skipToContentskipToFooter

Economische belofte komt op snelheid in Afrika

25-04-2019 Het is dringen in Afrika. De grootmachten van de wereld wedijveren om de gunsten van het zich snel ontwikkelende continent. Wie er nu niet bij is, komt te laat.

Tijdens de ‘Scramble for Africa’, rond 1885, werd het continent opgedeeld door Europese koloniale grootmachten. Nu, ruim 135 jaar later, lijkt er een nieuwe strijd om het continent te zijn losgebarsten. Deze keer zijn het China, Turkije, de VS en Europa die allemaal concurreren om economische belangen en invloed. De nieuwe ‘Scramble for Africa’ is anders dan de vorige. Het gaat nu niet om grondgebied, koloniën of protectoraten, maar er wordt gekeken naar de beste handelsrelaties en betaalbare arbeidskrachten. Daarnaast lijkt Europa zich in haar visie op Afrika vooral op één ding te focussen: hoe zorgen we ervoor dat er minder mensen uit Afrika (op gammele bootjes) de Middellandse Zee oversteken?

1,2 miljard inwoners

Europa zou er goed aan doen breder te kijken naar de kansen die er liggen op het Afrikaanse continent, dat nu al 1,2 miljard inwoners heeft (tegenover zevenhonderd miljoen in Europa) en het snelst groeit van allemaal. Niet geheel zonder risico, overigens. Een te snelle bevolkingsgroei – en vooral, te weinig banen – kan ook negatief uitpakken. Volgens schattingen zijn er tegen 2050 al tenminste twee miljard Afrikanen en is Lagos, Nigeria, de grootste stad op aarde.

Toch toont de hele wereld interesse in Afrika, dat haar imago als armlastig continent steeds beter van zich af weet te schudden. Turkije stuurt grote handelsmissies naar Afrika, in het kielzog van president Erdogan. China speelt al decennia Sinterklaas op het continent en deelt snelwegen, parlementsgebouwen en voetbalstadions uit, in ruil voor grondstoffen en concessies. De Verenigde Staten hebben hun militairen in veel Afrikaanse landen gestationeerd en zelfs Theresa May werd laatst houterig dansend in Kenia gesignaleerd, op zoek naar nieuwe vrienden voor het post-brexit-tijdperk.

Een bijna verzadigde biermarkt in Ethiopië

Waarom is die concurrentie zo fel? Onlangs was ik een week in Ethiopië. Dat land staat bij de oudere generatie bekend als hét hongerland bij uitstek, mede te danken aan Bob Geldof en zijn Live Aid (1985). Ruim drie decennia later staat het land, met zijn honderd miljoen inwoners, bekend als een van de meest veelbelovende economieën van Afrika. Naar Chinees model gaat de staatsgeleide economie als een speer (met groeipercentages tot wel tien procent). Alle telecom hier is nog in handen van de staat, maar een (gedeeltelijke) openstelling van de markt ligt in het verschiet. Op een groot industriepark wordt Calvin Klein- en Tommy Hilfiger-merkkleding geproduceerd – louter bedoeld voor export. Er zijn twee Nederlandse bier-multinationals, actief.

“De biermarkt is hier al bijna vol, met verschillende bedrijven actief in de sector,” merkte een van de betrokkenen op. “Nu nog deze markt betreden, zal lastig worden, wij waren gelukkig net op tijd.” Ook in andere landen worden bepaalde markten al als behoorlijk vol gezien. Telecom-operators zullen in de meeste landen ook een vrijwel verdeelde markt aan treffen. De oprukkende Amerikaanse fastfoodketens zijn een interessant fenomeen. In 2011 was het KFC dat als eerste opende in Nairobi, de hoofdstad van Kenia die vaak gebruikt wordt als een entree naar de Oost-Afrikaanse markt. Niet veel later volgde Kampala (Oeganda), waar het nu vele vestigingen heeft. Er wordt druk gespeculeerd over het verschijnen van de eerst grote gele M in de regio. Het gevoel is: nu de markt niet betreden, betekent te laat komen.

Betere infrastructuur, beter bestuur

Dankzij het uitbreiden van wegennetten en het aanleggen van havens en spoorlijnen wordt het continent steeds beter ontsloten. Afrika is verenigd in een aantal economische blokken, zoals de unie van zuidelijk-Afrikaanse landen, de Oost-Afrikaanse gemeenschap en ECOWAS, een economisch blok in West-Afrika. Vorig jaar werd een verdrag gesloten over integratie van deze blokken tot één Afrikaanse markt, naar EU-model: de African Continental Free Trade Area. Na ratificatie door de deelnemende landen kan dit verdrag een zeer grote stap betekenen voor het continent. Oost-Afrika loopt voorop en maakt grote vooruitgang op het gebied van het verminderen van wachttijden bij de binnengrenzen. Ethiopië opende vorig jaar een nieuwe spoorlijn naar de kust (in buurland Djibouti) en ook in Kenia kwam een nieuwe spoorlijn van de kust het binnenland in. Aan de Afrikaanse Westkust zijn diverse havenuitbreidingen gaande.

De toekomst: meer lokale productie

Hoe zorgen we er voor dat de relatie tussen Europa en Afrika gelijkwaardiger wordt? Bij de Netherlands-African Business Council geloven we niet dat de toekomst ligt in louter exporteren naar Afrika. We zien graag een gezonde handelsbalans, waarbij we importbelemmeringen wegnemen en we de Europese markt openstellen voor producten uit Afrika. Een flink aantal Afrikaanse landen kampt met grote tekorten aan harde valuta, omdat er weinig geëxporteerd en veel geïmporteerd wordt. Belangrijker dan eieren verschepen vanuit Noord-Brabant naar Gambia is het van de grond krijgen van een lokale kippenproductie ter plaatse. Geen makkelijke opgave in een land waar nu een Noord-Brabants eitje, dat van 6.000 kilometer verderop moet komen, nog altijd een kwart goedkoper is dan een lokaal gelegd ei.

Toch zien we daar de toekomst in. In het leveren van apparatuur die landen vooruit helpt, zorgt voor lokale werkgelegenheid, lokale productie en betaalbare prijzen. Alleen zo creëren we daadwerkelijk een win-win situatie voor Nederland èn Afrika.

Overzicht regio’s

Zuidelijk Afrika: Nederland en Zuid-Afrika concurreren

Hoewel oliestaat Nigeria een hoger BBP heeft, is Zuid-Afrika de onbetwiste economische koploper van het continent. Het land heeft een flinke maakindustrie, en vanuit hun zuidelijke positie slagen ze erin om ook met bedrijven in Europa te concurreren wanneer het gaat om wegenbouw, of import en export naar de rest van Afrika. Zuid-Afrika is een volwassen markt, waar hoogkwalitatieve producten in trek zijn, en er ook geld is om die aan te schaffen. De Portugeessprekende landen Mozambique en Angola zijn sterk in opkomst en werden tijdens de Europese economische crisis zelfs een toevluchtsoord voor werkloze Portugezen. Zuid-Afrika is de onbetwiste economische koploper van het continent.

Noord-Afrika: onderschat het niet

Het is opvallend hoe weinig actief het Nederlandse bedrijfsleven is in Noord-Afrika, terwijl Tunis en Rabat met een vliegtijd van zo’n drie uur nauwelijks verder weg liggen dan bijvoorbeeld Moskou. Marokko en Tunesië zijn behoorlijk op het Westen georiënteerde landen, die weliswaar Franstalig zijn, maar toch op een ruimere aandacht van het Nederlandse bedrijfsleven zouden moeten kunnen rekenen. Egypte is na Zuid-Afrika en Nigeria de derde economie van Afrika, net gevolgd door Algerije.

West-Afrika: De achtertuin van Frankrijk

Van Franstalig West-Afrika wordt gezegd dat het onofficieel nog altijd is gekoloniseerd door Frankrijk. Maar de inwoners van veel Afrikaanse landen hebben genoeg van zakendoen met het land dat politiek en economisch op alle mogelijke manier een vinger in de pap probeert te houden. Nederland heeft een goede positie om zakelijke relaties aan te gaan met economische koplopers als Senegal en Ivoorkust. Ook in het piepkleine (Engelstalige) Gambia is Nederland alom aanwezig. Nigeria is de belangrijke economische motor van West-Afrika, met haar tweehonderd miljoen inwoners en een bruto binnenlands product van zo’n 350 miljard euro. Vanwege de historische banden kan ook Ghana op warme belangstelling van het Nederlandse bedrijfsleven rekenen. De Ghana-Netherlands Business and Cultural Association is NABC’s zusterorganisatie in Accra, en een belangrijk contact voor iedereen die iets in deze regio wil.

Oost-Afrika: Overal de Nederlandse vlag

Tijdens Nederlandse matchmaking-evenementen waarbij heel Afrika betrokken is, zijn de tafeltjes van Oost-Afrikaanse landen altijd het eerst vol. Kenia, Oeganda en Ethiopië hebben met elkaar gemeen dat ze een flinke aanwezigheid van Nederlandse tuinbouwbedrijven hebben (met name rozen en andere bloemen). Maar ook in andere sectoren zijn vele tientallen Nederlandse ondernemers actief in deze landen. In Kampala kan je de Nederlandse bakkerij Brood bezoeken, op safari met een Nederlandse touroperators Matoke Tours of Habari Travel of je dak vol laten leggen met zonnepanelen van het door Nederlanders opgezette SolarNow.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in globe magazine en geschreven door Arne Doornebal. Arne werkt sinds 2016 voor de Netherlands-African Business Council en was eerder zeven jaar freelance correspondent in Afrika, vanuit Kampala.

Africa Academy

Samen met de Netherlands-African Business Council lanceren we de Africa Academy. Je kunt gerichte trainingen en opleidingen volgen bij de Africa-Academy. De trainers van de Africa-Academy hebben jarenlange ervaring met het zaken doen in Afrika. En dankzij de focus op Afrika is praktijk- en kennisuitwisseling tussen deelnemers gegarandeerd. Je leert dus niet alleen van de trainer, maar ook van mede-cursisten.