht te nemen. Dit geldt overigens ook voor niet gereinigde lege tanks.

Als Jan aan een van deze verplichtingen niet voldaan heeft kan hij een flinke boete verwachten. Als hij ook heeft nagelaten Kees te laten weten dat het om een gevaarlijke stof ging (oftewel zijn informatieplicht heeft geschonden), kan Kees hem aansprakelijk stellen voor de schade aan de truck. Of de schade aan de snelweg (schade van een derde) ook op Jan kan worden verhaald is in de wet (en de CMR) niet duidelijk. Als Kees echter op grond van AVC 2002 het katoenafval heeft vervoerd, is Jan verantwoordelijk voor alle schade die is voortgekomen uit het onjuist vervoeren van de gevaarlijke stof. Omdat het tijdens het vervoer plaatsvond kan Jan nu in ieder geval zijn aansprakelijkheid beperken tot 30 miljoen SDR (volgens huidige koers gelijk aan ongeveer 36 miljoen euro). Overigens geldt ook hier dat als er bijkomende milieugevaren zijn opgetreden er een fikse boete dreigt.

Laden en lossen

Wat nog buiten beeld bleef is het laden en lossen. Mocht het laden en lossen onder exclusieve verantwoordelijkheid van Jan of Kees gebeuren en er gaat iets fout, dan is Jan of Kees aansprakelijk voor de schade aan ieder ander. Als Kees en Jan samen verantwoordelijk waren bij het laden en lossen dan zijn zij samen aansprakelijk. Als dan alleen Kees wordt aangesproken voor de schade, kan Kees verhaal halen bij Jan voor het gedeelte waarvoor Jan verantwoordelijk was. Dit kan 50%-50% zijn, maar andere verdelingen zijn ook mogelijk.

Verzekeringen zullen sommige van de bovenstaande gevallen dekken (een WAM biedt in principe minimale dekking van 10 miljoen euro), maar als de schade komt door een fout, zoals het niet inlichten van de vervoerder, dan valt dit buiten de normale dekking.

Onschuldig

Wat misschien nog het belangrijkste punt is om te benadrukken is dat voor verantwoordelijkheid voor schade door gevaarlijke stoffen iemand geen schuld hoeft te hebben. We passen het voorbeeld even aan naar vaten met chemicaliën. Ook als Jan en Kees het helemaal volgens de regels aanpakken maar Kees wordt aangereden (100 % schuld van de ander) en daardoor komen chemicaliën vrij, dan moet Kees rekening houden met een hoge schadevergoeding omdat het volgens de wet zijn risico is.

In de praktijk zal het vaak ook niet alleen om Jan en Kees gaan, maar zijn er ook expediteurs, stuwadoors, bewaarders of andere schakels in de keten betrokken. Voor al die personen geldt dat ook zij uiterst voorzichtig moeten zijn met de stoffen zelf en de juiste informatie moeten doorgeven. Hierbij zien wij nog wel eens dat het fout gaat bij het overslaan van de goederen van wegvervoer naar bijvoorbeeld zeevervoer, omdat dan voor sommige producten andere gevaarsetikketten gebruikt moeten worden. Simpel gezegd is het ook in die keten zo dat er steeds regres mag worden genomen op de voorganger totdat je de partij hebt bereikt die de ‘fout’ heeft veroorzaakt. In Nederland gaat het gelukkig niet vaak fout, maar de boetes en schadevergoedingen kunnen hoog oplopen als het toch zover komt.

Verzekeringen

Om de risico’s zo veel mogelijk te beperken bieden wij de logistieke polis. Een pakket speciaal voor verladers waarmee alle risico’s voor en tijdens het transport zijn afgedekt. Zo is er één polis voor meerdere aansprakelijkheden, waarbij ook aansprakelijkheid voor vervuiling van het milieu door gevaarlijke stoffen is gedekt. Ook materiële schade aan handelsgoederen, gereedschap en onderdelen tijdens het transport is gedekt.