skipToContentskipToFooter

19-03-2025

ROM’s bieden combinatie van kennis en contacten

R

Exporteurs gebaat bij publiek-private samenwerking in eigen regio

Bedrijven die ondersteuning en financiering zoeken voor internationale activiteiten, kunnen in heel Nederland aankloppen bij een Regionale Ontwikkelings Maatschappij (ROM). Deze helpt mkb’ers te innoveren, te investeren en te internationaliseren. Oost NL viert in maart 2025 haar vijftigste verjaardag en kan met haar ruime ervaring goed uitleggen wat de ROM’s voor exporteurs kunnen doen.

Om hun exportplannen te realiseren, zijn mkb’ers vaak op zoek naar ondersteuning en financiering. Een van de wegen om te bewandelen is aankloppen bij een Regionale Ontwikkelings Maatschappij, ook wel een ROM genoemd. Alle negen ROM’s in Ne­der­land zijn een bv of nv met publieke aandeelhouders. Dankzij allerlei publiek-private samenwerkingen ondersteunen deze ontwikkelingsmaatschappijen ondernemers bij innoveren, investeren en internationaliseren om hun groei te versnellen. Dit is gekoppeld aan economische en maatschappelijke thema’s zoals vestigingsklimaat, duurzaamheid en digitalisering. De ondersteuning versterkt de regionale economie en bestaat vooral uit netwerken, kennis delen, helpen bij samenwerken, ondernemers begeleiden en investeren in ondernemingen. Ook organiseren de ROM’s handelsmissies.

Oost NL is de ROM voor Oost-Nederland. In maart 2025 bestaat ze vijftig jaar. De publieke aandeelhouders zijn de provincies Gelderland en Overijssel en het ministerie van Econo­mische Zaken. De focus ligt op mkb’ers die bijdragen aan duurzame veranderingen in de vier sterkste ecosystemen van Oost-Nederland: agrifood, hightech, duurzame energie en life sciences & health.

Allemaal dezelfde kerntaken

De ondersteuning van Oost NL bij innoveren richt zich op het laten samenwerken van kennis­instellingen, bedrijven en andere organisaties op specifieke thema’s. “Daar kan bijvoorbeeld een investeringsaanvraag bij het Nationaal Groeifonds of een Europese R&D-aanvraag uit voortkomen. Ook helpen we jonge bedrijven hun businesscase verder te ontwikkelen”, legt directeur International Fons de Zeeuw uit. “Wij investeren selectief en gericht in innovatieve start-ups, scale-ups en mkb-bedrijven. Daarvoor hebben we de beschikking over verschillende investeringsfondsen met diverse mogelijkheden. Hiermee bieden we investeringsmogelijkheden in alle groeifasen van innovatieve bedrijven. Daar zijn uiteraard wel voorwaar­den aan verbonden.”

Internationaliseren werkt bij Oost NL twee kanten op, vertelt Wibo van Wier, senior projectmanager Trade & Innovate. “Enerzijds trekken we buitenlandse bedrijven die waarde toevoegen aan de ecosystemen die wij willen ontwikkelen aan om zich te vestigen in onze regio. Anderzijds ondersteunen we mkb’ers die in het buitenland zaken willen gaan doen. Bijvoorbeeld bij het starten van export, het vergroten van hun exportaandeel of de zoektocht naar een buitenlandse R&D-partner. Bij alle drie deze activiteiten is de samenwerking tussen publieke en private partners cruciaal om resultaten te bereiken.”

De andere acht ROM’s hebben dezelfde kerntaken om ondernemers op regionaal niveau te ondersteunen. Maar er zijn ook verschillen. De Zeeuw: “Zo hebben sommige ROM’s, net als wij, een lange historie, terwijl andere nog vrij nieuw zijn. Ook zijn er verschillen in de omvang en het aantal provincies dat wordt bediend. Terwijl er vroeger best wel wat concurrentie bestond tussen de ROM’s, is er de laatste jaren vooral veel samenwerking.”

“Het mkb profiteert het meest van handelsmissies door de hogere kans op handel binnen twee jaar na deelname”

Wibo van Wier

Senior projectmanager Trade & Innovate bij Oost NL.

publiek-private-samenwerking-roms-2-Wibo-van-Wier.jpg

Andere belangrijke rol

Een andere belangrijke rol van de ROM’s is lokale ondernemers te informeren wat er allemaal op nationaal niveau aan ondersteuning mogelijk is. Van Wier: “Voor veel ondernemers buiten de Randstad is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) letterlijk ver weg. Als er in Den Haag een handelsbijeenkomst is of een subsidieregeling wordt ge­presenteerd, stappen ondernemers uit Maastricht of Groningen niet zomaar in de auto om aan te schuiven.”

Oost NL is trots op het internationale handelsprogramma GO4EXPORT, waar ook evofenedex partner van is. “Dankzij dit unieke gezelschap van publiek-private partners, waarmee we gezamenlijk veel activiteiten uitvoeren, kunnen ondernemers uit Overijssel en Gelderland de juiste stappen in het buitenland zetten”, zegt Van Wier enthousiast.

Niet in elkaars vaarwater

Specifiek voor handelsbevordering werken acht ROM’s sinds 2018 samen in Trade and Innovate NL (TINL). Ook drie andere ontwikkelingsorganisaties maken daar deel van uit. Die komen uit Amsterdam (vertegenwoordigd door ROM InWest voor Noord-Holland), Eindhoven en Rotterdam. RVO is de partner op nationaal niveau. “Binnen dit netwerk zoeken de twaalf organisaties de samen­werking op. Zo organiseren we regelmatig activiteiten met meerdere partners uit het netwerk. Dat is efficiënt en effectief. Ook stemmen we onze activiteiten op elkaar af. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat we met handelsmissies niet in elkaars vaarwater zitten, maar elkaar juist aanvullen. Als een partner een handelsmissie voor chiptech organiseert naar Frankrijk, weten we dat en pakken wij een ander onderwerp op”, vertelt De Zeeuw.

“TINL is een luchtig samenwerkingsverband zonder strakke overlegstructuren, waardoor de onderlinge samenwerking heel soepel verloopt”, bevestigt Van Wier. “Zo hebben we gisteren met alle partners onze plannen voor de komende jaren gepresenteerd. Met TINL als paraplu weten de ROM’s en andere partners elkaar steeds beter te vinden en aan te haken bij thema’s die ook voor hun eigen regio van belang zijn. En als een thema nationale impact heeft, haakt RVO snel aan. Andersom weten de ROM’s de weg bij RVO. Dankzij een aantal werkgroepen, zoals voor kwaliteit van werken en data-analyse, hoeft niet ieder voor zich het wiel uit te vinden. Het besef dat je niet alles zelf hoeft te doen begint steeds meer vruchten af te werpen. Zo is er een gezamenlijk trainingsprogramma voor nieuwe medewerkers.”

“De laatste jaren proberen we samen ook meer in te zetten op meerjarig programmeren”, vult De Zeeuw aan. “In plaats van bijvoorbeeld één keer een handelsmissie naar Duitsland te organiseren voor agrotech­bedrijven, bieden we een meerjarig progra­mma aan. Zo kunnen we de relaties tussen Nederlandse en Duitse ondernemers steeds verder ontwikkelen, zodat er steeds meer business ontstaat.”

Iedereen kan mee

“Het uitgangspunt van TINL is dat het niet uitmaakt of bedrijven bij het Rijk, een regio of een grote stad aankloppen”, aldus De Zeeuw. “TINL zorgt ervoor dat ondernemers beschikken over de gebundelde kennis en netwerken van alle partners. Niet door te zeggen ‘bel Jantje maar’, maar door een warme doorverwijzing naar de juiste persoon. Zo klop je als ondernemer nooit op een verkeerde deur. TINL heeft in 2024 met een kleine tweehonderd gezamenlijke handels­activiteiten, van missies tot beursbezoeken, ruim vierduizend ondernemers geholpen bij hun internationale groei.”

Een ander voordeel van TINL voor ondernemers is dat het niet uitmaakt of je in Limburg of Groningen gevestigd bent. Van Wier: “Als bijvoorbeeld de BOM in Brabant een handelsmissie naar Maleisië voor ICT-bedrijven organiseert, kan iedereen mee. Het grote voordeel hiervan is dat het aanbod van activiteiten heel breed is. Want elke regio bepaalt zelf op welke sectoren hij focust en welke insteek en thema-­landencombinatie het best werken. Daarnaast hebben we RVO voor de algemene sectoren en thema’s die in heel Nederland spelen. Sinds de start in 2021 van dit wederkerige TINL-netwerk wordt het aanbod beter en breder gedeeld voor ondernemers in het hele land. Als ik bij bedrijven op bezoek ben geweest, zien we daarna beduidend betere benutting van het aanbod in het netwerk. Zo maken ondernemers meer gebruik van de activiteiten. Goed om te weten is dat de meeste ROM’s samen met enkele andere Nederlandse organisaties op Europees niveau samenwerken via het Enterprise Europe Network. Ook hiervoor geldt dat het niet uitmaakt waar je aanklopt, het complete aanbod staat lokaal tot je beschikking.”

Datagestuurd

Bij TINL werken de partners aan data-analyse om hun effect- en impactmetingen naar een hoger niveau tillen. “Wat is het effect van een handelsmissie? Zie je dat terug in de omzet­cijfers van de deelnemende bedrijven? Dankzij samenwerking met het CBS beginnen we daar grip op te krijgen”, vertelt Van Wier. “Bedrijven die deelnemen aan handelsmissies naar een bepaald land blijven langdurig op die markt actief. Het mkb profiteert het meest van dit effect door een grotere kans op handel binnen twee jaar na de missie. Typisch een voorbeeld van iets wat je in je eentje niet makkelijk voor elkaar zult krijgen. Want je moet heel diep graven in data en die langjarig monitoren.”

Zelf heeft Oost NL enkele medewerkers voor businessintelligence. De Zeeuw: “Niet alleen om te kijken wat het effect van activiteiten is, maar ook om data nog beter te kunnen benutten om ondernemers maatgericht te attenderen op bijvoorbeeld nieuwe subsidieregelingen en interessante handelsmissies. Ook andere ROM’s zijn met datagestuurd werken bezig. Want dat biedt zóveel kansen.”

“Dankzij Trade and Innovate NL maakt het niet uit of ondernemers bij het Rijk, een regio of een grote stad aankloppen”

Fons de Zeeuw

Directeur International bij Oost NL.

publiek-private-samenwerking-roms-1-Fons-de-Zeeuw.jpg

Jaarrekeningen presenteren

Zoals gezegd zijn mkb-ondernemers vaak op zoek naar financiering. “Het mkb heeft moeite met het vinden van financiering voor groei en innovatie in Nederland. Maar het is in het kwadraat zo moeilijk om financiering te krijgen voor exportactiviteiten en buitenlandse expansie”, aldus Van Wier. “Het financieringslandschap is heel complex. Met veel verschillende loketten voor allerlei verschillende zaken. Bedrijven kennen in dat doolhof vaak de weg niet en missen de kennis en ervaring om gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden.”

Ondernemers kunnen financiering nodig hebben voor een exporttransactie, voor werkkapitaal om een exportproduct te maken of om een eigen fabriek of handelskantoor te openen, of voor de start van een joint venture in het buitenland. Van Wier: “Voor al deze zaken is risicodragend kapitaal nodig, waardoor het kunnen aantonen van financiële zekerheid een belangrijk criterium is. Internationaal ondernemen kent immers vaak langere betalingstermijnen. Bovendien is het voor een Nederlandse bank moeilijk in te schatten wat het betalingsrisico van jouw klant in het buitenland is. Hierdoor is het voor mkb’ers vaak lastig financiering te krijgen. Om dit te verbeteren is een paar jaar geleden Invest International opgericht.”

De meeste mkb’ers met internationale ambities zijn nog niet zover dat ze al in het buitenland voet aan de grond willen krijgen. Die zijn meestal juist op zoek naar financiering van een exporttransactie, is de ervaring van Van Wier. “Maar daarvoor moet je wel de jaarrekeningen van de aflopen drie jaar netjes kunnen presenteren. Niet alleen die van je eigen bedrijf, maar ook die van je klant. Eigenlijk moet je voor die ene exporttransactie een businessplan met een goede financiële onderbouwing maken. Pas als dat lukt, wil de Nederlandse overheid garant staan voor jouw transactie, waardoor de banken deze meestal wél willen financieren.”

evofenedex partner van GO4EXPORT

“Dit door Oost NL opgerichte handelsbevorderingsprogramma is gericht op de uitvoer van zowel goederen als diensten, en bestaat uit een consortium van publieke en private regionale instanties. Naast het instrumentarium dat RVO voor heel Nederland aanbiedt vanuit Den Haag, biedt GO4EXPORT aanvullende ondersteuning voor (potentiële) lidbedrijven van evofenedex. Mijn ervaring is dat ondernemers uit Gelderland en Overijssel dit erg waarderen en er goed gebruik van maken.” Michel Disselhorst, senior exportconsultant bij evofenedex

publiek-private-samenwerking-roms-3-portretfoto-Michel-Disselhorst.jpg

Gerben J. Sas

Oost NL