25-06-2025
Column - Zonder verandering handelsstromen geen circulaire economie
CEen van de belangrijkste langetermijnbeleidsdoelen van de Nederlandse (en Europese) overheden is de transitie naar een circulaire economie. Maar dat doel is in de praktijk nog ver weg. Neem bijvoorbeeld de handelsketen van ijzerhoudend schroot.
Aangezien metalen theoretisch gezien eindeloos kunnen worden gerecycled, zijn het perfecte kandidaten voor een circulaire economie. Toch blijft lang niet al het (ijzerhoudende) schroot in Europa. Een deel wordt namelijk geëxporteerd naar andere continenten. Mondiaal gezien is Europa de grootste schrootexporteur. Ook Nederland exporteert veel ijzerhoudend schroot naar landen als Turkije, Bangladesh, India en Egypte. Daar wordt het doorgaans verwerkt tot laagwaardiger staal. Dit type staal komt vooral terecht in structurele toepassingen zoals gebouwen en fundamenten.
Welke stappen kunnen we zetten om een echt circulaire economie te realiseren?
Strategisch analist geo-economie bij The Hague Centre for Strategic Studies.
Als we kijken naar e-waste – zoals mobieltjes, tablets en computers – zien we ook hier een significante exportstroom, deze keer naar Japan en India. Zonde, met name omdat deze e-waste enorm veel kritieke grondstoffen bevat, die we bijvoorbeeld nodig hebben voor de energietransitie en de halfgeleidersector.
Daar komt bij dat bij de meerderheid van de metalen de recyclingpercentages nog onder de 50 procent liggen. De rest eindigt op de vuilnisbelt of wordt verbrand. Er is op dit moment dus nog geen sprake van een echt circulaire economie in Europa. De vraag is welke stappen we kunnen zetten om een echt circulaire economie te realiseren.
Allereerst kan Nederland meer doen om reststromen te zuiveren. Zo is het mogelijk via magnetische scheiding ijzerhoudende en niet-ijzerhoudende metalen uit elkaar te halen. Ook is het mogelijk met sensors bepaalde vormen van schroot te scheiden.
Ten tweede kan Nederland ervoor zorgen dat reststromen van grondstoffen direct kunnen worden gebruikt in Europa. Nu vinden veel productieprocessen met grondstoffen als input elders plaats. Europa importeert dan de halffabricaten of eindproducten. Zolang deze situatie hetzelfde blijft, heeft het weinig zin om grondstoffen hier te houden, aangezien de industrie ze niet direct gebruikt.
Tot slot kan Europa de export naar landen met lagere milieu-eisen aan banden leggen. De Europese Unie lijkt inmiddels enigszins wakker geworden als het gaat om de export van kritieke metalen. Neem bijvoorbeeld het afval van autobatterijen. Deze mix van grondstoffen – zwarte massa – werd tot voor kort geëxporteerd naar Azië om opnieuw te worden opgewerkt tot batterijen. Dit jaar besloot Brussel echter om zwarte massa als gevaarlijk afval te bestempelen, waardoor het niet meer naar landen buiten de OESO kan worden geëxporteerd. Dit zou een impuls moeten geven aan de interne recyclingcapaciteit van Europa.
De huidige praktijken en handelsstromen zijn een gevolg van de economische logica van een geglobaliseerde wereld. Nu die wereldorde steeds meer onder druk komt te staan, biedt dat naast risico’s ook kansen om vanuit strategische autonomie meer grondstoffen in Europa te houden en te hergebruiken. Zo kan een circulaire economie toch langzaam dichterbij komen.
Ron Stoop