skipToContentskipToFooter

05-02-2025

“Milieuwetten moeten praktisch en uitvoerbaar zijn”

Moeite met CBAM en EUDR

De Europese Unie vraagt alle bedrijven de CO2-uitstoot van de hele keten vast te leggen. Bovendien wil Brussel weten waar gebruikt hout vandaan komt. “Het is goed dat er milieuwetten zijn, maar ze moeten wel praktisch en uitvoerbaar zijn”, aldus Wouter Hartman van Authentic Models.

Het is goed dat er milieuregels zijn die in de hele Europese Unie (EU) gelden. Maar de weg door het doolhof van regelingen is vooral voor kleinere bedrijven maar moeilijk te vinden. Want hoe kom je erachter waar de boom stond die is gekapt om die prachtige stoel te maken die in de showroom van Authentic Models in Zeewolde staat? “Daar kom ik gewoon niet achter. Waar komt de glaskorrel vandaan die in het raam zit? Ik weet dat niet.”

Wouter Hartman, supplychaincoördinator bij Authentic Models, wil zeker niet bekendstaan als iemand die de milieuregels van de EU afwijst. Integendeel: “Het is goed dat die regels er zijn om bedrijven te dwingen de uitstoot van CO2 terug te dringen en ontbossing tegen te gaan”, zegt hij. Maar hij heeft tegelijk wel problemen met de uitvoerbaarheid van de nieuwe regels. Authentic Models handelt in meubels, lampen en decoraties. Het zijn allemaal modellen met een klassieke uitstraling die herinneringen oproepen aan een tijd van ­welvaart, comfort en oud geld.

“De regels zijn in Brussel geschreven vanuit een ideaal, maar zijn voor kleine bedrijven heel irritant”

Wouter Hartman

Supplychaincoördinator bij Authentic Models.

500x500 PAG 28b_DSC0138.jpg

“Authentic Models levert luxeproducten”, ­vertelt Hartman. “Wij merken als eerste dat er een recessie aankomt en zijn de laatste die van een opleving profiteren. We zijn een klein bedrijf dat meubels en andere producten in India, China of Indonesië laat maken en ­verkopen in Europa, Engeland en Amerika. Vooral in Frankrijk en Italië houden mensen van luxeproducten. In Amerika is dat minder, daar gaan de kopers eerder voor kwantiteit dan kwaliteit. Voor de volumes van onze opdrachten zou het praktischer zijn als we in Portugal zouden produceren, maar helaas hebben we daar geen contacten. Voor onze kleine markt hebben we niet genoeg aan ­ één man in een werkplaats, maar ook geen behoefte aan een grote fabriek. Dat is voor ons de uitdaging.”

De houten meubels, de metalen decoraties, de aluminium vliegtuigen op schaal, ze komen allemaal uit landen in het Verre Oosten. Daarom vallen de artikelen onder de milieuregels die de EU heeft ingesteld voor de invoer van buiten de EU. Van alle gebruikte metalen moet Authentic Models volgens het Carbon Border Adjustment Mechanism [afgekort CBAM, een Europese wet, red.] opgeven wat de CO2-uitstoot van de productie is geweest. Van het erts tot de afwerking, alles moet op de lijst staan. Hartman: “Bij zo’n schaalmodelvliegtuig heb je het dan over de productie van aluminium, het gieten in de vorm, het poetsen en het vervoer. Maar als ik aan een Indiase ambachtsman vraag hoeveel CO2 hij uitstoot als hij dit maakt, zegt hij: ‘Hè, wat bedoel je?’ Zo iemand is daar helemaal niet mee bezig en houdt niet bij hoeveel olie of kolen hij ­verstookt. De werkelijke CO2-uitstoot van de hele keten, daar komen we niet uit.” En als de bedrijven in India of China wel op de hoogte zijn van hun uitstoot, dan nog gaan ze dat niet vertellen, weet Hartman. “Dat willen ze niet, want dan denken ze dat we willen gaan onderhandelen over de prijs.”

Authentic Models geeft daarom de standaardwaarden voor de productie van ­aluminium door aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), die voor de EU de benodigde milieudata in Nederland verzamelt. “Met de mededeling erbij: ‘Sorry, we komen niet verder.’ De regels vragen te veel van kleine bedrijven. Kleine importeurs moeten heel veel moeite doen, terwijl het hele systeem in feite draait om de grote bedrijven. Productie van aluminium is in Europa veel schoner dan bijvoorbeeld in India, maar het is ook heel duur. De regels zijn in Brussel geschreven vanuit een ideaal, maar zijn voor kleine bedrijven heel irritant”, aldus Hartman. De NEa heeft naar aanleiding van de problemen dan ook opgeroepen bij de regels voor metaal, steen en cement een ‘drempel’ in te voeren. Als het aan de Nederlandse organisatie ligt, hoeven de kleintjes niet aan dezelfde strenge regels te voldoen als de grote bedrijven. Maar ja, dat is een advies aan Brussel, waar de Europese Commissie de regels vaststelt en niet de NEa.

De controles op de CO2-voetafdruk is overigens niet de enige regel voor importeurs van artikelen afkomstig uit landen buiten de EU. Met de ontbossingsverordening EUDR is er ook nog het beleid om ontbossing tegen te gaan. Daarom wordt streng gekeken of tropisch hout, dat in bijvoorbeeld meubels is verwerkt, niet afkomstig is van illegale houtkap. “De export van hout uit Indonesië naar de EU staat onder strenge controle. Maar de export naar andere landen wordt minder gecontroleerd en de illegale houtkap gaat daardoor gewoon door”, stelt de supplychaincoördinator.

Tachtig soorten bomen

Inmiddels zijn de regels aangescherpt. Impor­teurs van producten waarin hout is verwerkt – meubels, decoraties maar ook papier – moeten straks aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) doorgeven welk hout is gebruikt. “We moeten ook opgeven wáár de bomen stonden die zijn gekapt voor het meubel of het papier”, verzucht Hartman. Hij vervolgt: “Het zal wel goed komen. Maar waar komen de houtvezels vandaan die in het papier zitten dat wij gebruiken voor kleine wereldbollen? Dat komt uit China. Maar die willen niet vertellen waar die bomen stonden. Dat kan ook niet. De fabriek gebruikt voor het pulp tachtig soorten bomen. Bovendien moeten we de gegevens aan de NVWA doorgeven op het moment van inklaren. Maar die vellen papier liggen opgeslagen in China en komen pas later hierheen. Hoe kom ik na die maanden nog aan de gegevens?”, vraagt Hartman retorisch.

“De werkelijke CO2-uitstoot van de hele keten, daar komen we niet uit”

Ook op dit punt speelt de schaal van de handel een rol, meent Hartman: “De schaal van de bedrijven in China en hier is zó klein. Deze kleine ondernemers kunnen de gegevens niet krijgen of bewaren. Ik weet het: we moeten de regels uitvoeren en het is goed dat er strenge controle is. Voor het milieu en tegen de houtkap. Maar is het praktisch uitvoerbaar? Nee. De ontbossingsverordening is gelukkig een jaar uitgesteld.”

De supplychaincoördinator wijst vooral op de schaalgrootte van zijn bedrijf en vergelijkt de milieuregels die de overheid oplegt aan vergelijkbare mkb-bedrijven met andere regels, zoals voor maatschappelijk ondernemers. ­ “Bij een gering aantal werknemers of omzet vallen die bedrijven niet onder de wettelijke regels”, aldus Hartman, “bij metaal en hout wel. En wij vallen ook nog onder de sanctiewetgeving. Zo mogen we geen Russisch staal gebruiken. Dat is logisch. Maar een fabrikant van een van onze producten heeft oude, gerecyclede olievaten gebruikt. Waar kwamen die vandaan? Gelukkig konden we nog lezen dat de vaten in 2002 in Hamburg waren gemaakt. Anders zouden we een probleem hebben gehad.”

Bij heel veel producten uit China en India zijn er moeilijkheden met het opgeven van de gevraagde informatie. Die twee landen geven niet makkelijk informatie, omdat de bedrijven vrezen dat er opnieuw over de prijs zal worden gesproken. Maar die bedrijven willen ook niets met andere delen uit vrees dat het meteen wordt nagemaakt. “Heel veel van de productie in die landen is knippen en plakken. Alles wordt nagemaakt. Wij kunnen daarom niet zo ver teruggaan en aangeven waar de boom stond die nu hier in een bureautje is verwerkt”, stelt Hartman.

Met alle milieuregels kan volgens hem nog steeds niet worden voorkomen dat de goedkope spullen uit China hier in het Westen de markt overspoelen. Een van de manieren om de controles te omzeilen is dropshipping. Een consument bestelt bij een webshop een artikel. De webwinkel geeft de bestelling door aan een bedrijf in bijvoorbeeld China, dat het product rechtstreeks naar de consument stuurt. Productie en opslag in China vallen buiten alle milieuregels van Europa. En de producten gaan rechtstreeks naar de consument, dus de overheid heeft het nakijken. Alle milieu- en belastingregels worden omzeild. Het nadeel is ook voor de consument, want als er iets mis is, geeft de Nederlandse webshop niet thuis. Geen garantieregeling, geen nazorg, helemaal niets. Het voordeel is alleen voor de verkoper. Die heeft voor zijn ‘diensten’ een bedrag ontvangen.

“Van dat dropshipping wil de overheid af”, weet Hartman. “Er moet een organisatie zitten tussen fabrikant en consument, zodat op documenten te zien is wie het product heeft gemaakt en aan welke milieueisen is voldaan. Die verandering is nodig, want consumenten vallen onder andere regels dan bedrijven. En jongeren gaan veel minder vaak naar een winkel. Dan heb je geen idee wat de impact is op het milieu. Want wat is nou de CO2-uit­stoot van hun webaankoop en alle berichten via Snapchat en WhatsApp?”

Kort na het interviewen van Wouter Hartman is voor Authentic Models helaas faillissement aangevraagd. Momenteel wordt gewerkt aan een doorstart.

Gijs Korevaar

Erik Borst