skipToContentskipToFooter

De beginselen van exportcontrole

08-02-2022 Veel bedrijven die internationaal handelen, krijgen te maken met de complexe wet- en regelgeving van exportcontrole en sancties. Wat zijn de basisregels en hoe vermijd je de meest voorkomende valkuilen? In dit artikel gaan wij in op relevante wet- en regelgeving, categorieën van strategische goederen en de praktische kant van vergunningaanvragen. Ook leggen we uit hoe je juridische risico’s tot een minimum kunt beperken en trekken we de parallel met internationale sancties.

Het doel van exportcontrolebeleid is controle uitoefenen over en terughoudendheid betrachten in het beschikbaar stellen van strategische goederen aan bepaalde landen of ten behoeve van bepaalde activiteiten. Het doel hiervan is het voorkomen van mensenrechtenschendingen, terrorisme en verspreiding van (massavernietigings)wapens. Exportcontrole ziet dus toe op de controle van de uitvoer, tussenhandel, technische bijstand, doorvoer en overdracht van strategische goederen.

Wanneer een onderneming goederen wil exporteren, moet eerst worden getoetst of deze goederen strategisch van aard zijn en zo ja, of en welke vergunningsplicht van toepassing is. Daarnaast moeten de eindgebruiker en het eindgebruik van de te leveren goederen worden getoetst. Strategische goederen zijn goederen waaraan de internationale gemeenschap zoveel strategisch belang toekent, dat je deze niet of slechts onder bepaalde voorwaarden mag uitvoeren. Deze goederen vallen uiteen in militaire goederen en goederen voor tweeërlei gebruik, oftewel ‘dualusegoederen’.

Militaire goederen

Militaire goederen zijn speciaal ontwikkeld of aangepast voor militair gebruik. Voorbeelden hiervan zijn wapens en munitie, militaire voertuigen en onderdelen die speciaal daarvoor zijn ontworpen of aangepast, en technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van militaire goederen. Aan de hand van de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen (Military List), kun je vaststellen of goederen aangemerkt worden als militair en dus aan een vergunning onderhevig zijn. Deze categorisatie is ook van belang bij het indienen van een vergunningaanvraag. Alle militaire goederen worden aangeduid met een code beginnend met ‘ML’, verwijzend naar de Military List.

De Nederlandse wapenexportregelgeving, bestaande uit het Besluit strategische goederen en de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012 (USG), vindt aansluiting bij Europese verdragen, wapenembargo’s en het Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB. Artikel 2 van de USG wijst als militaire goederen aan “alle goederen die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen”. Niet alleen de uitvoer, maar ook de doorvoer en overdracht van militaire goederen zijn, in principe, onderhevig aan een vergunningsplicht.

Dualusegoederen

Dualusegoederen, oftewel goederen voor tweeërlei gebruik, kunnen zowel een civiele als militaire toepassing hebben. Een voorbeeld hiervan is een brandvertrager voor in de (civiele) bouw, die ook gebruikt kan worden voor de productie van gifgas. Sinds 9 september 2021 regelt nieuwe wetgeving de controle op uitvoer van dualusegoederen: Verordening (EU) Nr. 2021/821, ook wel de Dual-Use Regulation Recast (Recast) genoemd. Deze verordening heeft directe werking voor alle in de EU gevestigde organisaties en personen. Nieuwe regels worden gesteld aan onder meer technische bijstand en uitvoer van cybersurveillancetechnologie. Bovendien worden due diligence-verplichtingen opgelegd aan exporteurs.

Ook voorziet de Recast in nieuwe catch-allclausules. Dankzij deze vangnetclausules kan de Nederlandse overheid ingrijpen binnen het exportproces van goederen die niet zijn opgenomen in Bijlage I van de Recast, en die daarom in principe niet gecontroleerd worden. Via deze clausules kan de Nederlandse overheid de export van zulke goederen alsnog controleren of zelfs verbieden. Van deze mogelijkheid wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt wanneer goederen (gedeeltelijk) in verband gebracht kunnen worden met binnenlandse repressie of ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht.

Tien categorieën

De lijst van dualusegoederen uit Bijlage I van de Recast is opgedeeld in tien categorieën (zoals nucleair en elektronica), die weer zijn onderverdeeld in vijf productgroepen (bijvoorbeeld materialen en programmatuur). Zeer gevoelige dualusegoederen - vanwege hun geschiktheid voor nucleaire toepassing - staan in Bijlage IV van de Recast. Goederen vermeld in Bijlage I zijn vergunningsplichtig in geval van uitvoer uit de EU, terwijl goederen uit Bijlage IV ook vergunningsplichtig zijn bij overdracht binnen de EU. Tot slot geeft de Strategische Goederenpost (SGP)-code aan in welke categorie (nummer), productgroep (letter) en volgens welk regime (laatste drie karakters) een goed is geclassificeerd.

De Wet strategische diensten, de Uitvoeringsregeling strategische diensten en het Besluit strategische goederen, regelen exportcontrole op nationaal niveau. Laatstgenoemd besluit geeft de minister van Buitenlandse Zaken de bevoegdheid om, vanwege redenen van openbare veiligheid, een verbod of vergunningsplicht in te stellen voor dualusegoederen die niet staan vermeld in Bijlage I van de Recast. Daarnaast regelt de Wet op de economische delicten de strafbaarheid van overtreding van wet- en regelgeving voor exportcontrole.

Naast een ML- of SGP-code dragen strategische goederen een zescijferige Harmonized System (HS)-code en - bij export buiten de EU - een achtcijferige goederennomenclatuur (GN). Dankzij goederencodes wordt wereldwijd precies bijgehouden welke goederen de grens overgaan; ook spelen deze codes een rol bij de afhandeling van douaneformaliteiten.

Exportvergunningen

In Nederland kun je gebruikmaken van een van de volgende exportvergunningen: een individuele vergunning, een globale vergunning, een nationale algemene uitvoervergunning en een uniale algemene uitvoervergunning. Een individuele vergunning is bedoeld voor één soort goed, één specifieke exporteur en één specifieke eindbestemming en eindgebruiker, terwijl een globale vergunning gebruikt wordt voor één type goed dat naar één of meerdere eindbestemmingen gaat. Daarnaast kunnen exporteurs met een nationale algemene uitvoervergunning (NL001, NL002, NL003 en NL009) gebruikmaken van een vereenvoudigde procedure voor uitvoer van dualusegoederen en doorvoer en overdracht van militaire goederen. Tot slot wordt van de uniale algemene uitvoervergunning gebruikgemaakt voor een vereenvoudigde procedure voor uitvoer van dualusegoederen naar specifieke bestemmingen of voor een specifiek doel. De voorwaarden voor gebruik van deze uitvoervergunning staan in Bijlage II van de Recast.

Aanvraag

Een exportvergunning kun je aanvragen bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) van de Belastingdienst en wordt afgehandeld binnen acht weken. Een aanvraag met een eindbestemming met een hoog risico wordt voorgelegd aan het ministerie van Buitenlandse Zaken of zelfs aan inlichtingendiensten. Doorgaans overleg je alleen een kopie van het getekende contract en een eindgebruikersverklaring, maar er kunnen ook aanvullende documenten nodig zijn.

De CDIU toetst een vergunningaanvraag aan de volgende factoren. Ten eerste, de hoeveelheid, waarde en technische eigenschappen van een goed: is het een strategisch goed? Ten tweede, de eindbestemming: gaat het goed naar een gesanctioneerd land? Ten derde, de eindgebruiker: is de eindgebruiker gesanctioneerd? En tot slot, het eindgebruik: kan het goed een civiele en/of militaire toepassing krijgen?

Belangrijkste verschillen

Exportcontrole beperkt de - ongewenste - verspreiding van strategische goederen en draagt bij aan de internationale veiligheid door strategische goederen alleen onder bepaalde voorwaarden beschikbaar te stellen. Het belangrijkste verschil met internationale sancties is dat exportcontrole betrekking heeft op specifieke goederen en niet op gesanctioneerde landen, organisaties en personen. Ook is bij exportcontrole de precieze bestemming van goederen minder van belang dan bij sancties. Tot slot is exportcontrole gebaseerd op een vergunningstelsel (het mag, mits met vergunning), terwijl sancties gebaseerd zijn op verboden (het mag niet, tenzij uitzondering).

Ondanks deze verschillen zijn exportcontrole en sancties sterk met elkaar verweven en is zelfs overlap mogelijk. Zo is een wapenembargo een sanctiemaatregel die betrekking heeft op strategische goederen. In een volgend artikel navigeren we je verder door de beginselen van internationale sancties.

Dit artikel is geschreven door Tessie Schuurs en Eva Wever. Als advocaat bij BenninkAmar zijn zij gespecialiseerd in alle facetten van het internationaal handelsrecht. Het artikel is ook verschenen in globe, het vakmagazine voor internationaal ondernemen.