Ook binnendienst moet compliant werken

Compliant werken gaat tegenwoordig niet meer alleen over douanezaken, maar vooral ook over duurzaam ondernemen, is de ervaring van Van der Linden. “Zo vragen klanten steeds vaker waar iets vandaan komt. De volledige traceerbaarheid van een product wordt steeds belangrijker.” Voor Luiten speelt dit met name rond de Europese ontbossingsverordening EUDR. Van der Linden: “Die is nu uitgesteld tot eind 2025, maar wij moeten daar wel aan gaan voldoen, omdat wij rundvlees importeren uit Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Hiervoor moeten wij een zorgvuldigheidsverklaring aanleveren. Bovendien moeten de geolocaties goed gedocumenteerd zijn om te bewijzen dat er geen sprake is van ontbossing op de plek waar de runderen hebben gelopen. Al die data achterhalen en invoeren in TRACES [een digitaal systeem van de Europese Unie voor het controleren van onder andere de import en export van levende dieren en dierlijke producten, red.] betekent veel extra werk voor de binnendienst.”

Vooroplopen

Dat de herkomst van producten steeds transparanter moet worden, vinden ze bij Luiten een goed idee. “Wij werken daar graag aan mee”, zegt Van der Linden. “Want wij beleveren ook de supermarkten en die stellen steeds vaker vragen over de duurzaamheid van onze producten. Hoewel de EUDR is uit­gesteld, inventariseren we al wat er allemaal wordt gevraagd en hoeveel werk dit oplevert. Kunnen we dat doen met dezelfde club mensen? Of moeten we daarvoor extra mensen inschakelen of nieuwe softwaresystemen aanschaffen?”

Klanten vragen ook steeds vaker naar de herkomst van producten vanwege de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Ondanks dat Luiten door de invoering van het Omnibuspakket als mkb-onderneming niet meer hieraan hoeft te voldoen, vragen de supermarkten Luiten toch om gegevens omdat zij wél moeten rapporteren. “Het voordeel daarvan is dat het de kans biedt er toch mee aan de slag te gaan en voor de muziek uit te lopen. Die duurzaamheidswetgeving blijft immers komen en vooroplopen doen we graag”, zegt Van der Linden. “Zo zijn we in Nieuw-Zeeland bezig met een zero-emissieproject om ons vlees uit dat land zo duurzaam mogelijk te maken, hoewel we geen producten hebben die onder het Carbon Border Adjustment Mechanism vallen.”

Als handelaar in voornamelijk vlees(producten) heeft Luiten ook te maken met veterinair-technische wetgeving. “Bij de import loopt dat over het algemeen soepel. Het ­aanleveren van de vereiste gezondheids­certificaten is voor onze leveranciers in Zuid-Amerika gesneden koek”, vertelt Van der Linden.

Bij de export ligt dat anders. “Allereerst doordat niet voor alle landen veterinaire exportcertificaten aanwezig zijn vanuit Nederland. Hierdoor merken wij concurrentie uit andere EU-landen die deze vete­rinaire exportcertificaten wel hebben. Exporttechnisch veterinair gezien is de Europese Unie helaas niet één markt. Soms vraagt een klant naar een bepaald product, maar kunnen wij dat niet leveren omdat we de documentatie niet op orde krijgen. Want het is niet altijd even gemakkelijk om de juiste certificaten te krijgen. Dat loopt dan weer via de brancheorganisaties en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Daarnaast loop ik soms tegen bepaalde afspraken tussen bepaalde landen aan. Ook binnen de EU. Dat zorgt ervoor dat een partij rundvlees uit Nederland in land A wordt geweigerd, terwijl land B hetzelfde rundvlees wel in land A mag verkopen. In de toekomst zal dat vast worden gelijkgetrokken binnen Europa, maar nu is dat voor ons regelmatig een struikelblok.”

Juiste expertise cruciaal

“De rol van de exportbinnendienst verandert razendsnel. Nieuwe duurzaamheidswetgeving, strengere sancties en digitalisering vragen om een proactieve houding en actuele kennis", aldus Lisette van Tol, productmanager Exportbinnendienst bij evofenedex. “Tegelijkertijd blijft het dagelijkse werk gewoon doorgaan. Door personeelsverloop kan waardevolle kennis verloren gaan. Daarom is het cruciaal dat de exportbinnendienst over de juiste expertise beschikt. Oók op het gebied van trade compliance.”