China Plus One blijft aantrekkelijk
Ondanks nieuwe Amerikaanse importheffingen blijft spreiding van productie naar Zuidoost-Azië logisch
Met de nieuwe importheffingen van de Verenigde Staten (VS) lijkt het China Plus One-model onder druk te staan. De regering van president Donald Trump heft nu ook tarieven op producten uit landen als Vietnam (20 procent), Thailand, Indonesië en Maleisië (19 procent). Voor producten uit Myanmar en Laos geldt zelfs een tarief van 40 procent. Toch blijven bedrijven hun productie spreiden. Daarvoor zijn drie duidelijke redenen: hogere tarieven op Chinese goederen, toenemende geopolitieke risico’s en stijgende Chinese arbeidskosten.
Tarieven en geopolitiek
De Amerikaanse tarieven op Chinese producten zijn verder verhoogd tot 30 procent, bovenop eerdere invoerrechten. Daarnaast stapelen heffingen op Chinese producten zich vaak op, waar dat voor andere landen niet het geval is. Zo behouden veel andere Aziatische landen uitzonderingen voor sectoren als consumentenelektronica, farmaceutische producten en luchtvaartonderdelen. Hierdoor blijven ze concurrerend.
Benieuwd wat de nieuwste trends en kansen zijn op het gebied van export? Kom dan naar het Nationaal Export Event 2025, dé plaats waar exportprofessionals kennis delen en ervaringen uitwisselen. Het thema van dit jaar is ‘Grip op groei’.
Westerse bedrijven willen hun afhankelijkheid van China verkleinen. Het land gebruikt zijn economische macht immers steeds vaker als drukmiddel. Bijvoorbeeld via exportbeperkingen van kritieke grondstoffen. De Chinese Communistische Partij vergroot ook haar invloed op particuliere bedrijven, wat buitenlandse ondernemingen kwetsbaarder maakt.
Arbeidskosten en regionale samenwerking
De loonkosten in China blijven stijgen. In de maakindustrie ligt het gemiddelde maandloon boven 1100 dollar, tegenover minder dan 350 dollar in Vietnam en zelfs minder dan 200 in Indonesië. Daarmee blijven landen in Zuidoost-Azië aantrekkelijk voor arbeidsintensieve productie.
Tegelijkertijd verstevigt de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) haar interne markt. Het nieuwe strategisch plan 2026–2030 richt zich op harmonisatie van regelgeving en sterkere regionale waardeketens. Ook het handelsakkoord ACFTA 3.0 moet de handel tussen de ASEAN-landen en China verder versoepelen.
Geloofwaardig alternatief
Ondanks de hogere Amerikaanse importheffingen blijft Zuidoost-Azië dus een geloofwaardig alternatief voor productie in China. De regio combineert lagere kosten met groeiende integratie en biedt bedrijven de mogelijkheid hun toeleveringsketens veerkrachtiger te maken in een steeds meer verdeelde wereld.
Dit artikel is een samenvatting van het artikel dat is verschenen in magazine Globe oktober 2025. Lees het volledige artikel hier.
Vragen over internationaal ondernemen?
Alice en haar collega's helpen je graag verder
