Veilig werken met gevaarlijke stoffen met het STOP-principe
Werkgevers moeten maatregelen nemen om te zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
Veilig werken met gevaarlijke stoffen met het STOP-principe
20-02-2020 Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat zich in zijn campagne over veilig werken met gevaarlijke stoffen, die al enige tijd loopt, nu vooral richten op het creëren van bewustzijn in het mkb. Bijvoorbeeld door middel van het STOP-principe.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft in mei 2018 een campagne over veilig werken met gevaarlijke stoffen gelanceerd. Hiermee wil het ministerie aandacht vragen voor het omgaan op de werkvloer met stoffen die beroepsziekten tot gevolg kunnen hebben. De campagne, die duurt tot 2021, richt zich nu vooral op het creëren van bewustzijn in het midden- en kleinbedrijf. “We zien dat het mkb in het algemeen wat achterblijft in de naleving van de regels, in vergelijking met de grote bedrijven”, vertelt Henry Géron, coördinerend beleidsmedewerker Gezond en Veilig Werken van SZW.
STOP-principe
Een aanpak waarvoor gepleit wordt in de campagne, is het zogenoemde STOP-principe. Werkgevers moeten maatregelen nemen om te zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden van werknemers. De Arbowet bepaalt dat die maatregelen in een bepaalde volgorde moeten worden genomen. Dit wordt de arbeidshygiënische strategie genoemd, ofwel het STOP-principe, waarbij de S staat voor substitutie (vervanging), bijvoorbeeld een schadelijke stof vervangen door een veiliger alternatief; de T staat voor technologische maatregelen, bijvoorbeeld een afzuiginstallatie plaatsen; de O staat voor organisatorische maatregelen, bijvoorbeeld taakroulatie toepassen en de P ten slotte staat voor persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm’s), bijvoorbeeld ademhalingsbescherming toepassen.
CM-stoffen
De genoemde maatregelen moeten nadrukkelijk in deze volgorde worden uitgevoerd. De werkgever moet dus eerst de mogelijkheden van substitutie onderzoeken voordat besloten wordt technische of organisatorische maatregelen te nemen, laat staan het gebruik van pbm’s. Het is alleen toegestaan een niveau te ‘verlagen’ als daar goede (technische, uitvoerende of economische) redenen voor zijn.
Voor de carcinogene (kankerverwekkende) en mutagene stoffen (stoffen die het dna kunnen beschadigen), kortweg CM-stoffen, wordt deze strategie extra streng toegepast; een werkgever mag alleen een stap lager zetten als een hogere maatregel technisch niet uitvoerbaar is. Economische redenen mogen daarin geen rol spelen. Géron: “Bedrijven grijpen nu nog te makkelijk naar de laatste stap, persoonlijke beschermingsmiddelen, terwijl er bij het gebruik hiervan veel fout kan gaan, bijvoorbeeld dat een masker het gezicht niet goed afsluit.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in evofenedex magazine
Gerelateerde nieuwsberichten
evofenedex lanceert ADR-basistraining voor werken met gevaarlijke stoffen
28 juli 2025
Test: verzenden rookmelders met lithiumbatterijen luistert nauw
10 juli 2025
Proef op de som: versturen webshops polyesterhars ADR-proof?
7 juli 2025
Zoutzuur versturen? Dan moet écht alles kloppen volgens het ADR
30 juni 2025
ADR 2025 vanaf 1 juli 2025 verplicht voor gevaarlijke stoffen
27 juni 2025
Spuitbussen onherkenbaar als gevaarlijke stoffen in pakketjes van webshops
23 juni 2025
Webwinkels verzenden powerbanks soms zonder verplichte ADR-etiketten
16 juni 2025
Onderzoek evofenedex legt knelpunten bloot bij verzending gevaarlijke stoffen
12 juni 2025
Nederlandse vertaling ADR 2025 beschikbaar
11 juni 2025