skipToContentskipToFooter

Welke documenten heb je nodig voor lucht- en zeevracht en hoe ga je daar goed mee om?

13-08-2020 Als exporteur of importeur kun je te maken krijgen met het vervoeren van gevaarlijke stoffen door de lucht of over zee. Bij het onjuist invullen van de benodigde vervoersdocumenten, loop je het risico dat een zending geweigerd wordt terwijl deze al op een lucht- of zeehaven staat. Bovendien is het niet correct invullen van een vervoersdocument een overtreding van de vervoersvoorschriften. Besef vooral ook dat de betrokkenen bij een calamiteit alleen adequaat kunnen optreden als zij over de juiste informatie beschikken.

Luchtvervoer

Een in Nederland gevestigde onderneming mag alleen gevaarlijke stoffen voor luchtvervoer aanbieden als deze in het bezit is van een zogeheten A-erkenning. Hiervoor moeten een of meerdere medewerkers een opleiding volgen bij een gecertificeerd opleidingsinstituut, bijvoorbeeld evofenedex. De opleiding sluit af met een examen. Als een kandidaat dit examen met goed gevolg afsluit, kan deze met het examencertificaat de erkenning aanvragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.

De erkenning wordt afgegeven op naam van het bedrijf, niet op persoonlijke titel. Het certificaat is twee jaar geldig. Bij verlenging moet opnieuw examen gedaan worden. Medewerkers die een dergelijke opleiding hebben gevolgd én zijn geslaagd met een score van minimaal zeventig procent, mogen het vervoersdocument ondertekenen. Sommige bedrijven eisen van hun medewerkers een hoger scoringspercentage.

Dangerous Goods Declaration

Voor het verzenden van gevaarlijke stoffen via luchtvracht is een Dangerous Goods Declaration (DGD) van de International Air Transport Association (IATA) nodig. Dit Engelstalige formulier is te vinden bij de voorschriften en moet in het Engels worden ingevuld; aanvulling mag in een andere taal. Volgens de voorschriften moet het document in tweevoud worden aangeleverd. Hierbij geldt dat afwijkingen mogelijk zijn en dat het in vijfvoud moet zijn opgemaakt. De DGD moeten de volgende zaken van boven naar beneden vermelden:

  1. Gegevens afzender en ontvanger, en aanduiding van het aantal bladzijden. Mogen de goederen met een passagiersvliegtuig (PAX) worden vervoerd of alleen met een vrachtvliegtuig (CAO)? Let erop dat je sommige producten niet met een passagiersvliegtuig mag vervoeren, of dat de hoeveelheid per verpakking te veel is voor een passagiersvliegtuig;
  2. De luchthavens van vertrek en aankomst (optioneel). Ook of de zending wel of geen radioactieve stoffen bevat, moet worden weergegeven;
  3. UN-nummer (of ID-nummer), vervoersnaam (indien relevant de technische naam), (sub)klasse-aanduiding, bijkomend gevaar (indien relevant) en verpakkingsgroep (indien relevant);
  4. Het verplicht vermelden van de technische naam wordt in de stoffenlijst niet zichtbaar gemaakt door een bijzondere bepaling maar weergegeven door middel van een asterisk (sterretje) pal achter de vervoersnaam. De vervoersnaam staat vetgedrukt in de voornoemde lijst;
  5. De omschrijving van het aantal en soort verpakkingen met de netto-inhoud in liters of kilogrammen. Een enkele keer moet het bruto-gewicht (gross weight) worden weergegeven. Dit staat dan vermeld in de stoffenlijst (blauwe lijst) door middel van de G-aanduiding;
  6. Wanneer de zending een gezamenlijke verpakking of een oververpakking betreft, moet dit op een specifieke wijze worden weergegeven in de DGD;
  7. Na de omschrijving van de hoeveelheden en de type verpakking volgt de code voor de verpakkingsinstructie. Deze is altijd driecijferig en bij het vervoer van gelimiteerde hoeveelheden oftewel ‘limited quantities’ staat er een ‘Y’ voor de verpakkingsinstructie. Bijvoorbeeld Y644, de verpakkingsinstructie voor vaste giftige stoffen van verpakkingsgroep II;
  8. Naast de standaardinformatie staat er ook aanvullende informatie op het vervoersdocument, zoals het weergeven van de sectieaanduiding voor batterijen. Dit geldt alleen voor een specifieke sectie. Maar ook als de gevaarlijke stoffen onder een ontheffing worden vervoerd;
  9. Daarnaast kan het zo zijn dat het 24-uursnoodnummer vereist is op het vervoersdocument;
  10. Nadat alle informatie over gevaarlijke stoffen is weergegeven, moet het document worden ondertekend met de naam van de ondertekenaar, de datum van ondertekening en zijn handtekening.

gevaarlijke stoffen

Zeevervoer

Het vervoersdocument voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen over zee kan uit een willekeurig formulier bestaan, mits dit alle informatie bevat die volgens de International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG-code) relevant is. In de praktijk wordt vaak gebruikgemaakt van het Multimodal Dangerous Goods Form (MDGF), oftewel het multimodale vervoersdocument voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit document is te vinden in de IMDG-code en was oorspronkelijk bedoeld voor alle vervoerstakken. Het wordt nu alleen nog gebruikt voor zeevervoer. Natuurlijk mag je ook het gewone vervoersdocument voor het zeevervoer van de International Maritime Organization (IMO) gebruiken. Het is niet vastgelegd in welke taal het vervoersdocument moet worden opgesteld, vaak gebeurt dit in het Engels. Een aantal opvallende zaken bij de documentatie voor het zeevervoer zijn:

  1. Het vermelden van het vlampunt bij brandbare vloeistoffen als het vlampunt van de stof ≤ 60 graden Celsius bedraagt. Het vlampunt is te herleiden via het veiligheidsinformatieblad. Het betreft de gesloten-kroesaanduiding (c.c.);
  2. De Fire and Spill codes oftewel F- en S-codes. Deze staan weergegeven in de stoffenlijst. Bij brand of lekkage van de gevaarlijke stoffen weet de bemanning dan precies welke maatregelen zij moet nemen. Opvallend is dat deze codes niet vereist zijn. Het betreft in dit geval een aanbeveling;
  3. Bij vervoer van gelimiteerde hoeveelheden moet de volgende tekst op het vervoersdocument staan: ‘limited quantity’ of de afkorting ‘LTD QTY’;
  4. Wanneer er op één vervoersdocument zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke stoffen worden vervoerd, dan moeten de gevaarlijke als eerste worden weergegeven, of duidelijk herkenbaar zijn op het document.

Stofgebonden informatie

Voor alle vervoerstakken geldt de vermelding van stofgebonden informatie. Zoals dit woord al aangeeft, gaat het hier om de specifieke bijzonderheden voor een aantal gevaarlijke stoffen. Per vervoerstak is dit terug te vinden in de voorschriften. Denk hierbij aan de controletemperatuur en kritieke temperatuur voor zelfontledende stoffen, of een naam en telefoonnummer van een verantwoordelijk persoon voor het vervoer van klasse 6.2, infectueuze stoffen. Maar ook of een product marine-milieuverontreinigend is. Voor dit laatste geldt dat er in de stoffenlijst van de IMDG in kolom 4 een ‘P’ staat weergegeven. Als de afzender weet dat het om een marine-milieuverontreinigende stof gaat, dan moet hij dit weergeven op het vervoersdocument.

IATA en ICAO

Bij het vervoeren van gevaarlijke stoffen door de lucht krijg je vaak te maken met regelgeving van de International Air Transport Association (IATA). Deze is in 1945 opgericht als handelsorganisatie met als doel te functioneren als een samenwerkingsorgaan tussen alle aangesloten luchtvaartmaatschappijen.

De International Civil Aviation Organization (ICAO) is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. Deze heeft als doel principes en standaarden voor de internationale luchtvaart op te stellen ter verbetering van het luchtverkeer. De ICAO Technical Instructions (TI) is de wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht. De IATA Dangerous Goods Regulations (DGR) kan worden beschouwd als een handboek dat door iedereen gebruikt wordt. De IATA DGR hanteert alle voorschriften die in de ICAO TI zijn opgesteld. De ICAO TI wordt gebruikt door de Inspectie Leefomgeving en Transport.

IMDG

De International Maritime Dangerous Goods Code oftewel Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee, is een van de codes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee. Deze waarborgt de veiligheid van het schip, de lading en de bemanning bij het vervoeren van gevaarlijke stoffen.