skipToContentskipToFooter

19-03-2025

Gastcolumn - Gelijk speelveld ook binnen Europa broodnodig

G

Nederland verdient een flinke hap van zijn nationale boterham in het buitenland. Maar we moeten op onze zaak letten. Want juist door die internationale verwevenheid zijn de huidige geopolitieke spanningen een groot risico voor onze economie.

Het is niet voor niets dat het de laatste tijd veel gaat over weerbaarheid. En dat gaat verder dan onze defensie-uitgaven opschalen. Ook onze economie moet weerbaar zijn. Dat houdt onder meer in dat we voor kritische grondstoffen en producten minder afhankelijk moeten worden van andere (niet-Europese) landen. Voor bedrijven is het onder meer belangrijk om goed te kijken naar de eigen leverings- en logistieke ketens, zowel bij import als bij export. Waar zitten mogelijke risico’s en wat zijn de alternatieven? Kun je spullen die je van ver haalt wellicht ook dichter bij huis vinden? Dat laatste geldt ook voor onze overheid.

Met name kleinere bedrijven zetten de eerste exportstappen vaak relatief dichtbij huis

Jacco Vonhof

Voorzitter van MKB-Nederland.

gastcolumn-Jacco-Vonhof-MKB-Nederland-1-portretfoto-Jacco-Vonhof.jpg

Bij een weerbare economie horen ook gezonde bedrijven die (eerlijk) kunnen concurreren op het wereldtoneel. Over het concurrentievermogen van de Europese Unie (EU) heeft de Italiaanse oud-premier Mario Draghi vorig najaar een goed rapport uitgebracht. Hierin roept hij onder meer op tot meer Europese samenwerking en forse investeringen in innovatie, klimaat- en energiebeleid en veiligheid. Dat is belangrijker dan ooit en daarvoor moeten we echt stappen gaan zetten. Onze bedrijven staan op achterstand door uitbundige staatssteun voor innovatie en verduurzaming in landen buiten de EU, een tsunami aan Europese regelgeving en veel hogere energieprijzen.

Maakbedrijven in ons land staan nog verder op achterstand, omdat de energiekosten hier veel hoger zijn dan in omringende landen. In België heeft de nieuwe regering recent nog aangekondigd dat ze zowel de accijns op elektriciteit als de nettarieven voor de energie-intensieve industrie gaat verlagen.

Dat ongelijke speelveld is er dus ook binnen de EU. Dat is een slechte zaak. Met name kleinere bedrijven zetten de eerste exportstappen vaak relatief dicht bij huis. Zij ervaren in de praktijk dat er bepaald nog geen sprake is van één Europese markt. Ondernemers hebben last van tal van grensbelemmeringen, van verschillen in vergunningverlening tot problemen rondom circulariteit en afval.

Daarom moeten de Europese Commissie en de lidstaten ook aan de slag met het ­rapport van die andere Italiaanse oud-premier, Enrico Letta, over de toekomst van de Europese interne markt. Zijn conclusie was vorig jaar duidelijk: er is een ambitieuze agenda nodig om de interne markt te hervormen en toekomstbestendig te maken, door verdere integratie van onder andere kapitaal- en energiemarkten en vermindering van de regeldruk. Met dat laatste heeft de nieuwe Commissie in elk geval al een begin gemaakt. Het is nu zaak om door te pakken.

Jacco Vonhof