Kandidaten VVD, CDA en GroenLinks-PvdA over de toekomst van internationale handel en logistiek
Leestijd: 2 minuten
Handel vraagt om koers en consistentie
20-10-2025 De wereldhandel verschuift. Oorlogen, grondstoffentekorten en politieke spanningen zetten oude zekerheden onder druk. Hoe moet Nederland, als van oudsher handelsland, zijn positie behouden? Twee Kamerleden, Dieke van Groningen (VVD) en Daniëlle Hirsch (GroenLinks-PvdA), en kandidaat-Kamerlid Sjoerd Wijnsma (CDA) vertellen hoe zij de toekomst van handel en industrie zien.
Voor de VVD draait alles om groei. En dat mag volgens Dieke van Groningen best ambitieus klinken. “De economie houdt niet op bij onze landsgrenzen”, zegt ze. “De haven van Rotterdam is het toonbeeld van handel, net als Schiphol. Handel is de motor van onze welvaart, die moeten we beschermen.”
De VVD heeft in haar verkiezingsprogramma vijf missies, waarvan één staat voor wat ze noemt radicale economische groei. Van Groningen: “Innovatieve bedrijven moeten kunnen concurreren op een gelijk speelveld. We moeten onze industrie koesteren. Neem Tata Steel: wij willen niet afhankelijk zijn van andere landen als China en Amerika. Dat Tata blijft produceren, is belangrijk – wij willen dat het de duurzaamste staalfabriek ter wereld wordt.”
Volgens haar is het belangrijk dat Nederland aantrekkelijk blijft voor ondernemers. “We willen geen handelsoorlog, maar wel onze industrie beschermen. Kijk naar bio-ethanol die goedkoop uit Amerika wordt gehaald en bijgemengd. Daar kunnen onze producenten niet tegenop. Daarom is het goed dat nu alleen de ongemengde vorm meetelt voor de CO2-reductie.”
Te afhankelijk van China, Rusland en Amerika
Het CDA deelt die zorg, maar legt de nadruk op spreiding van risico’s. “Het is duidelijk dat we te afhankelijk zijn van China voor productie, van Rusland voor energie en van Amerika voor defensie”, zegt Sjoerd Wijnsma. “Wij moeten ons juist openstellen voor andere markten. Daarom is het CDA voorstander van handelsverdragen, zodat we niet voor zeldzame grondstoffen van één land afhankelijk zijn.”
Wijnsma noemt staal onmisbaar voor een circulaire economie. “Als je die productie verliest, raak je de basis kwijt. We moeten maatregelen nemen om te voorkomen dat onze staalindustrie wegtrekt.”
Ook op Europees niveau wil het CDA meer daadkracht. “Strategische autonomie is belangrijk. Daarom willen we af van het Europese veto op buitenlands beleid. Zo kan één land, zoals Hongarije, niet in zijn eentje sancties blokkeren. Voor de toetreding van nieuwe lidstaten houden we het veto overeind.”
"Handel is de motor van onze welvaart, die moeten we beschermen"
Welvaart mag geen doel op zich zijn
GroenLinks-PvdA ziet de wereldhandel vanuit een ander perspectief. “Nederland is een handelsland bij uitstek”, zegt Danielle Hirsch. “Dat doen we al vierhonderd jaar, met positieve én negatieve kanten. We zijn het meest concurrerende land van Europa, maar ons handelssysteem loopt tegen grenzen aan als je kijkt naar vervuiling en klimaat.”
Volgens Hirsch moet de focus verschuiven. “Wij zien handel als middel, niet als doel. Het gaat om de impact op de toekomst. Neem de 40 miljard euro aan fossiele subsidies: dat geld moeten we investeren in innovatie. Schone bedrijven moeten we omarmen en vervuilende laten betalen.”
Ze is kritisch over staatssteun aan vervuilende industrie. “Tata heeft aandeelhouders met diepe zakken in India. Nu betaalt de Nederlandse belastingbetaler miljarden, onder te zachte voorwaarden. Wij willen dat die eigenaren ook verantwoordelijkheid nemen voor de samenleving hier.”
Vrijhandel of bescherming
Over handelsverdragen verschillen de drie van mening. Van Groningen is duidelijk: “Wij zijn voor handelsverdragen, niet voor handelsoorlogen. Nederland moet juist kijken naar nieuwe partners, ook buiten Europa.”
Wijnsma: “Met handelsverdragen creëer je een eerlijkere markt. De tarieven van Trump betaalt de Amerikaanse consument zelf. Dat jaagt de inflatie op. Met verdragen groeit de welvaart. Kijk naar Polen: sinds ze lid zijn van de Europese Unie (EU) hebben ze een enorme groei doorgemaakt.”
Hirsch is wel wat kritischer. “In Brazilië wordt juist gedemonstreerd tegen het handelsverdrag, omdat mensen bang zijn hun baan te verliezen. De vraag is: voor wie zijn die verdragen gunstig? Wij pleiten voor standaarden op het gebied van klimaat en mensenrechten. In dit akkoord mogen pesticiden die hier verboden zijn, daar wel worden gebruikt. Die producten komen vervolgens bij ons op de markt. Dat willen wij niet.”
Volgens Wijnsma is dat de verantwoordelijkheid van die landen zelf. “Welvaartsgroei zorgt voor geld om te investeren in verduurzaming. Wij kunnen niet bepalen wat anderen doen.”
Hirsch benadrukt dat ook haar partij handelsverdragen belangrijk vindt. “Wij zijn zeker niet tegen, maar wel kritisch. Goede even gelijkwaardige handelsverdragen zullen wij steunen. Bij het Mercosur-verdrag hebben we wel wat twijfels.”
"We moeten knopen doorhakken over stikstof en infrastructuur, en de samenleving daarbij betrekken. Alleen dan kunnen we onze handel toekomstbestendig maken"
De EU, dat zijn wij zelf
Wat Europa betreft, zijn de drie opvallend eensgezind. Van Groningen: “Een tandje meer Europese Unie bij internationale handel is zeker wenselijk.” Hirsch: “Zeventig procent van onze handel vindt plaats binnen de EU. De EU, dat zijn wij zelf. We kunnen dus ook zelf oplossingen bedenken, bijvoorbeeld om van het stikstofslot af te komen.”
Wijnsma ziet ruimte voor praktische verbeteringen. “Er zijn te veel verschillen tussen landen. Als wij bij mijn werkgever Arriva een trein van Groningen naar Parijs willen laten rijden, moet die in Nederland opnieuw worden gekeurd, terwijl Frankrijk dat al heeft gedaan. Zulke doublures kosten tijd en geld.”
Van Groningen vult aan: “Dat herken ik. Voor een dierenambulance in dit land heb je in een gebied al zeventien vergunningen nodig heeft. Dat is toch onwerkbaar en kan efficienter.”
Regeldruk en vertrouwen
De VVD wil de regeldruk flink verminderen. “Onze minister Karremans inventariseert nu welke regels het mkb verstikken”, zegt Van Groningen. “Die moeten we schrappen. Ondernemers hebben geen behoefte aan nóg meer formulieren.”
Wijnsma ziet dat ook. “Bij Arriva duurt een treinverbinding opzetten jaren door vergunningen en verschillen in regelgeving. Vlaanderen heeft een win-winregeling om startende bedrijven hier te houden. Zoiets zouden wij ook moeten hebben.”
Hirsch nuanceert het beeld. “De regeldruk in Nederland is lager dan in Amerika. Natuurlijk mag het eenvoudiger, maar niet als dat ten koste gaat van veiligheid, milieu of arbeidsrechten.”
Van Groningen benadrukt dat bedrijven ruimte nodig hebben om te ondernemen. “Als we van ondernemers vragen om te digitaliseren en te verduurzamen, moet de overheid zelf betrouwbaar zijn. Je kunt geen beleid halverwege veranderen.”
De markt bepalen we samen
Ook over de rol van de overheid in de economie lopen de meningen uiteen. “De vrije markt bestaat niet, die bepalen we samen”, zegt Hirsch. “Zonder regels krijgen de verkeerde partijen voordeel. Bedrijven die mogen vervuilen, produceren goedkoper en trekken duurzame concurrenten onderuit. Dat is geen eerlijke markt.”
Van Groningen: “Mee eens, maar we moeten niet doorschieten en echt misstanden aanpakken. Denk aan de spijkerbroek van twee euro uit China. Diezelfde broek kost hier vijftig euro. Mensen kopen die goedkope producten via Temu of Alibaba. Daar moeten we op Europees niveau afspraken over maken.”
Wijnsma wijst op het belang van voorspelbaar beleid. “Ondernemers klagen niet over hoge belasting, maar over onbetrouwbaarheid van de overheid. Regels moeten helder zijn en stabiel blijven.”
Strategische autonomie en geopolitiek
De afhankelijkheid van andere landen baart alle drie zorgen. “Als China besluit de export van grondstoffen te beperken, hebben we een probleem”, zegt Hirsch. “Dat zagen we tijdens corona. Zelfs voor antibiotica zijn we afhankelijk van China.”
Van Groningen: “We moeten niet naïef zijn. Kijk naar de haven van Piraeus, die in Chinese handen is. Of naar de Chinese scanners bij de Douane in Rotterdam. Wie garandeert dat die data niet worden uitgelezen? We moeten alert zijn.”
Wijnsma sluit zich daarbij aan. “We hebben te lang in de ‘Europese leunstoel’ gezeten, zoals Jaap de Hoop Scheffer het noemde. China produceerde, Rusland leverde energie en Amerika zorgde voor onze veiligheid. Dat tijdperk is voorbij. We moeten onze eigen positie versterken.”
"De vrije markt bestaat niet. Zonder regels krijgen de verkeerde partijen voordeel, dat is geen eerlijke handel"
Infrastructuur als handelsader
Een sterke economie vraagt om goede verbindingen. Van Groningen: “Bereikbaarheid is cruciaal. Kijk naar Schiphol: als we niet bereikbaar zijn, hebben we geen economie meer en dus ook geen handel.”
Wijnsma wijst op de binnenvaart en het spoor. “Beide zijn duurzamer dan de weg, maar kampen met achterstallig onderhoud en personeelstekorten. Bruggen en sluizen zijn verouderd, droogte legt scheepvaart stil. En het spoor zit vol.”
Hirsch: “De groei van het vrachtverkeer maakt investeren in spoor en binnenvaart juist noodzakelijk. De vraag is dan waarom het ons niet lukt om die infrastructuur te verbeteren, zodat het echt een aantrekkelijk alternatief wordt voor het wegvervoer.”
Rust, reinheid en regelmaat
Over één ding zijn de drie opvallend eens: Nederland moet keuzes durven maken. “Bedrijven staan te trappelen om te bouwen en te vernieuwen”, zegt Van Groningen. “Maar door stikstof en netcongestie lopen we vast. Er moet stabiel beleid komen.”
Hirsch: “We moeten ons realiseren dat de wereld is veranderd. De tijd dat we konden leunen op goedkope energie en open grenzen is voorbij. We moeten nadenken over hoe we de komende vijftig jaar willen handelen.”
Wijnsma vat het kernachtig samen: “We hebben rust, reinheid en regelmaat nodig. Knopen doorhakken over stikstof en infrastructuur, en de samenleving daarbij betrekken. Alleen dan kunnen we onze handel toekomstbestendig maken.”
Nieuwe koers voor de handel
Het gesprek laat zien dat de kandidaten verschillend denken over de invulling van handel, maar het belang ervan delen. De VVD wil groei en een concurrerende industrie, het CDA inzet op Europese samenwerking en strategische autonomie, en GroenLinks-PvdA legt de nadruk op duurzaamheid en rechtvaardigheid.
De rode draad: Nederland moet zijn handelsmodel herzien. Of dat gebeurt met minder regels of juist met strengere normen, daarover verschillen de meningen. Maar één conclusie verbindt de drie: zonder handel geen welvaart, en zonder koers geen toekomst.
Paspoort
- Dieke van Groningen (VVD) zit in de Tweede Kamer sinds september 2025, is fractievoorzitter van de VVD Rotterdam en zelfstandig ondernemer in de huidverzorging. Plaats op de lijst: 30.
- Danielle Hirsch (GroenLinks-PvdA) zit sinds december 2023 in de Tweede Kamer en is voormalig directeur van Both Ends, econoom en internationaal adviseur water- en kustversterking. Plaats op de lijst: 23.
- Sjoerd Wijnsma (CDA) heeft diverse bestuursfuncties gehad bij het CDA en werkt als Public Affairs manager bij Arriva. Plaats op de lijst: 34.
Foto (v.l.n.r.): Elmar Otten (senior beleidsadviseur Internationaal Ondernemen evofenedex), Daniëlle Hirsch (GroenLinks-PvdA), Bart Jan Koopman (algemeen directeur evofenedex), Dieke van Groningen (VVD), Sjoerd Wijnsma (CDA) en Jurgen van der Sloot-Evers (manager Public Affairs evofenedex).
Meer informatie over de Tweede Kamerverkiezingen
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober laten we zien welke thema’s we bij politiek en beleidmakers onder de aandacht brengen — en waarom.
