skipToContentskipToFooter

Handel met Nieuw-Zeeland zal naar verwachting met 30 procent toenemen

01-07-2022 De Europese Unie en Nieuw-Zeeland hebben gisteren hun onderhandelingen over een handelsovereenkomst afgerond. Deze biedt aan beide kanten grote kansen voor bedrijven en consumenten. evofenedex benadrukt dat Nederland als open economie baat heeft bij wereldwijde gereguleerde handel; dit met oog op het belang van een gelijk speelveld.

De bilaterale handel in goederen tussen de Europese Unie (EU) en Nieuw-Zeeland is afgelopen jaren gestaag gegroeid tot bijna 7,8 miljard euro in 2021. De EU is momenteel de op twee na grootste handelspartner van Nieuw-Zeeland. Naar verwachting zal de handel dankzij de nieuwe overeenkomst met 30 procent toenemen. Dankzij het afschaffen van tarieven besparen bedrijven jaarlijks bovendien 140 miljoen euro. Ook zit in het verdrag bescherming van gevoelige goederen met tariefcontingenten, en bescherming van namen van Europese producten; zoals diverse wijnen en kaassoorten. De overeenkomst met Nieuw-Zeeland is dan ook een belangrijke stap voorwaarts.

Impact op verduurzaming

De handelsovereenkomst bevat ook de meest ambitieuze duurzaamheidsverbintenissen in een dergelijke overeenkomst ooit. Vorige week werd de nieuwe aanpak voor duurzaamheidshoofdstukken in handelsverdragen door de Europese Commissie gepubliceerd en deze zijn nu al in de nieuwe overeenkomst verwerkt. Dit betekent dat er handelssancties kunnen worden opgelegd als sprake is van aanzienlijke schendingen van de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs, en van ernstige schendingen van fundamentele arbeidsnormen. Voor geschillenbeslechting over duurzaamheidskwesties gelden speciale transparantievereisten, waaronder de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in verschillende stadiums van het proces.

Ratificatie en inwerkingtreding

De onderhandelingen begonnen in juni 2018 en vonden plaats in twaalf ronden. De handelsovereenkomst kan na akkoord van de Europese Raad en het Europees Parlement, en ratificatie door Nieuw-Zeeland direct in werking treden. Omdat investeringsbescherming geen onderdeel uitmaakt van het verdrag, valt dit binnen de exclusieve competentie van de EU en hoeven de lidstaten het verdrag niet individueel te ratificeren.