skipToContentskipToFooter

Lage waterstanden blijven voor problemen zorgen op de grote rivieren

18-08-2022 Handels- en productiebedrijven die afhankelijk zijn van de binnenvaart voor de aan- en afvoer van grondstoffen en producten, zullen voorlopig nog hinder ondervinden van de lage stand van het water in met name de Rijn. Door de lage waterstand kunnen schepen niet meer volledig beladen worden, waardoor er 2 of soms wel 3 schepen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid vracht te vervoeren. Hierdoor ontstaat er meer vraag naar scheepscapaciteit, waardoor de kosten per schip stijgen. 

In 2018 ondervonden handels- en productiebedrijven ook al hinder van laagwater. Destijds heeft dit alleen al bij Nederlandse handels- en productiebedrijven gezorgd voor in totaal 371 miljoen euro aan extra kosten.

Voorlopig blijft de waterstand laag

Het waterpeil in de Rijn is donderdag bij het Duitse Lobith naar 6,48 meter boven NAP gezakt. Dat is de laagste stand ooit gemeten. Het vorige record was uit 2018. De Rijn zakte toen op 29 oktober naar 6,49 meter.

De verwachting is dat de problemen nog wel even blijven. Smeltwater uit de bergen is er in deze tijd van het jaar niet meer en een lange periode van regenval ligt ook niet in de lijn der verwachting. Meestal bereikt de Rijn zijn laagste waterpeil in de maand oktober. Als dat dit jaar ook het geval is, nemen de problemen alleen maar toe en lopen de kosten verder op.

Economische schade kan flink oplopen

De economische schade kan flink oplopen. In 2018 was die 371 miljoen euro voor Nederlandse handel- en productiebedrijven. De gehele keten in Nederland en Duitsland kreeg te maken met een extra kostenpost van 2,7 miljard euro, zo berekende UTP Erasmus in 2020.

Dit jaar spelen ook andere factoren nog een rol. Door de oorlog in Oekraïne en de onrust op de gasmarkt is er veel meer vraag naar kolen. Die moeten bijna allemaal door de binnenvaart vervoerd worden. Ook zijn er schepen in Nederland verkocht om graan in Oekraïne te vervoeren. Dat komt allemaal boven op de andere problemen als gevolg van de verhoogde vraag naar producten en grondstoffen.

Geen makkelijke oplossing

Direct overstappen van de binnenvaart naar bijvoorbeeld weg- of spoorgoederenvervoer is vaak niet mogelijk. Om een binnenvaartschip te vervangen, heb je al snel 40 vrachtwagens of meer nodig. Die zijn er niet, en als ze er al zijn is het bijna onmogelijk om er chauffeurs voor te vinden door de krapte op de arbeidsmarkt. Spoor kan ook niet zomaar een deel van de weggevallen capaciteit van de binnenvaart opvangen. Het aanvragen van extra treinpaden kost veel tijd. Daarnaast moet de spoorgoederenvervoerder dan extra materieel kopen of huren, en dat is vaak niet direct beschikbaar.