CO2 van schip tot tomatenkweker

Lidbedrijf Value Maritime bouwde vijf jaar geleden zijn eerste filter die ervoor zorgt dat de uitstoot van zeeschepen een stuk schoner kan worden. Het apparaat, Filtree genaamd, beperkt niet alleen de uitstoot van zwavel, maar ook die van fijnstof én vangt CO2 af.

Het idee voor die installatie kwam van Maarten Lodewijks en Christiaan Nijst, de een bekend met de commercie in de scheepvaart, de ander met emissies in de chemie. Zij ontwikkelden een alternatief voor scrubbers. Dat zijn gaswassers die met behulp van zeewater zwavel en fijnstof uit de uitlaatgassen van zeeschepen verwijderen. Die scrubbers zijn sinds 2020 door internationale verdragen voorgeschreven om bij te dragen aan een beter milieu, vooral in havensteden. Reders hoeven geen scrubbers te installeren, maar moeten dan op zwavelarme stookolie varen.

CO2-voetafdruk

Bij Value Maritime in het Rotterdam Makers District in het voormalige fruitoverslaggebied vertelt Rolf Bakker, specialist Carbon Capture, dat hun systeem reders veel te bieden heeft. “Een scrubbers is complex en een flinke investering, maar zwavelarme olie is ook duur. Bovendien is de productie van zwavelarme stookolie niet duurzaam te maken. Met onze Filtree, een geavanceerd exhauster gas cleaning-systeem, kan de rederij goedkope zware stookolie gebruiken en toch schoner varen dan met zwavelarme stookolie. Daar komt bij dat we met onze filter ook CO2 afvangen, en dat spreekt reders aan. Voor zichzelf en voor de verladers. Hun klanten zijn importeurs en exporteurs die naar wegen zoeken om hun CO2-voetafdruk te verkleinen en zoeken dat in alle hoeken van hun logistieke processen. Wij kunnen daarbij helpen.” Op de kade achter het bedrijf staat een Filtree klaar voor montage op een schip. Het is een ruim tien meter hoge kolom. Logistiek manager Eric van der Walle vertelt dat daarin drie etages te vinden zijn, met pompen voor het wassen van de emissie, een kamer met elektronica, het filtermechanisme en de inlaat van de uitlaatgassen.

Montage

Het gasreinigingssysteem van de Rotterdamse ondernemers is ‘plug-in’ te leveren. Bakker legt uit dat de losse box op het achterdek komt te staan, zo dicht mogelijk tegen de funnel, de ‘uitlaat’ die als een toren op het achterdek staat. “Een halfjaar van tevoren laten we een 3D-scan maken van de ruimte aan boord en dan laten we de filterinstallatie bouwen. Dat gebeurt bij een bedrijf in Polen, waar een medewerker van ons toezicht houdt. Van daaruit gaat het naar de locatie waar de montage op het schip plaatsvindt. We hebben daar iets meer dan een week voor nodig. Er moet een frame worden aangebracht voor montage van de Filtree en alle aansluitingen en regelsystemen moeten worden gemonteerd en getest. Dat zal meestal gebeuren als het schip voor onderhoud uit de vaart is en in een droogdok of aan een kade ligt.”

Momenteel gaat het om de bouw van installaties aan boord van bestaande schepen. Bakker: “Dat zijn schepen die op zwavelarme stookolie varen. Nu nog gaat het om short-sea-schepen, dus bijvoorbeeld schepen die naar het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië varen. Voor die schepen is de investering in anderhalf jaar terug te verdienen. Daar blijft het niet bij. De eerste order voor montage op een mid range-tanker is getekend. We zijn ook in gesprek met scheepseigenaren die ons systeem op hun nog te bouwen schepen willen hebben. En scheepshypotheekbanken kijken inmiddels met belangstelling mee. Als een eigenaar niet aan zijn verplichtingen kan doen, is ons systeem aan boord van meerwaarde bij verkoop.”