skipToContentskipToFooter

25-06-2025

Nieuw maatregelenpakket maakt ondernemen over grens eenvoudiger

N

Nu exporteren door alle handelsoorlogen en geopolitieke disrupties er niet makkelijk op geworden is, ligt het voor de hand meer afzetmogelijkheden te zoeken in de Europese Unie. Zeker nu Brussel de talloze handelsbarrières tussen de lidstaten wil aanpakken om tot een echte interne markt te komen.

De Europese Unie (EU) moet op eigen benen staan en hard werken aan het herstel van haar concurrentiekracht. Dat is de harde les die Europa de afgelopen jaren heeft geleerd en dankzij het handelsbeleid van de Amerikaanse president Donald Trump actueler is dan ooit. Een oerwoud aan regels staat daarbij in de weg, maar de Europese Commissie (hierna Commissie genoemd) werkt hard aan vereenvoudigingsvoorstellen.

Onder de naam ‘Omnibus Simplification Package’ zijn inmiddels meerdere voorstellen verschenen (zie kader) om de administratieve lasten voor bedrijven in de EU met 25 procent te verminderen. Voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) is het doel zelfs een verlichting van 35 procent.

Overzicht Omnibus Simplification Package

Omnibus I

Vereenvoudiging van ketenduurzaamheidswetgeving zoals CSRD.

Omnibus II

Vereenvoudiging van EU-investeringsprogramma’s zoals Invest EU.

Omnibus III

Vereenvoudiging van regels voor agrarische bedrijven.

Omnibus IV

Vereenvoudiging van regels voor zakendoen op interne markt, gericht op bedrijven tussen mkb en grootbedrijf in.

'Terrible ten'

Omnibus IV is eind mei 2025 samen met de nieuwe interne marktstrategie gepresenteerd en moet het functioneren van de interne markt flink verbeteren. De voorgestelde maat­regelen zijn vooral bedoeld om ondernemers te helpen die in meerdere EU-lidstaten actief zijn, maar daar nu nog vastlopen door uiteenlopende regels per land. De Commissie baseert haar voorstellen op de signalen van duizenden bedrijven uit de EU. Die wezen tien veelvoorkomende obstakels (de terrible ten) aan voor grensoverschrijdend ondernemen.

Zo is er een versnippering van nationale regels, wat het voor bedrijven ingewikkeld maakt om aan uiteenlopende eisen te voldoen. Daarnaast zorgen verschillen in verpakkings- en etiketteringseisen tussen lidstaten voor extra kosten en inspanningen. De beperkte erkenning van beroepskwalificaties is ook een groot obstakel; professionals hebben vaak moeite hun vaardigheden en diploma's in andere landen erkend te krijgen. Verder bemoeilijken ingewikkelde registratieprocedures in bepaalde lidstaten het starten en uitbreiden van een bedrijf aanzienlijk.

Overbodige eisen rond gegevensbescherming voegen een extra laag complexiteit toe, terwijl certificeringskosten per lidstaat voor bedrijven een financiële barrière vormen. Detachering van personeel wordt vaak bemoeilijkt door bureaucratische hindernissen. En ondernemers ervaren territoriale beperkingen bij aanbestedingen, waardoor hun mogelijkheden worden beperkt. Daarbij komt dat slechte of ontbrekende digitale procedures het bedrijfsleven verder frustreren. Tot slot vormt de traagheid bij het oprichten van een bedrijf in bepaalde lidstaten een flinke belemmering voor ondernemers die snel willen handelen op de interne markt.

Het digitaal productpaspoort is overduidelijk een van digitale tools waar de EU veel van verwacht

Elmar Otten

Senior beleidsadviseur Internationaal Ondernemen bij evofenedex.

custom

De Nederlandse export is overwegend gericht op de EU: 70 procent gaat naar andere Europese landen (waarvan ruim twee derde doorvoer of wederuitvoer is). Dat kan ten onrechte de verwachting wekken dat exporteurs wel ‘klaar’ zijn in de EU en dat hun groeikansen vooral elders in de wereld liggen. Dat is niet zo. Dat het loont om de interne markt te verbeteren, laat de Commissie zien met een concreet voorbeeld: een stijging van 2,4 procent van de handel in de EU zou een exportdaling van 20 procent naar de VS compenseren. In het onderzoek Trends in Export, dat evofenedex jaarlijks met Atradius verricht, noemen exporteurs al jaren Europa als kansrijkste groeiregio voor de (middel)lange termijn. Maar dan moet Europa wel de eerdergenoemde obstakels aanpakken.

Meer ruimte voor ondernemen

Uit Trends in Export blijkt ook dat bedrijven in de hoogste omzetklasse (meer dan 250 miljoen euro per jaar) als enige groep meer omzet buiten dan binnen de EU halen, namelijk 52 procent. Het zijn vooral de bedrijven in de klasse daaronder die op export naar andere lidstaten leunen. Met die kennis in het achterhoofd is het niet vreemd dat de Commissie een nieuwe categorie bedrijven introduceert om gericht beleid daarvoor te voeren: de zogenoemde small mid-caps. Dit zijn ondernemingen met minder dan 750 medewerkers en een omzet tot 150 miljoen euro. Voor deze groep komen er versoepelde regels, bijvoorbeeld op het gebied van gegevensbescherming. Organisaties met minder dan 750 medewerkers zouden geheel worden vrijgesteld. Momenteel ligt de drempel bij 250 medewerkers. Alleen bij risicovolle gegevensverwerking blijven uitgebreide documentatie-eisen gelden. Dat is vooral interessant voor dienstverleners die in meerdere landen actief zijn. Naar schatting profiteren zo’n 38.000 ondernemingen van de verlichting van de regels.

Exporteurs noemen Europa al jaren als kansrijkste groeiregio voor de (middel)lange termijn

De Commissie wil ook de wetgeving voor producteisen moderniseren en harmoniseren, waarbij ze sterk kijkt naar digitale oplossingen. Zo wordt het mogelijk om consumenteninformatie op producten beschikbaar te stellen via een QR-code en digitale bijsluiter. Fabrikanten en retailers hoeven daardoor niet langer voor elke lidstaat een andere verpakking te ontwerpen. Op termijn wil de Commissie ook meer functies toevoegen aan het nieuwe digitaal productpaspoort (DPP), zodat bedrijven eenvoudig kunnen aantonen dat ze ook op andere gebieden aan Europese regels voldoen. Digitaal wordt voortaan de standaard. Het DPP is overduidelijk een van digitale tools waar de EU veel van verwacht, aangezien we het ook zien terugkomen in andere regel­geving zoals de Uitgebreide Producenten­verantwoordelijkheid en de vernieuwde Ecodesign-regeling.

Productspecificaties

Momenteel geldt er lang niet voor elk product geharmoniseerde EU-standaarden. Ondernemers moeten dan dure en complexe procedures doorlopen om per lidstaat aan te tonen dat hun producten voldoen aan de wet. De Commissie wil dat oplossen door EU-productspecificaties als wettelijk erkende terugvaloptie in te voeren.

Een ander voorstel van de Commissie is om de regels voor import en export van fluorhoudende gassen te versoepelen. Ook krijgen bedrijven meer tijd om zich aan te passen aan de nieuwe batterijverordening door de deadline op te schuiven van 2025 naar 2027. De formele uitleg over de due diligence-richtlijnen van de batterijverordening moet in 2026 gepubliceerd zijn.

Wat we niet moeten vergeten is dat veel regels waar ondernemers nu tegenaan lopen, voortkomen uit nationale regelgeving. Daarom vraagt de Commissie elk land om een single market sherpa aan te wijzen: een hoge vertegenwoordiger die samen met Europese collega’s werkt aan het wegnemen van nationale belemmeringen en het versterken van de interne markt.

Waar in de VS start-ups meteen in alle vijftig staten zaken kunnen doen, ligt dat in de EU volstrekt anders. Wie in de EU in meerdere lidstaten van start wil, komt in een complex doolhof terecht. Om de start van een bedrijf in meerdere landen makkelijker te maken, werkt de Commissie aan een voorstel voor een optioneel ‘28ste regime’. Onder dit regime kunnen ondernemers hun bedrijf digitaal volgens een gestroomlijnde procedure oprichten, zonder de nationale regels van elk afzonderlijk land te hoeven volgen. Onderdelen van het belasting-, arbeids- en faillissementsrecht zijn ook onderdeel van het voorstel. Het systeem werkt als een soort extra lidstaat, die als het ware boven de bestaande lidstaten hangt en daar doorheen werkt. Volgens onderzoek van de Commissie komt momenteel maar een op de tien unicorns (niet-beursgenoteerde startups met een waarde van meer dan een miljard euro) uit de EU. Het 28ste regime moet daar − samen met andere maatregelen − verandering in brengen.

De EU moet zich ook blijven inspannen om de handelsbetrekkingen buiten Europa te diversifiëren

De lappendeken aan regels en procedures in de EU maken het onnodig lastig voor ondernemers om over de grens te opereren. evofenedex wijst hier al jaren op, zowel in Den Haag als in Brussel. De noodzaak om van de interne markt echt één uniforme markt te maken is niet nieuw. Ook zijn de voorstellen niet het eerste programma van de Commissie om interne belemmeringen aan te pakken. Maar hopelijk weet de EU onder de geopolitieke druk vanuit onder andere de VS en China ditmaal wél door te zetten. Voor ondernemers die al jaren streven naar Europese schaalvoordelen, lijkt het Europese pakket perspectief te bieden. evofenedex blijft zich ervoor inzetten dat die plannen ook werkelijkheid worden.

Enige remedie

Tegelijk willen we benadrukken dat de EU zich ook moet blijven inspannen om de handelsbetrekkingen buiten Europa te diversifiëren. Handelsverstoringen, zoals momenteel door de onrust rond de importtarieven van de VS, zijn helaas het nieuwe normaal en blijven lastig te voorspellen. De enige remedie die helpt is de eigen ondernemingen flexibel in te richten, zodat die beter in staat zijn verstoringen het hoofd te bieden en kansen in het buitenland te pakken. Handelsverdragen helpen ondernemers om makkelijker markten buiten de EU te betreden. De wereld heeft geen muren nodig, maar bruggen. Ook in de Europese Unie zelf.

Goed om te weten!

evofenedex is ook een lobbyorganisatie. We behartigen de belangen van onze leden door te lobbyen in de regio, Den Haag en Brussel. We beïnvloeden maatschappij en beleid, voeren collectief actie en werken aan een sterke positionering van handel en logistiek.

Elmar Otten

Getty Images