skipToContentskipToFooter

19-03-2025

EU verstevigt grip op handhaving van sanctieregelgeving door lidstaten

E

Bedrijven kunnen zeer forse geldboetes krijgen

De Europese Unie heeft in 2024 een richtlijn aangenomen met minimumvoorschriften voor delicten en straffen op het schenden van sanctieregelgeving. De lidstaten moeten deze richtlijn uiterlijk op 20 mei 2025 in hun wetgeving hebben geïmplementeerd. Wat opvalt zijn de forse geldboetes voor bedrijven als ze sancties schenden of omzeilen.

Politieke conflicten en oorlogssituaties kunnen aanleiding geven om sancties (ook wel beperkende maatregelen genoemd) op te leggen. Daarmee proberen (groepen van) landen een conflict te voorkomen, reageren ze op een dreigende of bestaande crisis dan wel proberen ze het gedrag van landen of van personen en bedrijven te beïnvloeden. Beperkende maatregelen vormen een belangrijk hulpmiddel in het gemeenschappelijke buitenland- en veiligheidsbeleid van de Europese Unie (EU).

Sancties zijn natuurlijk niet nieuw. Maar sinds de Russische inval in Oekraïne ruim drie jaar geleden zijn ze wel een zeer actueel onderwerp. Ook is de houding van de EU veranderd. Zo heeft Brussel nieuwe regels ingevoerd om omzeiling van sancties tegen te gaan. Ook ziet de EU het schenden van beperkende Europese maatregelen sinds eind 2022 als een vorm van criminaliteit die voldoet aan de criteria van artikel 83 van het Verdrag betreffende de werking van de EU. Dit samen met andere vormen van zware criminaliteit die een doeltreffende, gezamenlijke aanpak vergen. Zoals terrorisme, mensenhandel, illegale drugs- en wapenhandel, witwassen en corruptie. In verband hiermee heeft de EU op 24 april 2024 Richtlijn 2024/1226 (hierna richtlijn) aangenomen. Deze voorziet in minimumvoorschriften voor de definitie van strafrechtelijke delicten en straffen als partijen beperkende maatregelen van de EU schenden. De lidstaten zijn verplicht om de voorschriften uit de richtlijn uiterlijk op 20 mei 2025 in hun nationale wetgeving te implementeren.

Verschillen in handhavingspraktijken ondermijnen effectiviteit sancties

Jikke Biermasz

Advocaat en partner bij Ploum Rotterdam Law Firm.

eu-sancties-omzeilen-strafbaar-1-portretfoto-Jikke-Biermasz.jpg

Opzettelijke inbreuk

In Europese sanctieverordeningen stond altijd al een bepaling dat de lidstaten in hun wetgeving sancties moeten opnemen voor partijen die beperkende maatregelen van de EU schenden. En dat die sancties ‘doeltreffend, evenredig en afschrikkend’ moeten zijn. Maar tot nu toe was niet bepaald dat de sancties strafrechtelijk van aard moeten zijn. Evenmin schreef de EU de hoogte van de straffen voor. Dit leidde in de praktijk tot grote verschillen in de handhaving door de lidstaten, met als gevolg ondermijning van de doeltreffendheid van de beperkende maatregelen van de EU. Dit was Brussel een doorn in het oog. Vandaar dat nu op Europees niveau is bepaald welke overtredingen als strafbaar feit gelden en welke straffen dan minimaal moeten worden opgelegd.

In beginsel gaat het bij de richtlijn alleen om het verplicht als strafrechtelijk delict aanmerken van overtredingen van Europese sancties die ‘opzettelijk’ zijn begaan. Maar lidstaten zijn ook verplicht om gedragingen rond militaire en dual-usegoederen strafbaar te stellen als er sprake is van ‘grove nalatigheid’.

Stevige straffen

De straffen zijn stevig. De richtlijn schrijft voor dat aan natuurlijke personen gevangenis­straffen kunnen worden opgelegd. Voor de zwaarste categorie misdrijven gaat het om gevangenisstraffen van minimaal vijf jaar. Daarvoor is meestal wel vereist dat de waarde die gemoeid is met de strafbare gedraging, het drempelbedrag van 100.000 euro haalt.

De richtlijn legt ook de verplichting op wet­geving aan te nemen die voorziet in de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechts­personen die sancties van de EU hebben geschonden of omzeild. Het gaat om de situatie waarin de strafbare gedraging ‘dienstig is geweest aan de rechtspersoon’ en is gepleegd door een persoon in een leidinggevende positie. Daarnaast moeten rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gehouden voor een gebrek aan toezicht en controle op leidinggevende personen die sancties schenden of omzeilen terwijl de rechtspersoon daarvan profiteert.

Overcompliance

Zoals wij vaker in regelgeving van de EU tegenkomen, koppelt Brussel de geldboetes voor rechtspersonen aan hun wereldwijde omzet. Afhankelijk van de categorie misdrijf gaat het om een mogelijke boete tot 1 procent van de totale wereldwijde jaaromzet van de rechtspersoon of maximaal 8 miljoen euro. Bij de tweede categorie misdrijf gaat het om een mogelijke boete tot 5 procent van de totale wereldwijde jaaromzet van de rechtspersoon of maximaal 40 miljoen euro. Dat zijn uiteraard forse bedragen. In dit verband moet ook voor ogen worden gehouden dat financieel dienstverleners als banken nauw betrokken zijn bij de handhaving van sancties. Zij vervullen een poortwachtersfunctie als het gaat om bevriezing van tegoeden. De verwachting is dan ook dat de risico-aversiteit van banken verder zal toenemen en dat ze nog meer aan overcompliance zullen doen. Overigens merken wij hierbij op dat het Nederlandse strafrecht voor rechtspersonen al voorziet in de mogelijkheid van een geldboete van maximaal tien procent van de jaaromzet als voor een feit een geldboete van de zesde categorie kan worden opgelegd en die categorie geen passende bestraffing toelaat.

Voor rechtspersonen die sancties van de EU overtreden, dreigen ook verschillende bijkomende maatregelen die veel impact kunnen hebben. Zoals uitsluiting van aanbestedingen en subsidies, een verbod om nog langer bedrijfsactiviteiten uit te voeren, verlies van vergunningen, en ontbinding en publicatie van een rechterlijke beslissing (naming and shaming).

De richtlijn benoemt ook specifiek twee verlichtende omstandigheden

Hugo van Aardenne

Senior advocaat bij Ploum Rotterdam Law Firm.

eu-sancties-omzeilen-strafbaar-2-portretfoto-Hugo-van-Aardenne.jpg

Straf toch ingrijpend

De richtlijn schrijft verder voor welke omstandigheden als verzwarend of juist verzachtend gelden. Als verzwarende omstandigheden worden onder meer aangemerkt: het plegen van een delict in verband met een criminele organisatie, het vervalsen van documenten of het feit dat een professioneel dienstverlener het delict heeft gepleegd in strijd met beroepsverplichtingen en er aanzienlijk financieel voordeel werd behaald.

De richtlijn benoemt specifiek verlichtende omstandigheden die de lidstaten moeten opnemen in hun nationale wetgeving. Het gaat dan om de situatie waarin de verdachte partij informatie verstrekt aan de bevoegde autoriteiten die ze zelf niet al hadden, waardoor nieuwe daders worden gevonden of voor de rechter worden gebracht of nieuw bewijs wordt gevonden. Opvallend is dat de richtlijn vrijwillige (zelf)melding van eigen inbreuken niet mede als verzachtende omstandigheid vermeldt. Vrijwillige melding was medio 2024 nog uitdrukkelijk in de sanctie­verordening tegen Rusland opgenomen als verzachtende omstandigheid.

De mogelijke geldboetes zijn, zoals gezegd, zeer substantieel. Uiteraard zal de straf in een concreet geval proportioneel moeten zijn. Toch is een straf altijd ingrijpend. Het is duidelijk dat de EU de handhaving van haar sancties zeer serieus neemt. En met het oog op de effectiviteit daarvan zijn grip op de handhaving door de nationale autoriteiten in de lidstaten verder heeft verstevigd. Hierbij merken wij wel op dat Nederland de beperkende maatregelen van de EU al strafrechtelijk handhaafde.

Effect in de praktijk

In de praktijk verwachten wij dat het bedrijfsleven en in het bijzonder financieel dienstverleners nog voorzichtiger worden, mogelijk zullen neigen tot overcompliance en aan elkaar verreikende contractuele verplichtingen zullen opleggen om sanctieregel­geving na te leven. Als bedrijf ontkom je er niet aan je nauwgezet te verdiepen in de sancties van de EU, te beoordelen welke sancties relevant zijn vanwege de bedrijfs­activiteiten, risico’s in kaart te brengen en beleid en procedures aan te nemen om de risico’s te beheersen en te beperken.

Jikke Biermasz + Hugo van Aardenne

Getty Images