19-02-2025
“Als ik zie wat er bij afval soms gebeurt, denk ik: oei!”
“Onderzoek naar lege, ongereinigde verpakkingen bij gevaarlijke stoffen
Verpakkingen bij het gewone afval die niet leeg blijken te zijn. Bedrijfsadviseur Pascal Smetsers komt dit regelmatig tegen bij bedrijven met gevaarlijke stoffen. De gevaren zijn soms niet te overzien. In een gedegen onderzoek pleit hij voor actie.
Een fles waar nog enkele druppels zoutzuur in zitten. Een spuitbus met nog een beetje verf. Of een andere verpakking die ooit diende als behuizing van een gevaarlijk goedje. Liggend tussen het gewone afval of plastic, glas of metaal. Het is een tafereel dat Pascal Smetsers regelmatig ziet als hij bedrijven bezoekt voor een audit.
Smetsers werkt inmiddels veertien jaar bij evofenedex als bedrijfsadviseur Gevaarlijke Stoffen en de laatste jaren ook als beleidsadviseur. Voor zijn werk komt hij bij veel leden over de vloer om hen te adviseren over vervoer, opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen. Kortom, iemand die met zijn voeten in de klei staat en veel kennis en ervaring heeft. Een paar jaar geleden koos Smetsers ervoor zich ook te laten opleiden tot hogere veiligheidskundige. Eind 2024 studeerde hij af met een mooi cijfer op het onderwerp ‘lege, ongereinigde verpakkingen en de risico’s die daaraan kleven’.
“Afval houdt mij al langer bezig”, zegt Smetsers over zijn keuze voor dat onderwerp. “Als ik zie wat er bij afval soms gebeurt, denk ik: oei! Wanneer lege, ongereinigde verpakkingen verkeerd worden afgevoerd en verwerkt, kan dit ernstige gevolgen hebben. Denk aan explosies, branden, milieuvervuiling en last but not least gezondheidsrisico’s voor werknemers. Zoals chemische brandwonden, ademhalingsproblemen en langdurige gezondheidsklachten.”
Néé, die dingen zijn niet leeg, ze zijn leeg en ongereinigd”
Smetsers hoeft niet lang na te denken om een aansprekend voorbeeld te geven. “Neem lachgascilinders die leeg zouden zijn. Althans, zo wordt dat door de gemiddelde mens genoemd. En daar begint de spreekwoordelijke ellende. Néé, die dingen zijn niet leeg, ze zijn leeg en ongereinigd. Er zit nog een beetje in, er kan nog druk op staan. Vervolgens komen ze bij het gewone afval terecht, belanden in de verbrandingsoven en ontploffen daar. Ze veroorzaken dan aanzienlijke schade.”
Misinterpretatie
Smetsers verrichte voor zijn afstudeerproject een uitgebreid literatuur- en veldonderzoek. Hij ploos allerlei wet- en regelgeving door en bestudeerde de audit- en jaarverslagen van een twintigtal bedrijven die te maken hebben met de inzameling en afvoer van gevaarlijk afval. Van de voedsel- en chemische industrie tot de afvalsector, de afvalexpert nam diverse soorten bedrijven onder de loep. Groot en klein. Ook bezocht hij de bedrijven zelf en interviewde hij de personen die verantwoordelijk zijn voor of betrokken zijn bij het afvoeren van gevaarlijk afval.
Cans zonder doppen.
Een van de conclusies die Smetsers trok − en zijn ervaringen als bedrijfsadviseur bevestigde − is dat er veel verwarring heerst over het begrip ‘leeg’. “Daar begint alles mee. Wanneer is een verpakking leeg? Met andere woorden, wanneer heb ik een verpakking zonder risico’s die bij het gewone afval kan, of bij glas, plastic of metaal? Dit is al een heel lastige vraag”, zegt hij. “Als je zoekt in wet- en regelgeving en vraagt aan partijen in het veld hoe ze het begrip uitleggen, zie je dat dit afwijkt. Afvalverwerkers bijvoorbeeld, hebben het over risico’s heel erg beperken of wegnemen, terwijl het ADR [de internationale regelgeving voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, red.] rept over gevaren wegnemen. Dat is iets heel anders. Iets wat bijvoorbeeld brandbaar is, mag volgens het ADR niet meer brandbaar zijn”, aldus Smetsers.
UN 3509
In het ADR betekent leeg ook echt helemaal leeg, er zit geen druppel meer in de verpakking, vervolgt Smetsers. “Plat gezegd, je kunt eraan likken en je wordt er niet ziek van. Daarnaast heb je in het ADR het begrip ‘leeg ongereinigd’. Voor mijn veldonderzoek heb ik gevraagd aan partijen hoe ze het begrip leeg uitleggen. En dan krijg je het verhaal: ‘Ik heb een flesje, daar heeft iets ingezeten. Op het moment dat daar niks meer uitkomt, hooguit nog wat druppels, dan is het voor ons leeg.’ Maar dat is níet wat er in het ADR staat, want je hebt dan nog steeds de risico's van de restinhoud.”
Kortom, een verpakking is dan niet leeg, maar ‘leeg ongereinigd’. Hiervoor is in het ADR een speciaal UN-nummer bedacht: UN 3509, met de benaming AFGEDANKTE VERPAKKINGEN, LEEG, ONGEREINIGD. In het wegvervoer heb je dan twee opties: indelen conform de oorspronkelijke inhoud of UN 3509, vertelt Smetsers. In het laatste geval komen er diverse verpakkingen bij elkaar. “Verpakkingen met giftige, brandbare en andere gevaarlijke stoffen bij elkaar zijn vanuit veiligheidsoogpunt eigenlijk ook wel weer gek. Daarom moeten bedrijven volgens het ADR specifieke sorteerprocedures gebruiken om gevaarlijke combinaties te voorkomen. Maar deze procedures zijn bij bedrijven vaak niet aanwezig of onvolledig.”
“Als je zoekt in wet- en regelgeving en vraagt aan partijen in het veld hoe ze het begrip uitleggen, zie je dat dit afwijkt”
evofenedex
Nieuwe definities
De kersverse hogere veiligheidskundige ontdekte ook dat verwarring over het begrip leeg voor een deel door regelgeving wordt gevoed. “De PGS 15 bijvoorbeeld gebruikt ‘leeg’ en ‘leeg ongereinigd’ door elkaar. Ik heb nieuwe definities gemaakt die geen ruimte bieden voor verwarring. Een verpakking is leeg ‘wanneer die geen inhoud meer − dus ook geen druppels of andere vorm van resten − bevat van de oorspronkelijke gevaarlijke stof waarvoor die werd gebruikt’. En een verpakking is leeg ongereinigd wanneer ‘de inhoud is verwijderd met behulp van de voor de desbetreffende stof en verpakking gebruikelijke technieken (denk aan gieten, pompen, zuigen, schudden, schrapen of een combinatie daarvan) en uitsluitend nog resten aan de verpakking gehecht zijn die redelijkerwijs niet verwijderd kunnen worden in dit proces maar nog wel een gevaar vormen’. Alle verpakkingen waarin meer zit dan volgens deze twee definities moeten naar mijn beleving als ‘(deels) gevuld’ worden afgevoerd onder de juiste stofindeling”, zegt Smetsers.
Leunen op afvalverwerker
Maar nieuwe definities alleen gaan de wereld van de gevaarlijke stoffen niet veranderen, benadrukt Smetsers. “Verkeerde gewoonten zijn ingeslepen en de waan van de dag regeert.” En dan is er nog een gebrek aan kennis en bewustzijn, een andere belangrijke bevinding van zijn onderzoek. “Uit de gesprekken die ik voerde met bedrijven bleek vaak dat ze leunen op derden in de zin van: de afvalverwerker regelt dat voor mij. Een bedrijf vraagt bijvoorbeeld aan zijn afvalverwerker of een lege fles bij het afval mag. Maar de afvalverwerker vraagt dan te vaak niet door wat erin zit.”
Maar dan is er ook weer die andere kant, vervolgt Smetsers. “De afvalverwerker gaat ervan uit dat leeg ook echt leeg is en niet leeg ongereinigd. Er worden verkeerde termen gebruikt en fouten gemaakt. En er ontbreekt bij beide partijen kennis over de risico’s van lege, ongereinigde verpakkingen. Maar de afzender blijft altijd verantwoordelijk voor een correcte afvalindeling. Hierop heeft mijn collega Frank Rooijakkers vorig jaar ook in Logisticx gewezen.”
Lege, ongereinigde verpakking met een oxiderende stof, die niet in deze afvalstroom mag.
Onbekende vijand
De inhoud van lege, ongereinigde verpakkingen vraagt ook meer aandacht, benadrukt Smetsers. “Wat zit daarin? Introduceer je giftige of bijtende stoffen, CMR-stoffen, explosieven? Alles op het gebied van arbeidsveiligheid is erop gericht dat je weet waar je mee bezig bent, wie je vijand is. Maar dat weet je hier helemaal niet, omdat het aan de voorkant al misgaat. De verpakkingen zijn ‘leeg’ dus ongevaarlijk, denken medewerkers. Het gros neemt hierdoor geen tot onvoldoende maatregelen ten aanzien van de echte risico’s.”
“Bouw kennis, kennis, kennis op”
Heeft Smetsers nog een laatste advies voor bedrijven? “Het is echt belangrijk afval op de juiste manier in te delen. Dat begint allemaal bij begripsbepalingen en kennis. Bouw kennis, kennis, kennis op. Een training moet zijn afgestemd op de afdeling en/of persoon en het doel. Zo’n training kan soms prima in een uurtje, als je de lesstof eens in de zoveel tijd, bijvoorbeeld in het halfjaar, herhaalt.”
Andere bevindingen
Het onderzoek van Pascal Smetsers legt ook deze zaken bloot:
- Bij veel bedrijven was de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) niet voldoende specifiek en actueel met betrekking tot de risico’s van lege ongereinigde verpakkingen.
Tip Actualiseer de RI&E regelmatig om nieuwe risico’s tijdig te signaleren. De introductie van een nieuw product, proces of stof is een moment waarop je de RI&E moet bijwerken. Vergeet ook niet de risico’s van lege, ongereinigde verpakkingen te identificeren en te beheersen. Dit ben je als bedrijf verplicht.
2. Veel ondernemingen hadden een gebrekkige stoffenregistratie. Dit kan onvolledige, verouderde of onjuiste informatie over aanwezige gevaarlijke stoffen betekenen.
Tip Gebruik software voor een efficiënte stoffenregistratie. Een goed softwaresysteem biedt inzicht in alle aanwezige stoffen. Werk de informatie elk jaar bij.
3. Veel bedrijven hadden geen of onvoldoende gedetailleerde procedures en instructies om veilig om te gaan met lege, ongereinigde verpakkingen. Dit leidt tot verhoogde risico’s voor werknemers en het milieu.
Tip Ontwikkel heldere (werk)instructies en verpakkingssystemen om risico's te minimaliseren en actualiseer die regelmatig.
Pascal Smetsers
Getty Images