skipToContentskipToFooter

MVO is inmiddels een begrip, maar IMVO ook? Het staat voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en opvallend weinig bedrijven zijn ermee bezig, vindt Marianne van Keep. Als chief sustainability officer bij Verstegen Spices & Sauces is ze heel uitgesproken: “Zelfs als je nu niets doet aan duurzaamheid, zul je er toch mee aan de slag moeten.”

Marianne van Keep is de nieuwe MVO Manager van het Jaar. De chief sustainability officer van familiebedrijf Verstegen Spices & Sauces kreeg de prijs in november 2021, voor onder andere haar inzet om van Verstegen een onderneming met een duurzame missie te maken. “Ik noem het de Oscar in duurzaamheidsland”, zegt ze er zelf over. “En de prijs straalt natuurlijk ook af op Verstegen. Het is een persoonlijke prijs, maar je kunt ‘m niet winnen zonder het bedrijf waarvoor je werkt.” Van Keep (61) werkt al twintig jaar voor Verstegen, het laatste jaar als chief sustainability officer. Waar de term MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) al behoorlijk ingeburgerd is, geldt dat voor IMVO (de internationale aanpak) veel minder. Eind 2021 kwam tot veler verrassing toenmalig demissionair minister voor Buitenlandse Handel Tom de Bruijn (D66) met een wetsvoorstel voor Nederlands IMVO-beleid. De reden hiervoor was met name dat in zijn ogen de Europese Unie te langzaam opereert. Marianne van Keep is lid van een stuurgroep van het IMVO-convenant voor de levensmiddelenindustrie en is vanuit haar werk bij Verstegen al langer met het onderwerp bezig. 

Wat is het idee achter die stuurgroep?

“Dat wij gezamenlijk voor alle bedrijven in de levensmiddelen industrie het begrip due dilligence handen en voeten gaan geven. Due dilligence is vooral een term uit de financiële wereld, je kunt deze het best vertalen als gepaste zorgvuldigheid. Maar bij ons gaat het om de verantwoordelijkheid van een individueel bedrijf in de keten waarin het opereert. Daar waren we als bedrijfsleven al een jaar of vijf mee bezig, maar het ging niet snel genoeg. Het is heel politiek, heel belastend ook voor bedrijven. Maar nu heeft de Nederlandse overheid gezegd: Beste mensen van het bedrijfsleven, we hebben het geprobeerd, maar jullie komen niet genoeg in beweging. We gaan er wetgeving van maken. Maar om het speelveld gelijk te houden zou je dat bij voorkeur op mondiaal niveau willen – dat is niet meteen haalbaar – en in elk geval op Europees niveau.”

Hoe ziet dat soort Europese wetgeving er dan uit? 

“Daar is nog niet zoveel over bekend en het is best wel spannend, want ik heb daar vragen bij als: hoe ga je zoiets handhaven? We hebben al een paar jaar een wet tegen kinderarbeid, maar die krijgen we niet echt geïmplementeerd. Iedereen snapt dat het belangrijk is, maar stelt meteen de vraag: hoe dan? Die due-dilligencewetgeving gaat er echter hoe dan ook aankomen en je zult zien dat hij ook op andere terreinen wordt toegepast. Er komt op Europees niveau CSRD-wetgeving aan, die letters staan voor Corporate Sustainability Reporting Directive en de wetgeving gaat over rapportages op het gebied van duurzaamheid. Net als bij financiële rapportages zullen die, en dat was tot mijn verrassing, gevalideerd moeten worden door een accountant. Verstegen is een familiebedrijf – wij hebben geen openbaringsverplichting – maar we krijgen straks wel met precies dezelfde eisen te maken als andere bedrijven. Zelfs als je niets doet aan duurzaamheid, zul je toch aan de slag moeten met due dilligence en rapporteren.” Wordt in dat geval een chief sustainability officer voor een bedrijf noodzakelijk? “Je ziet ze in elk geval steeds vaker. Als bedrijven beginnen met duurzaamheidsdenken gaat het vaak vrij traditioneel. Meestal neemt zo’n bedrijf een stagiaire in huis, die maakt een plan – met een beetje geluk is dat een mooi plan – en dan zegt het bedrijf: ‘Weet je wat, kom maar in dienst, want je bent de enige die er iets van snapt.’ Dan zit je vervolgens met een junior die geen enkel mandaat heeft, maar wel een leuk plannetje heeft geschreven. Het bedrijf gaat ermee aan de slag, maar na een paar jaar komt toch de vraag: en nu? En dat is dan het moment waarop, tadaa!, er opeens een CSO (chief sustainability officer, red.) in beeld komt. Iemand van kaliber die kan doorpakken en op directieniveau meepraat.”

Hoe is dat bij Verstegen? 

“Hier zijn we dat stadium allang voorbij. Maar hoewel we al behoorlijke stappen hebben gemaakt, zijn we er nog lang niet. Het is een illusie om te denken dat je als bedrijf ooit klaar bent met een onderwerp als dit. Waar we nu mee bezig zijn is om dat hele duurzame denken in de haarvaten van het bedrijf te krijgen. Binnen nu en twee jaar is het bij Verstegen zo dat iedereen in het bedrijf dagelijks met het onderwerp bezig is. Dat bij elke beslissing die wij nemen de duurzaamheidsaspecten worden meegenomen. Zowel naar de klant toe – ‘Klant, hoe draag jij bij aan het bereiken van onze ambities?’, maar ook: ‘Hoe kunnen wij bijdragen aan het bereiken van jouw ambities?’ – als met de leveranciers, marketing, ver voer… Het raakt aan alles.” 

Dat klinkt niet alleen als een ambitie. Is het niet ook een enorme uitdaging? 

“We willen bereiken dat de keten zo transparant mogelijk is. Een fijne uitdaging is dan bijvoorbeeld om te kijken of we in de hele keten de CO2-uitstoot in kaart kunnen brengen. Klimaat is één van de allerbelangrijkste onderwerpen waarmee we aan de slag moeten, dat staat aan de basis van alles. Kinderarbeid, oorlogen… het wordt uiteindelijk vaak veroorzaakt door klimaatproblemen. Dan is het de vraag: waar zijn de knoppen waaraan ik kan draaien om daar invloed op uit te oefenen? Waar zit dan die uitstoot en wat kunnen wij eraan doen om die te verminderen? Wat ik zelf wel prettig vind, is dat we ook kijken naar true pricing: wat kost een product écht? Altijd veel meer dan je denkt, trouwens. Je hebt je kosten van vandaag, maar ook je kosten over tien jaar. Iedereen kent het begrip the earth overshoot day wel – die dag is in Nederland ergens eind april – en dat zegt dat wij interen op de reserves van toekomstige generaties. 

Is het moeilijk om iedereen mee te krijgen in het bedrijf? 

“Er gaat weinig vanzelf, dat geldt ook voor ons. Wij zijn een productiebedrijf, een groot aantal van onze collega’s staat aan de productielijn. Die bereik je niet eenvoudig, maar sinds het begin van corona geven we al twee jaar lang heel veel webinars. Die kunnen over organisatorische en productgerelateerde vraagstukken gaan, maar gaan ook heel veel over duurzaamheidsvraagstukken. Het mooie aan webinars is dat ze heel toegankelijk zijn – even drie kwartier of een uurtje op vrijdagmiddag – en dat een collega iets vertelt. We doen vrijwel elke maand een duurzaamheidswebinar en onze CEO geeft daarbij altijd de aftrap. Die legt uit waarom een bepaald onderwerp van belang is voor Verstegen. Verder werken we met MVO-ambassadeurs. Dat zijn mensen uit alle geledingen van het bedrijf; die hebben zelf hun vinger mogen opsteken en zijn aan de slag gegaan met bepaalde onderwerpen, zoals MVO en vergroening, MVO en afval, MVO en de klant. Er gaat nu ook een groepje starten met MVO en mobiliteit. Die groepjes komen bij elkaar, wij faciliteren dat en twee keer jaar houden we een grote bijeenkomst, waar wederom de CEO zegt waarom MVO zo belangrijk is. Het is herhalen, herhalen, herhalen.” 

Zijn er valkuilen? Liep Verstegen tegen dingen aan waar u achteraf van dacht: dat hadden we nou net even anders moeten aanpakken? 

Met een glimlach: “Dat is best een gemene vraag. Maar we zijn weleens een project gestart dat niet helemaal liep zoals het moest, maar om dat nou een valkuil te noemen. Het is meer dat we ervan hebben geleerd. Wat mijn eigen valkuil is, en dat is ook wel een beetje des Verstegens: we hebben nogal de neiging om alles op te pakken en weinig te focus sen. En dat focussen is wel van belang, daar zijn trouwens heel mooie gereedschappen voor. Je kunt gebruikmaken van certificering, bijvoorbeeld op productniveau (denk aan Max Havelaar), maar je hebt ook certificering op bedrijfsniveau. In Nederland kan dat met de MVO Prestatieladder en internationaal kun je denken aan EcoVadis. Zo’n certificering biedt je een kapstok om de juiste vragen te stellen. Dat is heel praktisch en ik denk dat de due-dilligencewetgeving ook wel de nodige tools gaat opleveren.”

Verstegen werkt veel met lokale, kleine ondernemers. Is het te doen om elke boer in het Verre Oosten bij wijze van spreken te kennen? 

“Dat is wel ons streven. We zijn daar al een aantal jaren mee bezig, om te kijken hoe wij die boeren kunnen benaderen. Maar ja, tussen ons en die boer zitten behoorlijk wat stakeholders. Het tweede probleem wat speelt is dat heel veel van onze producten van smallholders komen, van niet al te grote plantages. Er is daar geen management, je kunt niet even met de CEO praten. Het zijn eerder bijna keuterboertjes. Dan is het echt een uitdaging om goed contact met ze te krijgen. We doen dat samen met ngo’s. Samenwerking in de keten is erg belangrijk, en wij maken gebruik van verschillende mogelijkheden. We kijken hoe we bijvoorbeeld blockchain kunnen gebruiken, maar onderzoeken ook het inzetten van satellieten en geodata. We trainen de boeren. Het gaat uiteindelijk allemaal om transparantie: we willen weten wie die boer of boerin is. Dan krijg je vaak de vraag: ‘Maar waarom dan?’ En dan zeg ik: ‘In elk geval om kennis te vergaren, om kennis te delen.’ Dat is superuitdagend, heel tof om ermee bezig te zijn. Al weet ik ook dat er geen eind aan komt.” 

Veel bedrijven staan huiverig tegenover duurzaamheidsbeleid, bang als ze zijn voor hun concurrentiepositie, nationaal en internationaal. Wat zegt u tegen hen? 

“Ik denk daar twee dingen van. Ten eerste, als je het niet doet, verlies je als ondernemer over een paar jaar je license to operate. Daar ben ik echt van overtuigd. Je bestaansrecht gaat verdwijnen als je duurzaamheid niet goed oppakt. Het wordt een voorwaarde. En ten tweede is er de wetgeving. Natuurlijk moet de wens om duurzaam te handelen vooral uit het hart komen, maar de wetgeving helpt wel een handje als dat niet het geval is. Ik denk dat uiteindelijk klanten Verstegen hiervoor gaan opzoeken; wij gaan straks een deel van de oplossing zijn en niet meer onderdeel van het probleem. We zien nu al dat in de strijd om talent jongeren voor ons kiezen. Dat is leuk om te zien.” 

Doet Nederland het een beetje goed op de Europese IMVO-ladder? 

“Wij denken in Nederland algauw dat we enorm vooroplopen, maar dat is helemaal niet zo. In Engeland, Frankrijk en Duits land zijn ze veel verder, zeker met wetgeving. Maar als we hier de due-dilligencewetgeving snel oppakken, zoals De Bruijn heeft aangegeven, maken we meteen grote stappen. Die wetgeving gaat trouwens best ver, ook kleine bedrijven in het mkb zullen ermee aan de slag moeten. De invoering is al in 2023, dat is dichterbij dan je denkt. We staan pas aan het begin, er staat ons nog heel wat te wachten, maar er is voor geen enkel bedrijf een excuus om er niet mee aan de slag te gaan. Al is het maar omdat er wetgeving aankomt die dat gaat regelen. Dan kan het geen kwaad dat je er alvast mee bent begonnen.”

Dit artikel is ook verschenen in globe, het vakblad voor internationaal ondernemen van evofenedex.
 

Vragen over internationaal ondernemen?

Alice en haar collega's helpen je graag verder

Alice evofenedex