skipToContentskipToFooter

Arbeidsmigratie onderdeel aanpak krapte arbeidsmarkt

22-06-2022 Het aantal arbeidsmigranten (internationale medewerkers) stijgt tot 2030 verder. De stijging varieert van 17 tot 70 procent en hangt samen met de mate van globalisering, de impact van (EU-)regelgeving en de mate van economische groei en sociale cohesie. Dit en meer blijkt uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek in opdracht van de ABU (zie de downloadlink onder dit bericht). Ook evofenedex werkte mee aan het onderzoek.

Tussen 2006 en 2021 is het aantal arbeidsmigranten in Nederland verviervoudigd. Vooral het aandeel arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa is flink toegenomen, van een derde naar twee derde. De laatste jaren neemt ook het aandeel arbeidsmigranten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) langzaam toe. Het gaat in meer dan de helft van alle gevallen nog altijd om laaggekwalificeerde arbeid. Wanneer huidige trends worden doorgetrokken, dan neemt het aantal arbeidsmigranten toe van 735 duizend in 2019 tot bijna 1,2 miljoen in 2030.


Vier scenario’s

In 2018 heeft de Adviesraad Migratie vier scenario’s opgesteld voor deze ontwikkeling. SEO Economisch Onderzoek rekende deze scenario’s door. Hieruit blijkt dat de groei van arbeidsmigratie zich zal bevinden tussen de 17 en 70 procent tot aan 2030. Dit betekent dat de huidige bijdrage van arbeidsmigranten aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) zal oplopen van 3 procent tot tussen de 3,5 en 4,7 procent in 2030.

Verschuiving herkomstlanden

Het rapport biedt een interessante inkijk in de ontwikkelingen van arbeidsmigratie richting 2030, volgens Manue Azoulay, beleidsadviseur Human Capital van evofenedex. “Arbeidsmigranten vormen een van de mogelijke oplossingen voor de bestrijding van krapte op de arbeidsmarkt door het gebrek aan vakkrachten. In het rapport zie je terug dat er, naast een forse groei, in de sector logistiek een verschuiving plaatsvindt onder de herkomstlanden van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa die in Nederland werken. Waar er voorheen veelal Polen in Nederland werkten, neemt het aandeel werknemers uit Bulgarije en Roemenië nu toe. Mogelijk neemt het aandeel Polen af omdat het werken in Nederland steeds minder voordelen oplevert in termen van loonverschillen en carrièremogelijkheden. Ook zien we het aandeel vakkrachten van buiten de EU langzaam toenemen.” Zij vervolgt: “Wat betreft beloning zien we grote verschillen tussen sectoren. 72 procent in de logistiek verdient het modale salaris, en dat is een groot verschil met de landbouwsector, waar dat maar 33 procent is. De algehele verwachting is dat het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, de huisvesting en het aanpakken van malafide bureaus, conform de aanbevelingen van de commissie Roemer, zal leiden tot een hernieuwde toename van EU-migranten.”

Knelpunten oplossen met internationaal aanbod

Het grootste potentiële aanbod van Europees arbeidsmarkttalent voor Nederland ligt in de sectoren Transport, Wetenschap, Horeca, Logistiek en commercieel. Daar is voldoende arbeidspotentieel om de tekorten aan te vullen.

Interesse in het onderzoek van ABU? Vraag het hier aan.