27-05-2025
Productie Friese telescopische reachvork deels naar Vietnam
PFamiliebedrijf Meijer wil marktleider blijven
De telescopische reachvork werd uitgevonden langs de Waddenzee en is inmiddels in gebruik in meer dan zeventig landen. Het Friese familiebedrijf Meijer Handling Solutions koestert deze innovatie, blijft doorontwikkelen en bereidt zich voor op een volgende grote stap: een deel van de productie verplaatsen naar Vietnam om zijn positie als marktleider wereldwijd te behouden.
Langs de rand van de Waddenzee, in het Friese Sint Jacobiparochie, schuilt een familiebedrijf dat werkt aan oplossingen om wereldwijd het intern transport te verbeteren. Het is de plek waar Meijer Handling Solutions, onderdeel van de Meijer Group, de KOOI®Reachfork maakt en wereldwijd exporteert. Dit product wordt deels gemaakt door robots, maar ook mensenwerk komt er nog aan te pas.
De ambities zijn groot bij Hendrik Meijer, managing director en vierde generatie in het bedrijf. “We bestaan al 104 jaar en zitten sinds 1923 op deze locatie. Het bedrijf is begonnen als leverancier van landbouwvoertuigen en groeide uit tot het grootste grondverzetbedrijf van Europa. Mijn opa had opdrachten in onder meer Frankrijk, waar hij met de trein naartoe ging met daarop geladen de bulldozers. Toen mijn vader het bedrijf overnam, begon hij met het bouwen van onder andere machines. Hij was een echte techneut, een Willie Wortel. Wij maakten machines voor bedrijven in de omgeving, zoals de patatfabriek hier in de buurt.”
Machines doen grotendeels het werk bij de productie van de vorken.
Groeien met techniek
In de jaren zeventig groeide het bedrijf verder en kwam er een afdeling metaalbewerking bij, het huidige Meijer Metal. “De gaskachels kwamen enorm op. Voor het bedrijf Faber Haarden uit Leeuwarden deden wij al het plaatwerk. Zo zijn wij in de plaat- en buisbewerking terechtgekomen.” In het jaar 2000 besloot Meijer om het bedrijf te splitsen in twee takken. “De ene tak was Metal en de andere Handling Solutions, puur gericht op de logistiek. Daarin zit onder meer de reachvork die mijn vader begin jaren tachtig heeft bedacht. Door die vinding van uitschuifbare lepels kun je twee pallets tegelijk oppakken, vrachtauto’s eenzijdig beladen of lossen, en pallets dubbeldiep wegzetten.”
Ook nam Meijer in dat jaar de verkooprechten voor de KOOI®Reachfork over van Kooi-aap, een bedrijf dat gespecialiseerd is in meeneemheftrucks en de verkoop van de telescopische vorken destijds verzorgde. “We hadden het gevoel dat er meer in zat. Dat konden we beter organiseren in een apart bedrijf.”
“Van 2000 tot 2010 groeiden we van vijf naar dertig distributeurs wereldwijd”
Wereldwijde groei
Bij de overname van Kooi-aap verhuisde international sales en marketingmanager Folkert de Graaf mee, die eveneens groeikansen zag. Samen met Meijer bouwde hij verder aan het verkoopnetwerk van de reachvork. “Van 2000 tot 2010 groeiden we van vijf naar dertig distributeurs wereldwijd”, zegt de Graaf. “Daarmee bestrijken we zo’n zeventig landen en zijn wij marktleider op dit gebied. Daarnaast produceren we voor andere partijen, die hun eigen naam eraan hangen. Zo konden we in de meeneemheftruckbranche − waar we enorm sterk in zijn − hard groeien.”
Jaarlijks verlaten nu ongeveer zevenduizend stel vorken de fabriek in Friesland. “In iedere vork zitten twaalf specifieke bewerkingen”, legt Meijer uit. “Dat was eerst best een uitdaging, want we groeiden heel snel. De productiecapaciteit was altijd te laag. Op een gegeven moment hebben we gezegd: dat moeten we anders doen. Toen zijn we overgestapt op lijnproductie. Daardoor konden we veel makkelijker opschalen.”
Inmiddels is het portfolio uitgebreid met vele andere producten, zoals stationaire palletwisselmachines en KOOI® Rollerforks waarmee goederen zonder pallet kunnen worden opgepakt. “Daarvoor hebben we zelfs de Logistica Award gekregen.”
Efficiëntie en veiligheid
Toch merkt zowel De Graaf als Meijer dat de reachvorken nog niet overal bekend zijn. “Ze hebben er weleens van gehoord”, vertelt De Graaf, “maar niet iedereen weet wat ze precies doen. Het voordeel is bijvoorbeeld dat je tot een kwartier sneller een vrachtauto kunt lossen. Omdat je twee diep kunt reiken, hoeft maar aan één kant het zeil eraf. Ook containers zijn een stuk sneller leeg. Het bespaart tijd en kosten, waardoor je met hetzelfde aantal heftrucks tot 25 procent meer kunt doen. Bij crossdocking loopt dit zelfs op tot 30 procent.”
Daarnaast zorgt de telescopische vork voor minder schade. “De afmeting van een europallet is niet vierkant. Als je de lepels via de korte zijde insteekt, kun je makkelijk een pallet erachter beschadigen. Onze lepels passen zich aan in lengte en breedte van de pallet. Die zijn dus nooit te kort of te lang. Dat scheelt veel schades.”
Heftruckleveranciers zijn wat terughoudend met het offreren van telescopische vorken, vertelt De Graaf. Dat komt volgens hem mede doordat dat ze dan moeten rekenen, aangezien de lading verder van de heftruck komt te liggen. Dit verschuift het zwaartepunt, waardoor in veel gevallen een zwaardere heftruck noodzakelijk is, zoals bij eenzijdig laden en lossen. “Dat vinden sommige aanbieders lastig, dus bieden ze maar een standaard heftruck aan”, aldus De Graaf.
Hendrik Meijer (l) en Folkert de Graaf. “Uiteindelijk zullen we op ieder continent een productielocatie nodig hebben om marktleider te blijven”
Dichter bij de klant
De marktleider in vorkheftrucks ziet de wereldwijde vraag toenemen en dat zorgt voor druk op productie en distributie. “We werken graag samen met sterke partners in hun regio”, legt Meijer uit. “Daarin hebben we de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. In de Verenigde Staten hadden we een eigen vestiging, maar het werkt toch beter met een lokale partner. Daarom hebben we samen met Cascade een joint venture opgericht voor de sales in Noord-Amerika. Zij hebben veel verkopers en een goede organisatie. Zo pakken we dat wereldwijd aan.”
Wat Azië betreft staat Meijer een belangrijke beslissing te wachten. “We merken dat we qua prijs niet meer kunnen meekomen. In China zitten enkele bedrijven die onze producten kopiëren en tegen lage arbeidskosten produceren. Daar kun je niet tegenop. We willen onze positie behouden als marktleider en dus kiezen we voor een eigen productielocatie. China viel af vanwege de kennisveiligheid. We hebben uiteindelijk gekozen voor Vietnam. Ho Chi Minh is een grote havenstad en van daaruit kunnen we zowel Azië als Oceanië beleveren”, aldus Meijer.
Hoewel het een grote stap is, verwacht hij dat het de juiste is om marktleider te blijven. “We hebben een gebouw gevonden en tekenen binnenkort het contract. Een van onze medewerkers verhuist naar Vietnam om daar leiding te geven. Het wordt een spannende periode.”
Friesland blijft belangrijk
De productie in Vietnam betekent niet dat de werkzaamheden in Friesland worden afgebouwd, aldus Meijer. “We investeren ook hier in nieuwe machines en robotcellen. We hebben een groot deel van het productieproces geautomatiseerd, en met de nieuwe investering zetten we een volgende stap naar autonome productie, zodat we 24 uur per dag kunnen doordraaien. Goede vakmensen vinden wordt steeds lastiger, dus deze investeringen zijn nodig. Met deze transitie zijn we al jaren bezig, wat ons veel continuïteit heeft gebracht.”
De invoering van robots verliep soepel. “We wilden op dezelfde oppervlakte blijven produceren en hebben onze mensen goed meegenomen in het proces. Zij hebben meegedacht en meegestemd. Er zijn geen banen verdwenen. Alles is afgestemd met de ondernemingsraad en iedereen is nog steeds enthousiast.”
“Als familiebedrijf zijn we altijd innovatief geweest”, besluit Meijer. “We denken aan de lange termijn. Waar staan we over vijf jaar? Dat is de reden waarom we nu in Vietnam starten. Ik verwacht dat we uiteindelijk op ieder continent een productielocatie nodig hebben om marktleider te blijven.”
Job Halkes
Job Halkes