skipToContentskipToFooter

15-12-2024

Hub Utrecht Oost verzorgt stadslogistiek

H

“Ketensamenwerking is cruciaal”

Hubs oftewel verzamelcentra voor goederen aan de randen van een stad, komen langzaam tot stand. Maar áls ze er zijn, doen ze wat ze moeten doen. Dat bewijst Hub Utrecht Oost. “Wij doen de centrale goederenontvangst voor bedrijven en organisaties op het Science Park. Dat is goud waard.”

De theorie is simpel, iedereen die werkzaam is in de logistiek kent ’m. Om een overdaad aan bestel- en vrachtauto’s in steden te voorkomen, moeten verzamelcentra voor goederen worden ingericht aan de stadsranden. Vanuit die hubs vertrekken vervolgens (bij voorkeur emissieloze) voertuigen naar van tevoren vastgestelde bestemmingen. In Utrecht gebeurt dit via onder meer Hub Utrecht Oost. Alle goederen voor Utrecht Science Park en Rijnsweerd gaan gezamenlijk in één voertuig, kriskras door de straten rijden is er dan niet meer bij. Het klinkt allemaal bijzonder logisch, maar de praktijk is weerbarstiger.

Dat weet ook Birgit Hendriks. Zij is consultant stadslogistiek, oprichter van Eco2city en voorzitter van de stichting achter Goederenhubs Groep Nederland. We spreken haar bij Hub Utrecht Oost, dat gevestigd is in een zo goed als nieuw pand aan de zuidkant van Utrecht. De hub is ontstaan op initiatief van een paar grote partijen: Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht en provincie Utrecht. “Drie stevige organisaties die samen met grote spelers uit het bedrijfsleven ertoe doen in de markt. Dat zijn stuk voor stuk geen kleine jongens; bij die organisaties en spelers zitten serieuze inkopers die ook een signaal kunnen afgeven als: luister beste leverancier, jij moet via de hub leveren”, zegt Hendriks. “De drie organisaties hebben allemaal twee leveranciers aangereikt die via de hub zijn gaan leveren.”

Toegevoegde waarde

Voor alle deelnemende partijen geldt het hubgebouw − compleet met losdok, roldeur en een vloeroppervlak van 1000 vierkante meter − als verzameladres en opslagfaciliteit. Die combinatie is de kracht van de hub. “Iedereen in de logistiek weet dat alle value added-achtige services [opslag, ompakken, voorraad neerzetten en in kleinere eenheden uitleveren, red.] de toegevoegde waarde zijn van een hub. Wij leveren die mix en daardoor zijn we hier voor de bedrijven van het Science Park de centrale goederenontvangst. Dat is goud waard. En omdat we in aanraking komen met de leveranciers, kunnen we praten over verdere bundeling”, legt Hendriks uit. 

“Je kunt in één keer de heleboel voor Utrecht hier achterlaten en hup, weer de snelweg op”

Birgit Hendriks

Consultant stadslogistiek, oprichter van Eco2city en voorzitter stichting Goederenhubs Groep Nederland

Hub-3.jpg

De hub heeft zelf een elektrisch aangedreven Peugeot Expert voor de kleinere leveringen. Zijn er grotere zaken te vervoeren, dan verschijnt er een e-truck van POT Stadslogistiek, een organisatie die zowel in Utrecht als Amersfoort actief is. Dat tekent de brede samenwerking; Hub Utrecht Oost heeft wat dat betreft ook verbinding met nog twee andere Utrechtse hubs: City Hub en City Port, waarbij de laatstgenoemde over het water vervoert. “We zijn natuurlijk in zekere zin elkaars concurrenten, maar we praten wel met elkaar om gezamenlijk meer aandacht voor stadslogistiek te krijgen. Bij congressen staan er dan toch vier logo’s op de slide en hebben we alle vier een verhaal met heel concrete klantvoorbeelden”, stelt Hendriks.

Verkeerd opgevoed

Toch gaat het haar allemaal nog te langzaam. “Hub Utrecht Oost bestaat anderhalf jaar en het gaat best aardig, maar ik vind de marktontwikkeling erg traag. En dat vinden we allemaal, dat vindt heel Nederland, denk ik”, aldus Hendriks. “De hub is gewoon een bedrijf, maar wel gerund door een stichting, zodat de organisatie ver wegblijft van aandeelhouders en gewenste winsten. Dat is heel fijn. Het gaat vooral om de maatschappelijke winst”, zegt Hendriks nuchter. Net zo nuchter is haar volgende statement: “Iedereen die logistiek gestudeerd heeft, is verkeerd opgevoed. Allemaal hebben ze geleerd: extra overslag is extra kosten. Ik heb geen logistiek gestudeerd en ik zeg: da’s niet altijd waar. Het is echt afhankelijk van hoeveel volume en hoeveel stops iemand in de stad heeft. En hoeveel klanten je hebt. Als je dat weet, weet je ook of het interessant is om het via de hubs te doen of het zelf uit te voeren.”

Veel vervoerders weten volgens Hendriks eigenlijk niet wat een stop in de stad daadwerkelijk kost. “Het is in elk geval buitengewoon tijdsintensief. Het kost veel tijd van je dure chauffeur en van je dure voertuig. In een heleboel gevallen is het veel interessanter om één stop te maken bij de hub. We zitten hier vlak bij de A12, je kunt in één keer de heleboel voor Utrecht hier achterlaten en hup, weer de snelweg op. De verlader, de vervoerder, de hub, de eindontvanger, iedereen is op deze manier stakeholder, dus die ketensamenwerking is cruciaal. En dat is het leuke aan de Hub Utrecht Oost: wij werken met inkopers die echt stakeholder zijn in de keten.”

Langzaam efficiënter

En verder komt het neer op rustig uitbouwen, zegt Hendriks. “Ja, het is zeker een kwestie van uithoudingsvermogen en geduld. Er zijn natuurlijk krachten in de markt die helemaal geen hubs willen, of die ze zelf al hebben, de pakketdiensten bijvoorbeeld. Maar je gaat eerst dunnen bij partijen die het nu zelf doen, om het daarna langzaam efficiënter te krijgen. En dat is echt serieus ingewikkeld”, besluit Hendriks. Het stemt volgens haar positief dat Goederenhubs Groep Nederland inmiddels partners heeft in onder andere Leeuwarden, Groningen, Meppel, Hengelo, Maastricht, Arnhem, Nijmegen, Amsterdam, Rotterdam, Tilburg en Eindhoven. Sommige van die steden voeren per 1 januari een zero-emissiezone in. Voor de in de Tweede Kamer aangenomen VVD-motie die opriep om de zero-emissiezones alsnog uit te stellen krijgt Hendriks de handen niet op elkaar. “Ik was not amused over die motie. Dat die zó kort voor de invoering wordt aangenomen is gewoon niet uit te leggen.”

“Omdat we in aanraking komen met de leveranciers, kunnen we praten over verdere bundeling”

Birgit Hendriks

Consultant stadslogistiek, oprichter van Eco2city en voorzitter stichting Goederenhubs Groep Nederland

Wel of niet langer toegang tot ZE-zones?

In de Tweede Kamer een flinke discussie gaande over de invoering van de zero-emissiezones (ZE-zones). De situatie is nu als volgt: de gemeenten blijven vasthouden aan de eerder gemaakte afspraken. De ZE-zones treden dus in werking op 1 januari 2025.

Of er een versoepeling komt voor een Euro 6-bestelauto is niet zeker. Staatssecretaris Chris Jansen (PVV) wil deze groep ondernemers een jaar langer de tijd geven om over te stappen op een duurzaam voertuig. Het gesprek met de gemeenten daarover leverde tot nu toe niets op. Ook het idee van de staatssecretaris om de gemeenten te bewegen om een langere boetevrije periode toe te passen, heeft nog geen resultaat opgeleverd. evofenedex riep eerder op om snel duidelijkheid te geven. Zowel de Tweede Kamer, het kabinet als de gemeenten erkennen die oproep, maar laten de onduidelijkheid onverkort voortbestaan.

Beleidsadviseur Geert van Eijk van evofenedex: “Voor ondernemers verandert er op dit moment niet veel. Het merendeel van hen kan met een Euro 5- of Euro 6-voertuig een ZE-zone in. En we verwachten niet dat ondernemers hun verduurzamingsplannen veel zullen aanpassen. Om op 1 januari 2030 klaar te zijn, zijn veel ondernemers al begonnen met het verduurzamen van hun vloot.”

Alle 14 gemeenten die op 1 januari 2025 een ZE-zone willen invoeren, hebben laten weten dat ze daarmee doorgaan. In totaal willen 29 gemeenten in de periode tot 2030 een ZE-zone invoeren. evofenedex adviseert ondernemers hierop te anticiperen. Er bestaan diverse vrijstellingen en ontheffingsmogelijkheden voor ondernemers die de overstap niet kunnen maken. Kijk voor de details op Opwegnaarzes.nl

Guus Peters

evofenedex