skipToContentskipToFooter

Bestelauto straks 11.000 euro duurder

14-09-2022 De bpm-vrijstelling voor bestelauto’s dreigt te worden afgeschaft en dat heeft grote financiële gevolgen voor bestelauto-eigenaren. Bovendien blijven ondernemers dan langer doorrijden in hun oude voertuig. evofenedex is, samen met onder meer MKB Nederland en VNO-NCW, daarom fel tegen het introduceren van deze ‘luxebelasting’.

Wie zijn bestelauto straks wil vervangen voor een nieuw exemplaar, moet mogelijk gemiddeld 11.000 euro meer aftikken dan nu. De verwachting is dat veel van de bestelautobezitters de aanschaf van een schoner fossiel aangedreven exemplaar uitstellen als het kabinet de bpm-vrijstelling voor nieuwe, fossiel aangedreven bestelauto’s de komende jaren afschaft. Binnenkort verschijnen de resultaten van een recente enquête van evofenedex, MKB Nederland, VNO-NCW, BOVAG, RAI Vereniging, TLN, Bouwend Nederland, Techniek Nederland en VNA, die is gehouden onder een kleine duizend ondernemers, onder wie leden van evofenedex.

Rijdende gereedschapskist

Met name de groep bestelautobezitters voor wie een elektrisch aangedreven alternatief ontbreekt, zal waarschijnlijk niet van plan zijn te investeren in een schonere auto als de plannen van het kabinet doorgaan. Volgens deze plannen wordt de vrijstelling van de bpm-afdracht voor bestelauto’s met een fossiele verbrandingsmotor tussen 2024 en 2026 geleidelijk afgeschaft. De fiscus heft deze ‘luxebelasting’ nu niet op bestelauto’s, omdat ondernemers hun bestelauto gebruiken als gereedschapskist en nodig hebben voor hun bedrijfsvoering. Circa twee derde van alle bestelauto’s is in gebruik bij mkb-bedrijven die over maximaal vijf bestelauto’s beschikken.

Directeur Machiel van de Kuijl van evofenedex snapt dat het kabinet op zoek is naar geld. “Het zijn uitdagende tijden, en de situatie in de wereld vraagt om extra investeringen in defensie, gezondheidszorg en klimaat. Maar een luxebelasting heffen op een productiemiddel is het paard achter de wagen spannen.” 

Wij hopen dat de Tweede Kamer de kabinetsplannen rond de bpm tegenhoudt. Daarom heeft evofenedex, samen met de andere organisaties, eerder een petitie aangeboden aan een delegatie van Kamerleden die zich met dit dossier bezighoudt, om de zorgen over de plannen te uiten.

Verduurzaming

Het kabinet moet juist nu in crisistijd ondernemers zien als partners om te verduurzamen. “De komende jaren zijn cruciaal om de transitie naar duurzame, emissievrije bestelauto’s verder in gang te zetten. De beschikbaarheid van bestelauto’s met voldoende laadvermogen en voldoende actieradius moet beter. En tegelijkertijd moeten de laadinfrastructuur en de beschikbaarheid van laadpunten flink worden uitgebreid”, legt Van der Kuijl uit. “Hierop moet worden ingezet. Ondernemers zijn overtuigd van de noodzaak tot verduurzaming en willen hieraan graag meewerken. Het kabinetsbeleid moet erop gericht zijn om deze transitie - met name ook voor de ondernemers - mogelijk te maken.”

Door het schrappen van de bpm-vrijstelling dreigt echter het tegenovergestelde te gebeuren. De verwachting is dat ondernemers het verduurzamen van hun wagenpark dan uitstellen -  iets wat het kabinet juist níet als doel voor ogen heeft.

“De oudere, meer vervuilende bestelauto’s rijden langer door, waardoor de milieudoelen minder snel worden gehaald dan mogelijk is. Bovendien loopt de schatkist dan inkomsten mis”, schetst Marco Wiesehahn, beleidssecretaris bij MKB Nederland en VNO-NCW. Naast evofenedex, MKB-Nederland en VNO-NCW zijn ook BOVAG, RAI Vereniging, TLN, Bouwend Nederland, Techniek Nederland en VNA betrokken bij de actie om de afschaffing van de bpm-vrijstelling te voorkomen.

Lastenverzwaring

Zoals de plannen er nu voorliggen, krijgen ondernemers te maken met een lastenverzwaring van 2,2 miljard euro over vier jaar. “Dat is een hard gelag”, aldus Wiesehahn. “Ondernemers hebben het al zwaar door de oplopende inflatie en energiekosten. En ook de inkoopkosten en personeelskosten lopen op.”

Van der Kuijl hoort dezelfde zorgen bij de leden. “Die combinatie van oplopende kosten zorgt ervoor dat bedrijven er niet voor zullen kiezen om hun wagenpark te verduurzamen, maar juist om die langer in stand te houden. Deze ontwikkeling zal niet bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen en zal ertoe leiden dat het beoogde resultaat voor de schatkist achterblijft. Een bestelauto is geen luxeproduct, maar een noodzakelijk voertuig om het werk te kunnen uitvoeren. Een luxebelasting hoort dus niet thuis op een bestelauto.”

Een ondernemer die straks zijn bestelauto gaat vervangen, is gemiddeld zo’n 11.000 euro meer kwijt dan nu. “Dat zijn forse bedragen, zeker als je een wagenpark hebt met meerdere auto’s”, aldus Wiesehahn. “Bovendien loopt dat voor grotere bestelauto’s op tot meer dan 20.000 euro. En juist voor die categorie is er geen elektrisch aangedreven alternatief. Die bestelauto’s worden vaak gebruikt voor langere afstanden en de actieradius is nu nog erg beperkt. Bovendien is er nog geen volwaardig netwerk van laadpalen. Hierdoor is zo’n voertuig geen redelijk alternatief. Het gevolg is dat die ondernemer blijft doorrijden in een ouder, vervuilender exemplaar totdat er wellicht in de toekomst wel een alternatief is. 

Klimaatdoelen

Volgens Van der Kuijl is de praktijk een stuk weerbarstiger dan de Haagse werkelijkheid. “Initiatieven die bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen kunnen rekenen op volledige steun van onze vereniging. Wij zijn een groot voorstander van verduurzaming. Maar het afschaffen van de vrijstelling voor de bpm op dieselbestelauto’s leidt niet tot het gewenste resultaat, oftewel het versneld behalen van de klimaatdoelen. Het is vooral een enorme kostenverhoging voor ondernemers.” 

Van der Kuijl wijst, net als Wiesehahn, erop dat er voor veel ondernemers nog helemaal geen volwaardig, duurzaam alternatief vervoermiddel beschikbaar is op de markt. “Veel aannemers, metselaars, onderhoudsmonteurs, schilders en bijvoorbeeld marktkooplieden maken met hun bestelauto veel kilometers. Het beperkte laadvermogen is vooral een probleem voor ondernemingen die hun goederen landelijk of internationaal vervoeren. Vooral voor ondernemers die hun bestelauto vaak zwaar beladen en/of grote afstanden moeten afleggen, zijn de nog vaak kleinere actieradius en het ontbreken van een robuust snellaadnetwerk beperkende factoren. Hierdoor is het voor deze ondernemers, onder wie veel van onze leden, nog niet mogelijk met een elektrische bestelauto te werken.”

Wiesehahn blijft, samen met evofenedex en alle andere partijen, werken aan alternatieve oplossingen totdat het kabinet alsnog in beweging komt. “We blijven de komende tijd het gesprek aangaan met het kabinet en de vakdepartementen om te voorkomen dat de vrijstelling op de bpm voor bestelauto’s wordt afgeschaft. Want vanuit alle hoeken bezien is dit een maatregel die niet werkt.”