skipToContentskipToFooter

18-09-2024

Duurzaam bouwen in fashionlogistiek

D

Rondleiding in warehouse van Bleckmann

Steeds meer logistieke gebouwen krijgen een duurzame uitstraling. Logisticx ging op bezoek bij Bleckmann, dat met zijn warehouse voorsorteert op de toekomst. “Onze klanten zijn vaak de bedrijven die te maken krijgen met de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive en die zullen ons vragen naar onze acties. Circulair bouwen is een antwoord.”

Het nieuwe gebouw van overbuurman Schotpoort staat tussen de bloemen en moet over een paar jaar verstopt zijn achter een scherm van een kilometer aan klimplanten. Logistiek dienstverlener Bleckmann koos voor een lang gebouw langs de provinciale weg van Almelo naar Delden. “De doosvorm is een efficiënte vorm voor distributiecentra”, vertelt duurzaamheidsmanager Ron Thijssen bij ons bezoek. “We hebben binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan voor XL Businesspark Twente een efficiënt pand gebouwd. Maar de vorm hebben we verzacht door in de lengterichting onderbrekingen aan te brengen en de kopse kanten af te ronden en hier kantoorruimte een plaats te geven. Bij ons lag de nadruk op een efficiënt, circulair gebouwd distributiecentrum.”

Nuttig gebruik

Bij het ontwerp zijn de vierkante meters grondoppervlak zo goed mogelijk gebruikt. Het pand meet 45.600 vierkante meter op een nog grotere kavel, want ook voor het laden en lossen is 6000 vierkante meter nodig. Voor het parkeren van medewerkers en bezoekers is nog eens ruim 8000 vierkante meter ingericht. “Misschien gaan we in de ­toekomst nog verder uitbouwen. Mogelijk brengen we boven de parkeerterreinen ook een dak met zonnepanelen aan. Ruimte alleen gebruiken om auto’s te parkeren, dat is enkelvoudig gebruik van grond en niet efficiënt.”

Efficiënt gebruik van de kavel is door de vormgeving van het bedrijvenpark nog meer binnen bereik gekomen. Bij de aanleg van het park is veel ruimte gemaakt voor plantsoenen en wandelpaden. Om de ontwikkeling van het bedrijvenpark mogelijk te maken is een deel van het voormalige agrarische gebied ingericht als natuurgebied, met een meanderende beek waar in een paar jaar tijd een diversiteit aan planten en dieren is ontstaan. Heel belangrijk voor de kavelinrichting is ook de aanleg van een collectief bluswatersysteem, waardoor op de kavels zelf geen sprinklertanks nodig zijn.

De hoogte in

In het gebouw is meervoudig ruimtegebruik de norm. Het gebouw zelf heeft een hoogte van 15,5 meter en dat is al gauw 3 of 4 meter meer dan wat gebruikelijk is voor distributiecentra. “Om ruimte maximaal te gebruiken moeten we óf de hoogte óf de grond in. Het bestemmingsplan liet toe de hoogte in te gaan. In het opslag- en orderverzamelmagazijn hebben we daardoor vier tussenvloeren kunnen bouwen, één meer dan gebruikelijk. Dat is het magazijn geworden, met legborden en rails voor hangende kleding.”

“Je ziet dat we hier nog heel veel lege plekken hebben”, vertelt Thijssen bij een rondleiding in het met hekwerk afgeschermde deel waar artikelen van Karl Lagerfeld liggen. “We moeten flexibel zijn. Onze opdrachtgevers willen groeien en daar moeten we ruimte voor hebben. Zoals we ook ruimte moeten hebben als zich een passende nieuwe opdrachtgever aandient.”

“De bulkopslag is in een smallegangen­gebied. Ook daar zie je lege plekken, maar dat heeft vooral te maken met de orderpicktrucks. Er zijn nog geen trucks die zo hoog kunnen werken, maar de leveranciers zijn ze wel aan het ontwikkelen. Tot die tijd houden we de bovenste palletlaag leeg.”

Thijssen vervolgt: “Veel hoger zullen dergelijke machines ook niet meer worden. In een hoog magazijn kost verticale beweging tijd. En de mast moet steeds tot rust komen en niet meer bewegen en ook dat kost wat tijd. Als we met leveranciers praten, stellen ze voor in elke gang een truck neer te zetten. Maar dat zullen we niet snel besluiten. Je praat al snel over kosten van duizend euro per maand per truck.”

Stroomverbruikers

Een artist’s impression laat zelden de uiteindelijke situatie zien. De plaatjes van het gebouw die voor de opening circuleerden, toonden een dak vol zonnepanelen. Een drone filmde een gebouw zonder zonnepanelen. Thijssen geeft daarvoor het terugleverbeleid als reden. “We willen best, maar als we de energie die we overhouden niet vergoed krijgen, heeft het geen zin om in panelen te investeren. Een eigen opslag is een mogelijkheid, maar we wachten de regelgeving af. Overtollige stroom aan buren leveren mag nog niet.”

“Minder energie is strijdig met digitalisering”

Ron Thijssen

Duurzaamheidsmanager bij Bleckmann

Bleckmann-foto1.jpg

Hij merkt op dat de manier van denken over energie voor distributiecentra danig is veranderd. “Nog niet zo lang geleden ging het vooral om de kosten van verlichting en verwarming. Verwarming is nog steeds een punt van aandacht, maar nieuwe panden zijn goed geïsoleerd. Door gebruik van ledverlichting zijn de kosten van verlichting met 20 tot 25 procent gedaald. Maar het stroomverbruik is gestegen en dat is nu de kostenpost die we nauwlettend in de gaten moeten houden.”

“De doelstelling om minder energie verbruiken is strijdig met automatisering”, vervolgt Thijssen. “Ga maar na. Leaseauto’s zijn elektrisch en staan hier aan de lader. De magazijntrucks kunnen tijdens pauzes worden geladen en de digitalisering van het kantoor en magazijn vraagt ook veel stroom. Robots en geautomatiseerde opslag- en orderverzamelsystemen zijn eveneens stroomverbruikers. Ook een conveyor die de hele dag draait kost geld, net als de verpakkingsmachine die dozen op maat snijdt. Door het slimmer plannen van de inzet moeten we energie zien te besparen.”

Meebewegen

Het pand is gebouwd om verandering mogelijk te maken. “Distributiecentra zijn geen standaardgebouwen meer van 11 meter hoog en een modulemaat van 10.000 vierkante meter. Dat waren gebouwen van vastgoedbedrijven die goed pasten in een tijd dat efficiency voor alles ging. Dat is nu anders. We moeten agile zijn en we kunnen veranderen. Dat hebben we de laatste jaren wel gemerkt. Door corona viel de verkoop van kleding in winkels terug en werden webshops belangrijker. Nu openen webshops winkels en openen de brands hun brandstores. Na corona kregen we de Ever Green die het Suezkanaal blokkeerde. Hierdoor kregen we eerst met lege vakken te maken en daarna met een toevloed van artikelen. En nu varen opnieuw veel schepen om Afrika heen”, vertelt de duurzaamheidsmanager.


“Een structurele ontwikkeling is dat we ruimte vrijmaken voor retourstromen”

“Een structurele ontwikkeling is dat we ruimte vrijmaken voor retourstromen. Door de overname van The Renewable Workshop zijn we internationaal toonaangevend geworden in het beoordelen en weer verkoopbaar maken van retour ontvangen kleding. Elk artikel wordt gescand, beoordeeld, gereinigd en eventueel hersteld.”

Thijssen vervolgt: “Een magazijn van nu moet mee kunnen ademen. Onze klanten zijn meebepalend. Onze klant VTech in het andere pand hier op dit bedrijventerrein wil een wat speelsere uitstraling. De klanten in dit pand, Karl Lagerfeld en Amazon, willen een beveiligd, representatief en efficiënt pand. En wij willen flexibiliteit. Dit pand is gebouwd voor de komende twintig, dertig jaar. Maar misschien willen we al eerder iets veranderen en een hoekje aanbouwen.”

Demontabel gebouw

Een bedrijfspand van nu hoeft niet meer uit fabrieksnieuwe materialen te worden opgebouwd. En als nieuwe materialen wel worden gebruikt, moeten ze zoveel mogelijk herbruikbaar zijn. Een nieuwe ontwikkeling is demontabel bouwen. In Nederland staan inmiddels demontabele parkeergarages. Bij andere ideeën over ruimtegebruik kunnen die technisch gezien vrij eenvoudig worden gedemonteerd of veranderd.

Dat geldt ook voor het gebouw dat Bleckmann in Almelo heeft laten bouwen. Thijssen: “Dit gebouw is een circulair warehouse. Dat houdt in dat alle bouwmaterialen opnieuw te gebruiken zijn. Het pand is demontabel gemaakt: de dragende kolommen zijn niet in beton gegoten, maar aan de vloer vastgeschroefd. En de gevelplaten zijn op het frame geschroefd. Amazon en Karl Lagerfeld zijn fysiek van elkaar gescheiden operaties, met een tussenwand die kan worden gedemonteerd als we dit gebouw voor andere opdrachtgevers willen gebruiken. De vloeren van kantoren en entresol zijn van beton, met rond de kolommen beton dat gemakkelijk is te ver­gruizen, zodat het staalprofiel opnieuw voor een bouwwerk te gebruiken is.”

De shelters met dockboards voor vracht­auto’s staan voor de gevel. “Ze zijn tegen de gevel geschroefd en er dus ook weer vanaf te halen als we een aanbouw zouden willen plaatsen. Of als we minder dockboards nodig zouden hebben. Als een dockboard onderdeel is gemaakt van de gevel, is dat lastiger.”

Gerecyclede materialen

Er zijn ook materialen gebruikt die van gerecyclede oorsprong zijn. “De tapijtegels in de kantoren zijn van gerecyclede tapijten en tapijttegels. De plafondtegels komen uit een ander gebouw. Een beetje verf erop en niemand ziet het verschil met volledig nieuw”, vertelt Thijssen. Het beton voor de entresol en de kantoren is gerecycled beton, dat voor de vloer van de magazijnen niet. “Aan de vloer van de magazijnen zijn extreem zware eisen gesteld. Die moet veel draagvermogen hebben en supervlak zijn om met hoge orderpicktrucks te kunnen werken. Dat is met gerecycled beton nog niet mogelijk. Maar we hebben ecobeton gebruikt waar dat mogelijk was.”

Bleckmann gaat bij vernieuwingen van gebouwen op deze weg door, verzekert de manager. “Logistiek en mode zijn bedrijfstakken die onder een vergrootglas liggen en wij zijn onderdeel van beide. We laten zien dat we meegaan met de tijd. Dat geldt ook voor onze klanten. We merken interesse voor het circulaire concept voor distributie en de eigen kantoren. Onze klanten zijn vaak bedrijven die te maken krijgen met de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive en die zullen ons vragen naar onze acties. Circulair bouwen is een antwoord. We waren als logistiek dienstverlener in de modewereld onderdeel van het probleem. Nu zijn we vastbesloten onderdeel te zijn van de oplossing”, besluit Thijssen.

Ed Coenen

Ed Coenen