skipToContentskipToFooter

06-04-2025

“Zie het spoor als internationaal vraagstuk”

Pim Bastiaanse is ‘Spoorverlader van het Jaar’

Als het om spoorvervoer gaat, is Pim Bastiaanse een aantrekkelijke gesprekspartner. Hij en zijn werkgever Dow zweren bij het duurzame en kostenefficiënte vervoer per trein. “Als je het Europees aanpakt, krijg je een goedlopend netwerk.” 

Dat Pim Bastiaanse iets met treinen heeft, is bij het eerste mailcontact meteen duidelijk. Onder al zijn uitgaande mailtjes rijdt onder de ‘handtekening’ een treintje onvermoeibaar van links naar rechts. Bastiaanse is dan ook railmanager bij Dow op de afdeling logistiek en werd vorig jaar door de organisatie Rail Cargo uitgeroepen tot ‘Spoorverlader van het Jaar’. Hij werd er een beetje door verrast en zegt dat de titel zeker ook afstraalt op zijn werkgever Dow.

Bastiaanse: “Wij zijn een groot bedrijf dat wereldwijd opereert en binnen Europa hebben wij een aantal fabrieken in verschillende landen staan. Dow Terneuzen in Zeeland is daarvan het vlaggenschip en tussen de fabrieken vindt heel veel transport van grondstoffen plaats. Er gaat veel volume per spoor en wij noemen dat classic rail. Daar valt alles onder wat van A naar B − door-to-door rail, zonder tussenkomst van trucks − met klassieke ketelwagens gaat. Het zijn de stromen van fabriek naar fabriek, maar ook van het eindproduct dat naar eindklanten gaat. Dat gaat allemaal 100 procent per spoor en valt onder de vleugels van mijn team Rail Logistics”, legt hij uit. 

“Alleen als je die uitdagingen als logistieke keten samen aanpakt, til je spoor naar een hoger plan”

Vraagstuk

In het gesprek met hem komt één woord met grote regelmaat terug: samenwerking. “En dan samenwerken binnen de keten. Als ik alleen maar naar mijn eigen raillogistiek kijk, wordt het een beperkt verhaal, daar gaat rail niet beter van worden. Er zijn meer dan voldoende uitdagingen in de spoorwereld en alleen als je die als logistieke keten samen aanpakt, til je spoor naar een hoger plan”, zegt Bastiaanse. Er is volgens hem onderhoud en vernieuwing nodig op het internationale spoor, modernisering ook. “Beter gebruik van het bestaande spoor, meer treinen per tijdslot en intensiever management van infrastructuurbeheerders als treinpaden gecanceld worden. De overheid moet daarbij betrokken zijn, de infrabeheerders, de vervoerders, de verladers, de terminals… Wij zitten in Terneuzen, wij zijn met onze treinen in no time de grens over, vanuit Zeeuws-Vlaanderen ben je vrijwel meteen in België. Je moet het spoor daarom als een internationaal vraagstuk zien. Standaardisatie is de sleutel. Natuurlijk heeft elk land zijn eigen regels. Maar als je het Europees aanpakt, krijg je een goedlopend netwerk”, stelt Bastiaanse.

Intermodale oplossingen

Bedrijven die nog niet aan spoorvervoer doen, komen al snel met de bekende bezwaren: ze liggen niet in de buurt van een spoorlijn of zweren bij de vrachtauto, die flexibeler zou zijn. “Tja”, zegt Bastiaanse daarover, “iedereen heeft te maken met het bestaande spoorwegnet. Niet ieder bedrijf ligt pal naast een treinemplacement. Daar zijn intermodale oplossingen voor [met de inzet van een vrachtauto voor de korte afstand van en naar het spoor, red.]. Voor een of twee containers ga je dat niet doen. Maar zodra je een bepaald volume en afstand hebt, wordt het interessant. Nederland is de haven naar de wereld en de toegangspoort tot de rest van Europa. Als er meer goederen in Nederland naar het spoor kunnen worden verplaatst, profiteert heel Europa daarvan. Focus dus niet enkel op jouw stukje van de taart, maak de hele taart groter!”

"Als er meer goederen in Nederland naar het spoor kunnen worden verplaatst, profiteert heel Europa daarvan"

Dow rijdt met zogenoemde bloktreinen, legt Bastiaanse uit. “Die rijden speciaal voor ons van A naar B volgens een vaste route en met een vast start- en eindpunt. Daar hang je 20 of 24 wagons aan, allemaal van Dow. Wij bepalen zelf hoeveel dat er zijn, uiteraard met een zeker maximum. Dat is een heel efficiënte en effectieve manier om je materiaal duurzaam te vervoeren, ook wat kosten betreft. Met het single wagon-systeem kun je losse wagons versturen. Dat duurt over het algemeen wat langer, omdat je dan meerdere hubs in het netwerk aandoet voordat je op de eindbestemming arriveert. Maar het geeft wel flexibiliteit, zeker voor kleine volumes. Het is daarom van vitaal belang dat het single wagon-netwerk in Europa er is en blijft bestaan.”

Samenwerken

Om spoorvervoer in verschillende regio's te versterken, werkt Dow samen met regionale partners aan oplossingen op maat. Zoals in de regio Terneuzen, waar Dow samen met North Sea Port en regionale industriële partners last mile-volumes bundelt om een hoog serviceniveau voor de verschillende partners in de regio te behouden. In Duitsland heeft Dow een speciale Dow-shuttle gecombineerd met het single wagon-netwerk, om het serviceniveau van alle deelnemende bedrijven in de regio te verhogen. Dat versterkt zowel de regio als het spoor, een win-winsituatie.

Dow maakt ook dankbaar gebruik van het lidmaatschap van evofenedex. “evofenedex heeft ontzettend veel connecties: met overheden, met infrastructuur, met operators, met terminals. Als Dow keken wij al langer naar wat voor platform er nodig is om progressie te boeken bij het spoorvervoer en zo kwamen we bij evofenedex uit”, vertelt Bastiaanse. Hij is het met evofenedex eens dat op het serviceniveau van de spoordienstverleners wel het een en ander aan te merken is. “De service mag zeker omhoog. Stabiele transittijden, beschikbare machinisten, beschikbare treinpaden, proactief verstoringsmanagement en omleidingsopties zijn essentieel. Belangen­behartiging bij vervoerders en infrastructuureigenaren om elkaars behoeften te begrijpen, kan zeker het verschil maken.”

“Iedereen wil de handen ineenslaan om het spoor beter te maken”

Pim Bastiaanse

railmanager bij Dow

Railshipper-Year-3.jpg

Betrouwbaarheid

Dow laat treinen rijden van en naar verschillende landen in Europa. Zo gaan er heel veel naar Duitsland. Het bedrijf kijkt daarbij lang niet altijd alleen naar de snelheid. Ook duurzaamheid speelt een rol, aldus Bastiaanse. “Je hoeft echt niet bij elk transport te kijken naar: is de trein sneller of langzamer dan een truck? Het gaat er vooral om: is het betrouwbaar? Oké, een truck kan in een paar dagen in Milaan zijn. Maar als je als bedrijf een duurzamer concept wilt neerzetten dat ook qua kosten te dragen is en je bovendien weet dat die trein binnen meerdere dagen in Milaan is, kunnen die paar dagen heel acceptabel zijn. Áls het maar betrouwbaar is. Je laat dan je klant niet in de steek en kunt met de laadcapaciteit, je laadplanning en je productieplanning handelen volgens plan. Als je uitgaat van twee dagen over het spoor, maar het worden er vijf of zes, ja dan raak je gefrustreerd. Dan verlies je ook geloofwaardigheid bij je klanten. En dat wil iedereen voorkomen.”

Kortom, de betrouwbaarheid van het spoorvervoer moet omhoog en dat kan volgens Bastiaanse alleen als alle partijen hun schouders eronder zetten. Vandaar de campagne ‘The Future is ours’ van Rail Cargo, die uitgaat van samenwerking, bundelen en volumevergroting. “Om meer bedrijven naar het spoorvervoer te krijgen, wil je ook uitdragen als railsector en als industrie dat het interessant is om die overstap te maken”, zegt Bastiaanse. “Ik merk dat er bij de mensen die al langer in het spoorvervoer zitten een enorme passie is voor de sector. Iedereen wil vooruit en wil de handen ineenslaan om het spoor beter te maken. Dat is echt een intrinsieke motivatie: mensen voelen zich verbonden met het spoor als ze in de spoorwereld werkzaam zijn. In de spoorsector is iedereen gretig en al die werkgroepen, platformen en discussies op allerlei niveau zijn er niet voor niks. Die zijn er omdat iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft: the modal shift to rail. Ik denk dat dat een heel positief signaal is.” 

“evofenedex blijft in gesprek met alle partijen en belanghebbenden”

Geert van Eijk

senior beleidsadviseur bij evofenedex

Geert-van-Eijk-500x500.jpg

Eén A, drie B’s

Dat het serviceniveau van dienstverleners op het spoor beter kan, is ook de mening van Geert van Eijk, senior beleidsadviseur bij evofenedex. “Wij spreken bij het spoor altijd over één A en drie B’s”, zegt Van Eijk. “De A is van aantrekkelijkheid en de B’s staan voor ‘beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar’. Vooral betrouwbaarheid is een punt. Een groot probleem is bijvoorbeeld dat een internationale trein pas door de Duitse spoorwegen wordt toegelaten als hij startklaar bij de grens staat. Dan gaan ze pas kijken of hij kan worden ingepast en dat is bijna een garantie voor vertraging.” Wat volgens Van Eijk helpt is dat de Maut (de Duitse tol voor vrachtauto’s) bijna is verdubbeld. “Dat geld zal worden gebruikt om spoorvervoer op te krikken en dat is, zeker in Duitsland, hard nodig.” Wat dan weer niet helpt is dat de tarieven voor railvervoer recent zijn verhoogd (“het spoorvervoer prijst zichzelf op die manier uit de markt”). Ook zou Van Eijk graag meer vervoerscapaciteit willen zien. “Als je van één keer per week een trein naar twee keer per week wilt gaan, zijn er weinig mogelijkheden.” evofenedex blijft daarom in gesprek met alle partijen en belanghebbenden.

Guus Peters

Pixabay e.a.