skipToContentskipToFooter

15-10-2025

China Plus One: waarom bedrijven hun productie spreiden in Zuidoost-Azië

C

Na nieuwe Amerikaanse importheffingen zoeken steeds meer bedrijven alternatieven voor China

China Plus One staat onder druk. Nu Trump 2.0 nieuwe importheffingen oplegt aan Zuidoost-Aziatische landen, vragen veel bedrijven zich af of spreiding van productie in deze regio nog loont. Toch blijft Zuidoost-Azië aantrekkelijk – wereldleiders ontmoeten elkaar daar op 26 oktober tijdens de ASEAN-top.

Met de nieuwe landenspecifieke importheffingen die de Verenigde Staten (VS) wereldwijd hebben ingesteld, bereikt de Amerikaanse regering ogenschijnlijk het tegenover­gestelde van haar handelsoorlog met China in Trumps eerste termijn. Destijds onderwierp ze honderden miljarden dollars aan Chinese importen aan een heffing van 25 procent. Dit motiveerde bedrijven zoals Nike en Apple om hun productie (deels) te verplaatsen naar landen in Zuidoost-Azië. Nu hebben deze landen sinds kort hun eigen importheffingen gekregen: Vietnam en Taiwan 20 procent, Thailand, Indonesië, Maleisië, Cambodja en de Filipijnen 19 procent, Singapore 10 procent, en Myanmar en Laos 40 procent.

De vraag is of de nieuwe heffingen voor vooral landen als Vietnam, Maleisië en Thailand het China Plus One-diversificatie­model onrendabel maken. Want gezien de effi­ciëntie van productie in China elimineren de nieuwe tarieven de kostenwinst na het verschuiven van supply chains effectief.

Om minstens drie redenen kun je stellen dat diversificatie een trend is die niet snel zal omkeren. De eerste is dat het effectieve importtarief van China meer is gestegen dan dat van andere landen in Zuidoost- en Oost-Azië. Daarnaast is resilience ofwel veerkracht van supply chains onverminderd noodzakelijk in een wereldeconomie waar landen flink met elkaar verweven zijn. En de derde reden is de relatief hoge stijging van Chinese arbeidskosten.

China zal minder bereid zijn tot compromissen en in plaats daarvan zijn extraterritoriale instrumentarium uitbreiden

Casper Roerade

Beleidsadviseur Mainports & Internationale Supplychains bij evofenedex.

custom

De tarieflast voor Chinese producten is meer gestegen dan voor andere buurlanden. De Verenigde Staten hebben een aanvullende heffing van 30 procent voor alle Chinese producten opgelegd. Deze heffing komt boven op andere heffingen, ook op die voor staal- en aluminiumproducten of andere (oude) heffingen van 25 procent uit de eerste Trump-termijn. Bij de ‘wederkerige heffingen’ werkt dat anders. De heffingen voor de andere Aziatische landen kennen een grote lijst met uitzonderingen zoals consumentenelektronica, farmaceutische producten, aardmetalen, luchtvaartonderdelen en chemicaliën. Daarnaast stapelen ze niet met sectorale heffingen.

Alleen maar gegroeid

In de grafiek op pagina 33 is te zien hoe het gat in het zo­geheten effectieve Amerikaanse importtarief (betaalde heffingen gedeeld door totale import) alleen maar is gegroeid voor de meeste Aziatische economieën. Myanmar en Laos zijn vanwege hoge Amerikaanse importheffingen een uitzondering, en zijn duurder geworden dan China. Anderzijds is er Maleisië, waarvoor het effectieve Amerikaanse importtarief eind 2024 nog 10 procent lager lag dan voor Chinese producten. Nu is dat zelfs 30 procent lager. Ondanks de nieuwe Amerikaanse heffingen voor alle landen zijn de importheffingen op Chinese producten dus relatief meer gestegen.

Dan de tweede reden: resilience van supply chains blijft onverminderd relevant vanwege de geopolitieke en geo-economische dynamiek. Overmatige afhankelijkheid is sowieso af te raden, maar in het geval van China helemaal. Zakendoen in China brengt geopolitieke en politieke risico’s met zich mee. Geopolitieke risico’s omvatten spanningen tussen China en andere landen − zoals de VS, de EU-landen of India − die kunnen leiden tot exportcontroles, invoerheffingen of zelfs sancties.

Het concept van afhankelijkheid als machtsmiddel (weaponized interdependence) houdt in dat landen hun economische dominantie strategisch gebruiken om andere landen te dwingen bepaalde dingen wel of niet te doen. Zoals het afknijpen van export van kritieke aardmetalen, wat China onlangs heeft gedaan. Na jaren van gebruik van financiële sancties door de VS, begint China steeds meer zijn spierballen te laten zien door zijn dominante positie in supply chains uit te buiten. Met als gevolg risico’s op verstoringen in supply chains.

Politieke vertrouwen geschokt

Politieke risico’s zijn gerelateerd aan het staatsgestuurde model van de Chinese economie. De Chinese Commu­nistische Partij (CCP) vergroot steeds meer haar invloed op het particuliere bedrijfsleven en dwingt steeds meer ideologische instemming af. Het Society Work Department (SWD) werd opgericht in maart 2023. Dit nieuwe centraal partij­orgaan is belast met de partijopbouw in kleine bedrijven en brancheverenigingen. De bevoegdheden en competenties van het SWD maken duidelijk dat dit partij­orgaan bestaat om de controle over gemeenschappen en niet-publieke organisaties, zoals particuliere ondernemingen en verenigingen, te vergemakkelijken. “Het vertegenwoordigt een nieuwe benadering van de private sector, waar het politieke vertrouwen is geschokt door faillissementen, schulden, werkgelegenheid en loonproblemen”, aldus onderzoekers van het Mercator Institute for China Studies.

Een witboek van mei 2025, getiteld ‘China’s National Security in the New Era’, signaleert ook dat steeds meer domeinen (AI, data, voedsel) door China onder veiligheidsbelangen worden geschaard. Het witboek heeft een vastberaden maar optimistische toon, aangewakkerd door China's vermeende overwinning van de recente handelsoorlog met de Verenigde Staten. Het document suggereert dat Beijing in de toekomst een vergelijkbaar draaiboek zal volgen: het zal minder bereid zijn tot compromissen en in plaats daarvan zijn extraterritoriale instrumentarium uitbreiden om standvastig te blijven en terug te slaan tegen vermeende aanvallen op gebieden waar volgens Beijing de nationale veiligheid gevaar loopt. De afgelopen jaren heeft China zijn wettelijke middelen hiervoor al flink uitgebreid: Unreliable Entities List (2019), Blocking Rules (2021), Anti Foreign Sanctions Law (2021), Tariff Law (2024) en Dual-use Item Export Control Regulations (2024) − allemaal bedoeld om sancties in te stellen en eigen bedrijven te beschermen. Terwijl China zijn middelen verder uitbreidt om afhankelijkheid als machtsmiddel te benutten, nemen de politieke risico’s voor bedrijven die in China opereren gestaag toe.

Ondanks de nieuwe heffingen voor alle landen zijn de importheffingen voor Chinese producten relatief meer gestegen

En tot slot de derde reden, de relatief hoge stijging van Chinese arbeidskosten. Binnenlandse economische bewegingen blijven de China Plus One-diversificatiestrategie aanmoedigen. Zoals de relatief hoge stijging van Chinese arbeidskosten en de productiviteitssprong die andere landen in Zuidoost-Azië maken. Deze trends bestaan al jaren en zetten nog steeds door. Het gemiddelde maandloon in de maak­industrie is 1145 Amerikaanse dollar in China, ten opzichte van 740 Amerikaanse dollar in Maleisië, 347 in Vietnam en minder dan 200 in Indonesië en India.

Interne markt versterken

Met name voor de landen die zijn aangesloten bij de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) creëert dit kansen. De afgelopen jaren heeft dit handelsblok stappen gezet om de economische integratie te bevorderen. Aan het begin van de zomer van 2025 werd het ASEAN Economic Community Strategic Plan 2026-2030 gepresenteerd. Dit plan beschrijft de ambitie van ASEAN om de interne markt te versterken, de regelgeving te stroomlijnen en de dienstenhandel en connectiviteit te versterken. Een ander recent akkoord heeft als doel grensoverschrijdende handel in elektriciteit te stimuleren en regionale energiezekerheid te versterken. Dit akkoord, de vernieuwde Asean-China Free Trade Area (ACFTA) 3.0, wordt naar verwachting ondertekend tijdens de 47e ASEAN-top op 26 oktober 2025 in Kuala Lumpur. Ook onder de herziene Asean Trade in Goods Agreement (Atiga) zullen daar krabbels worden gezet.

Kortom: ondanks de hoge Amerikaanse importheffingen blijven de landen in Zuidoost-Azië goed gepositioneerd om zich economisch te ontwikkelen als alternatieve productiecentra. Vooral als de ASEAN in de toekomst een interne markt creëert en onderlinge barrières vermindert om sterke waardeketens te creëren. De interesse van wereldleiders in de 47e ASEAN-top onderstreept dat alleen maar. Naast de Amerikaanse president Donald Trump behoren de Chinese president Xi Jinping, de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva en de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa tot de wereldleiders die naar verwachting in Kuala Lumpur zullen verschijnen. In een gefragmenteerde multipolaire wereldorde heeft Zuidoost-Azië de sleutel in handen.

Bijeenkomst Supply Chaingers XL

Wil je in een vertrouwelijke sfeer sparren met vakgenoten over je supply chains? Kom dan op 18 november naar de bijeenkomst Supply Chaingers XL van evo­fenedex in Kamerik (bij Woerden).

Casper Roerade

Getty Images