skipToContentskipToFooter

Aangifte doen bij de douane

Een aangifte is een ‘Handeling waarbij een persoon, in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, het voornemen kenbaar maakt goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen’. 

De Douane gebruikt de aangifte voor:

  • uitoefenen van toezicht
  • berekenen van belasting
  • verzamelen van gegevens

Een douaneaangifte kan op de volgende manier worden gedaan:

  • schriftelijk
  • elektronisch
  • mondeling
  • door enige handeling

Een aangifte mag door elke persoon gedaan worden die:

  • de goederen bij de douane kan aanbrengen of ervoor kan zorgen dat de goederen aangebracht worden bij de douane. Met aanbrengen wordt bedoelt: het mededelen aan de douane dat de goederen zijn aangekomen bij een douanekantoor of op een door de douane goedgekeurde of aangewezen plaats.
  • alle bescheiden kan overleggen die noodzakelijk zijn voor de douaneregeling waarvoor de aangifte wordt gedaan.

Een aangever moet overigens wel in de EU gevestigd zijn, tenzij het een aangifte voor douanevervoer of tijdelijke invoer betreft. De eigenaar van de goederen kan dus altijd aangifte doen, maar hij kan er ook voor kiezen zich te laten vertegenwoordigen door een douane-expediteur. Om als douane-expediteur te mogen werken is wel een speciale vergunning vereist van de douane.

In de douanewetgeving zijn mogelijkheden opgenomen om de aangifteprocedure te vereenvoudigen, reden hiervoor kan zijn dat het logistiek of commercieel nog niet mogelijk is alle gegevens aan te leveren en er geen mogelijkheid is te wachten. De volgende vereenvoudigingen zijn toegestaan:

  • de onvolledige aangifte. Voor een onvolledige aangifte geldt de gewone aangifteprocedure, op voorwaarde dat er geen misverstand kan ontstaan voor welke goederen de aangifte wordt gedaan. Voor elke douaneregeling waarbij een onvolledige aangifte kan worden gedaan is vastgesteld welke gegevens minimaal in de aangifte vermeld moeten worden of welke bescheiden minimaal overgelegd moeten worden. Globaal geldt daarbij dat de basisgegevens (aangiftesoort, gegevens aangever, omschrijving goederen, regeling, bijzondere vermeldingen, ondertekening) altijd vermeld worden. Verder moet er een identificeerbare goederenomschrijving zijn, moet er een schatting van de invoerrechten vermeld worden en moet worden aangetoond dat de verplichte bescheiden aangeleverd kunnen worden. Uiteraard zal de douane op enig moment de ontbrekende gegevens of bescheiden moeten krijgen.
  • de vereenvoudigde aangifte. Voor deze vereenvoudiging is een vergunning nodig. Een vereenvoudigde aangifte kan worden gedaan door het doen van een (zeer) onvolledige aangifte of door het overleggen van een handelsbescheid of commercieel bescheid (factuur of vrachtbescheid). Op de onvolledige aangifte of het handels- of administratief bescheid wordt vervolgens verwezen naar de vergunning en wordt een volgnummer vermeld. Welke gegevens minimaal in de onvolledige aangifte of handels- of administratief bescheid is vermeld in de vergunning. Dit is immers afhankelijk van de kwaliteit van de administratie. Uiteraard moet de douane in een later stadium alle ontbrekende gegevens alsnog krijgen.
  • de domiciliëringsprocedure (Domproc). De Domproc is de meest vergaande vereenvoudigde aangifteprocedure. De goederen hoeven hierbij namelijk niet bij een douanekantoor te hoeven worden aangebracht. Dat betekent dat de douane niet in kennis hoeft te worden gesteld waar de goederen zich bevinden. In de praktijk zijn de goederen meestal opgeslagen op de bedrijfslocatie. De aangifte wordt gedaan door het inschrijven van de goederen in de administratie van de vergunninghouder. Als de Douane komt controleren blijkt dan uit de administratie welke bestemming (douaneregeling) aan de goederen is gegeven. Omdat de Douane toch alle gegevens wil ontvangen wordt daarop een periodieke aanvullende aangifte gedaan. Bij het gebruik van de regeling Domproc is de kwaliteit van de administratie van de vergunninghouder van groot belang. Een vergunning voor Domproc wordt daarom alleen maar verleend als de administratie zodanig is dat deze volledig en juist is voor wat betreft de goederen die onder een bepaalde douaneregeling zijn geplaatst.
  • de vereenvoudigingen bij douanevervoer. Bij douanevervoer spelen het vertrek en de aankomst van de goederen een grote rol. Bij vertrek is dit de vergunninghouder Toegelaten Afzender (TA) en bij aankomst de vergunninghouder Toegelaten Geadresseerde (TG).

Controle van een aangifte

Een van de belangrijkste taken van de douane is het controleren van de juistheid van de aangifte. De Douane kan onmogelijk alle aangiften controleren die ze ontvangt. Daarnaast gebruikt de Douane verschillende middelen voor controle. Om te bepalen welke goederen worden gecontroleerd en hoe gebruikt de Douane zogenaamde selectieprofielen. In een selectieprofiel is een aantal criteria opgenomen. Als een aangifte wordt gedaan wordt deze altijd getoetst aan de selectiecriteria. Daaruit volgt welke controle de aangifte moet ondergaan of dat de aangifte zonder controle kan worden afgewerkt.

De selectiekleur geeft aan op welke manier de douane de aangifte moet controleren. De selectiekleuren zijn:

  • Rood. Dit is de ‘zwaarste’ selectiekleur. Indien een aangifte rood geselecteerd is moeten de goederen fysiek door de Douane gecontroleerd worden. Indien de goederen in een vervoermiddel of container geladen zijn is een dergelijke controle vaak alleen maar mogelijk als het vervoermiddel of de container gelost wordt. Wanneer dit voor lastige logistieke situaties zorgt kan de Douane worden verzocht de controle elders uit te voeren.
  • Oranje. Als een aangifte oranje geselecteerd is betekent dit dat de aangifte ‘aan de hand van bescheiden’ gecontroleerd moet worden. Dit betekend dat facturen, vervoersbescheiden, contracten, oorsprongscertificaten, etc. moeten worden overlegt aan de douane. Papier is echter geduldig. Dat betekent dat een controle van bescheiden ook uitgevoerd kan worden als de goederen al weggevoerd zijn. Dat heeft het voordeel dat de goederen niet opgehouden worden. Die controle achteraf wordt vaak gedaan in de administratie van de importeur of aangever. Deze controles achteraf worden ook wel Controle Na Invoer (CNI) of Controle Na Uitvoer (CNU) genoemd.
  • Wit. Als een aangifte wit geselecteerd is vindt er geen controle plaats. De aangifte wordt administratief afgedaan. Dit betekent overigens niet dat de goederen nooit meer gecontroleerd zullen worden, de Douane kan later alsnog besluiten een CNI of CNU uit te voeren.

Nadat de aangifte gecontroleerd is zal de douane de goederen vrijgeven. Vrijgave betekent dat de goederen beschikbaar zijn om hun bestemming te volgen. Wat die bestemming is blijkt uit de aangifte. Indien er naar aanleiding van het doen van de aangifte rechten bij invoer of andere belastingen verschuldigd zijn dan is vrijgave pas mogelijk nadat deze rechten bij invoer of andere belastingen zijn betaald of dat daar zekerheid voor gesteld is.

Wijzigen en ongeldig maken van een aangifte

Uiteraard kan het voorkomen dat een aangever een aangifte doet die ofwel onjuist is ofwel helemaal niet gedaan had mogen worden. Omdat vergissingen helaas altijd mogelijk zijn, zijn er voorwaarden opgesteld waaronder de aangifte kan worden gewijzigd of ongeldig kan worden verklaard.

De aangever kan de douane verzoeken om één of meer gegevens te wijzigen nadat die aangifte is aanvaard. De douane zal het verzoek echter niet honoreren indien:

  • de aangifte op andere goederen betrekking krijgt.
  • de aangifte door de douane gecontroleerd zal worden, zowel fysiek als administratief.
  • er geconstateerd is dat de gegevens in de aangifte niet juist zijn.
  • de goederen zijn vrijgegeven.

Het wijzigen van een aangifte mag dus niet als doel hebben een fout, die bewust gemaakt is, te corrigeren als blijkt dat de douane die fout zal vinden of gevonden heeft.

De aangever kan de douane ook verzoeken een aangifte ongeldig te maken. Dit kan alleen als:

  • als de goederen per vergissing zijn aangegeven voor de douaneregeling waarvoor de aangifte dient.
  • als het plaatsen van de goederen onder de douaneregeling niet meer gerechtvaardigd is.

Het buiten werking stellen van een aangifte gebeurt op initiatief van de douane. De douane kan dit doen in de volgende gevallen:

  • weigering medewerking aangever bij controle.
  • niet overlegging van bescheiden.
  • vernietiging van de goederen.

de goederen waren niet aanwezig op het moment van aangifte doen.

Vragen over internationaal ondernemen?

Rostislav en zijn collega's helpen je graag verder

Rostislav