skipToContentskipToFooter

05-02-2025

Juiste goederenindeling essentieel voor CBAM en EUDR

J

Handel proactief om concurrerend te blijven

CBAM en EUDR laten zien dat internationale handel constant wordt beïnvloed door nieuwe wet- en regelgeving. Voor handelsbedrijven is het cruciaal hiervan op de hoogte te blijven en te zorgen dat hun producten aan alle regels voldoen, anders blijven markten gesloten. Maar hoe weet je of er specifieke maatregelen gelden voor jouw product? Het antwoord ligt vaak in een correcte goederenindeling.

Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) richt zich op bedrijven die in de Europese Unie (EU) goederen importeren die vallen onder de categorieën ijzer en staal, aluminium, cement, meststoffen, elektriciteit of waterstof. Stel, je bent importeur van aluminium maaltijdtrolleys voor gebruik in vliegtuigen. Deze trolleys zijn vaak gemaakt van aluminiumlegeringen vanwege hun lichte gewicht en duurzaamheid. Op basis van deze kenmerken zou je kunnen denken dat zo’n trolley onder CBAM valt. De producten waarvoor CO2-uitstoot moet worden gerapporteerd, zijn echter gespecificeerd in bijlage I van de Verordening (EU) 2023/956 voor CBAM. Daarnaast stelt artikel 21 van Uitvoerings­verordening (EU) 2023/1773 dat ingevoerde goederen worden geïdentificeerd aan de hand van hun indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN), zoals vastgesteld in Verordening (EEG) 2658/87. Deze laatste verordening regelt de uniforme tariefindeling in de EU en vormt de basis voor de GN, een geharmoniseerd systeem dat bepaalt hoe je goederen correct classificeert.

Om te bepalen of een product onder CBAM valt, is een correcte GN-indeling dus essentieel. Volgens de toelichting op post 9403 van de GN vallen serveertrolleys onder deze post, een categorie die momenteel buiten de reikwijdte van bijlage I van Verordening (EU) 2023/956 valt. De GN-code (ook wel goederencode genoemd) is hier leidend en daardoor valt een maaltijdtrolley niet onder CBAM. Staat de GN-code van je product wel vermeld in de eerdergenoemde bijlage I, dan kan het zijn dat je toch niet hoeft te rapporteren omdat CBAM een drempelwaarde hanteert.

Voor hetzelfde product verschilt de Europese TARIC-code vaak van de Amerikaanse HTS-code

Agnieszka Brodacz

Specialist Customs & Trade Compliance bij evofenedex.

custom

De Europese ontbossingsverordening EUDR (Verordening (EU) 2023/1115) is van toepassing op de grondstoffen vee, cacao, koffie, palm­olie, rubber, soja, hout en bepaalde daarvan afgeleide producten zoals chocolade en meubels. Maar valt een wafel bedekt met melkchocolade onder deze wetgeving? En wat als de wafel bedekt is met witte chocolade?

In de toelichting bij post 1904 van de GN (bereidingen van graan, meel, zetmeel of ­ melk; gebak) valt te lezen dat deze post geen produc­ten omvat die meer dan 6 gewichtsprocent cacao bevatten (berekend op een volledig ontvette basis) of die volledig bekleed zijn met chocolade of andere bereidingen die cacao bevatten, zoals beschreven in post 18.06. Verder laat de toelichting op post 18.06 (chocolade en andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten) zien dat uitsluitend producten die cacaobonen, -pasta of -poeder bevatten als cacao worden beschouwd in de zin van post 18.06.

Dit benadrukt opnieuw hoe belangrijk het is de samenstelling, het doel en de functie van een product te begrijpen en de toepasselijke wetgeving en richtlijnen na te slaan om vervolgens tot de juiste indeling te komen. Of een product onder de EUDR valt, hangt af van zowel de GN-code (check of die staat vermeld in bijlage I van Verordening (EU) 2023/1115) als de vraag of het is gemaakt van een van de eerdergenoemde zeven grondstoffen (vee, cacao, enzovoort). Als de GN-code in bijlage I staat maar het product is gemaakt van bijvoorbeeld synthetisch rubber of een grassoort, hoef je niet te voldoen aan de ontbossingsverordening. Je moet dan op de douaneaangifte een bescheidcode gebruiken die naar een uitzondering op de EUDR refereert.

Donald Trump heeft op het gebied van invoerrechten immers grote veranderingen aangekondigd

Wanneer je eenmaal de juiste GN-indeling hebt bepaald, kun je dan op basis daarvan in alle landen goederen importeren? Nee, helaas niet. De GN-code is wereldwijd uniform, maar alleen voor de eerste zes karakters (ook wel het Geharmoniseerd Systeem genoemd) in landen die lid zijn van de Wereld Douane­organisatie. Voor import in de EU is echter een TARIC-code van tien karakters vereist, ook voor de Verenigde Staten (VS) geldt een tiencijferige code. Deze indelingen zijn gebaseerd op verschillende systemen: het Harmonised Tariff Schedule (HTS) voor de VS en de TARIC voor de EU. Dit betekent dat voor hetzelfde product de Europese TARIC-code vaak verschilt van de Amerikaanse HTS-code. Daarom moeten producten voor de VS opnieuw volgens de HTS-regels worden ingedeeld of andersom.

Als de VS bijvoorbeeld een belangrijke afzetmarkt voor je zijn, is het essentieel de juiste HTS-goederenindeling en bijbehorende invoerrechten te kennen, zodat je concurrerend kunt blijven. President Donald Trump heeft op dat gebied immers grote veranderingen aangekondigd. De juiste goederen­indeling is dus de sleutel tot succesvolle internationale handel. Of het nu gaat om het voldoen aan CBAM, EUDR of andere wet- en regelgeving, kennis van de samenstelling, functie en het doel van een product is essentieel. Zonder deze kennis kunnen bedrijven te maken krijgen met vertragingen, onverwachte kosten of zelfs gesloten markten.

Blijf daarom alert op de steeds veranderende regelgeving en handel proactief om je goederen correct in te delen. Alleen zo kun je concurrerend blijven in een steeds complexere handelsomgeving. Succes in internationale handel begint met een solide basis: kennis van je product én de relevante regelgeving die daarbij hoort.

Agnieszka Brodacz

Getty Images