skipToContentskipToFooter

Serie | ABC-leveringen en btw bij dropshipments (2)

06-05-2019 In het eerste deel uit de serie Dropshipments is uitgelegd wat internationale dropshipments zijn: rechtstreekse leveringen van een buitenlandse leverancier of productievestiging aan klanten wereldwijd. In dit artikel gaan we in op de btw-consequenties van grensoverschrijdende dropshipments, waarbij goederen van de ene naar de andere EU-lidstaat worden vervoerd.

Als een onderneming goederen inkoopt bij een leverancier en hem verzoekt deze rechtstreeks af te leveren bij zijn eigen afnemer, is dat voor de btw een ABC-transactie. In zo’n transactie is C de eindafnemer, B is de leverancier van C en A is weer de leverancier van B. Terwijl de goederen rechtstreeks van A naar C gaan (een dropshipment), volgt de factuurstroom de route A, B, C.

Een voorbeeld

Stel, er is een sinaasappelboer A, in Spanje, die zijn sinaasappelen verkoopt aan handelaar B in Frankrijk. B verkoopt de sinaasappelen weer door aan een Nederlandse marktkoopman (C). De goederen worden direct vanuit Spanje naar de marktkoopman in Nederland vervoerd. Van A naar C dus. Omdat er slechts één grensoverschrijdende goederenbeweging plaatsvindt, is er ook sprake van maar één intracommunautaire levering (ICL). Op papier zijn er echter twee leveringen, die tweede wordt gezien als een lokale levering. Welke levering nu de ICL is en welke de lokale levering, is afhankelijk van de vraag aan welke levering het transport is toe te wijzen; aan de levering A-B of aan B-C. De levering waaraan het transport is toe te wijzen is de ICL.

Moet schakel B zich registreren voor de btw in het buitenland?

Beide opties zijn administratief complex. In het eerste geval (transport van A-B) doet de boer een ICL vanuit Spanje en doet B een intracommunautaire verwerving (ICV) in Nederland om vervolgens de sinaasappelen lokaal te leveren aan de marktkoopman. Om de verwerving in Nederland te kunnen aangeven zou de Franse handelaar B zich in deze situatie voor de btw moeten registeren in Nederland.

In het tweede geval (transport van B-C) levert A lokaal de sinaasappelen in Spanje met Spaanse btw en is het B die de ICL doet vanuit Spanje. Marktkoopman C geeft een ICV aan in zijn lokale btw-aangifte. B moet zich in dit geval in Spanje voor de btw registreren om de ICL aan te geven.

De Franse sinaasappelhandelaar B zou zich in beide situaties dus altijd in een andere lidstaat voor de btw moeten registreren. Om dit te voorkomen is een vereenvoudigingregeling ingesteld.

De vereenvoudigde ABC-levering

Door de toepassing van de vereenvoudigingsregeling hoeft de Franse sinaasappelhandelaar zich niet te registeren voor de btw in het land van A of C. Het werkt als volgt:

Levering A-B

  • A factureert een ICL aan B en geeft deze aan in zijn lokale btw-aangifte en opgaaf ICP;
  • B geeft nergens een ICV aan.

Levering B-C

  • B factureert ‘btw verlegd’ aan C onder zijn lokale btw-nummer (in het voorbeeld met de sinaasappelhandelaar dus zijn Franse btw-nummer) en geeft deze aan in zijn lokale btw-aangifte (per lidstaat verschilt het of deze wordt aangegeven als ICL of bij een speciale rubriek btw verlegd) en in de opgaaf ICP (bij een speciale rubriek);
  • B verwijst op zijn factuur naar het toepassen van deze vereenvoudigingsregeling door het noemen van de artikel 141 btw-richtlijn;
  • C geeft in zijn lokale btw-aangifte een lokale aankoop aan waarbij de btw-plicht naar C verlegd is.

Struikelblokken

Voor het toepassen van de vereenvoudigde ABC-levering moet aan bepaalde voorwaarden voldaan worden. Deze kunnen verschillen per lidstaat. De keten van leveringen bestaat uit drie partijen, maar Duitsland en Oostenrijk zijn uitzonderingen, aangezien zij in sommige situaties meer dan drie partijen toelaten. Stel, er is sprake van een ABCDE-transactie, dan maken CDE gebruik van de vereenvoudiging en factureren A en B een lokale levering in het land van C, terwijl de goederen direct van A naar E vervoerd worden.

Nog een struikelblok: vaak mag partij C niet de partij zijn die het transport regelt en heeft de lidstaat waar A of C zijn gevestigd regels over het wel of niet btw-geregistreerd mogen zijn van partij B in de lidstaat van aankomst of vertrek.

Per lidstaat kan het ook verschillen of de partijen A, B en C in verschillende lidstaten gevestigd moeten zijn of alleen een btw-nummer in drie verschillende lidstaten hoeven te hebben. Volgens recente jurisprudentie van het Hof van Justitie (zaak Bühler) is het niet van belang waar de ondernemingen gevestigd zijn. Dit kan ook buiten de Europese Unie zijn.

Zolang A onder een btw-nummer van het land van vertrek factureert, C onder het btw-nummer van het land van aankomst de goederen afneemt en B een btw-nummer gebruikt uit een derde lidstaat, kan de vereenvoudigingsregeling toegepast worden. Hoewel de vereenvoudigingsregel het leven dus eenvoudiger kan maken is wel heel belangrijk om na te gaan wat de voorwaarden in de betrokken lidstaten zijn om deze toe te passen.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in globe magazine en geschreven door Ariane van den Berg en Florian Bijvank. Zij zijn beide werkzaam bij VAT Institute en specialist in internationale btw-kwesties.


Iedere exportorganisatie is uniek. Daarom is diepgaande kennis van de leveringscondities, betalingscondities en douanezaken een vereiste om exporttransacties zo efficiënt mogelijk af te wikkelen. Ook het effectief communiceren met buitenlandse klanten en relaties is belangrijk. De cursus 'Manager export binnendienst' is geschikt voor export binnendienst medewerkers met minimaal 3 jaar exportervaring en voor exportmanagers die een export binnendienst afdeling aansturen. Na het volgen van deze cursus ben je in staat om zelfstandig het gehele exportproces binnen je eigen organisatie en afdeling te optimaliseren en managen.