skipToContentskipToFooter

Voldoende arbeidsaanbod als belemmeringen om te participeren afnemen

29-06-2021 Het economisch herstel uit de coronacrisis kampt volgens de economen van ABN AMRO met drie grote knelpunten: het dreigende tekort aan arbeidskrachten, de stijgende grondstoffenprijzen en logistieke problemen in de aanvoerketen. Zowel in Nederland als in de eurozone trekt de economie harder aan dan eerder gedacht, maar deze wordt belemmerd in haar groei.

De rem op het economisch herstel zal de komende maanden waarschijnlijk ook steeds meer zichtbaar worden in de werkloosheidscijfers (op dit moment op het niveau van voor corona), zeker wanneer de staatssteun in diverse Europese landen zal worden afgebouwd. Mede door de combinatie van dalende arbeidsparticipatie en het wijdverbreide gebruik van loonsubsidieregelingen is er momenteel veel verborgen werkloosheid. Dit staat in het maandrapport over de stand van de economie van ABN AMRO (zie ook de bijlage hieronder).

Doemscenario

Als de ingezette trend van de oplopende arbeidstekorten doorzet, dan kan dit op de middellange tot lange termijn een zichzelf versterkende spiraal van loon- en prijsstijgingen veroorzaken, bovenop de tijdelijke prijsstijging van grondstoffen en transport. Vervolgens zou dit een stijgende invloed hebben op de inflatie. Dit is een theorie, maar hoe groot is de kans dat dit doemscenario uitkomt? Om daar antwoord op te geven zoomt het rapport in op de tekorten op Europees en Nederlands niveau.

Overheidsbeleid eurozone is bepalend

Volgens het rapport zou het potentiële arbeidsaanbod in de eurozone voldoende moeten zijn om te kunnen voldoen aan de totale vraag naar werk in Europa. Aan de aanbodzijde zijn er ten minste 3 bronnen van potentieel arbeidsaanbod. Ten eerste zijn er mensen die een WW-uitkering krijgen, dit aantal is met ongeveer 1,1 miljoen toegenomen. Daarnaast zijn er mensen die zich hebben teruggetrokken van de arbeidsmarkt, of die zijn blijven zoeken maar momenteel niet beschikbaar zijn. Dat zijn ongeveer 2,3 miljoen mensen. Dan zijn er nog werknemers voor wie werkgevers momenteel nog loonkostensubsidies ontvangen (in Nederland de NOW-regeling). Deze mensen zouden op termijn werkzoekenden kunnen worden, maar hun aantal is onzeker. Bedrijven zullen dus mede in het kader van baanbehoud moeten worden geholpen met hun liquiditeitsproblemen en mogelijke schuldenlast nadat de economieën weer opengaan en de overheidssteun stopt. Of de tijdelijke arbeidstekorten de komende maanden zullen oplopen, hangt dus voor een groot deel af van het Europese overheidsbeleid rond de timing en het tempo van afbouwen van de steun.

Nederlandse krapte

In Nederland ziet de arbeidsmarkt er krapper uit dan in de rest van Europa. De totale vraag naar arbeid ligt al vrij dicht bij het niveau van vóór de pandemie. Aan de aanbodzijde is er noch veel extra werkloosheid (0,4 procentpunt daling), noch veel ontmoedigde werknemers (netto uitstroom van 20.000 werknemers). Ongeveer 8 tot 14 procent van de bedrijven in Nederland ontvangt nog loonsteun via subsidies (NOW3). In het rapport wordt niet gekeken naar onderscheid in functies of functieniveaus, maar naar ruwe schattingen van het totale aanbod. Daarom kan de verwachting worden uitgesproken dat er in de toekomst voldoende mensen beschikbaar zullen zijn om vacatures in te vullen. Het rapport gaat ook niet in op kwalitatieve matches. Er wordt wel gesproken van ‘ontmoedigde werkgevers’ die niet meer de moeite nemen vacatures te plaatsen waarvan ze weten dat deze niet kunnen worden ingevuld. Dit fenomeen maskeert het werkelijke niveau van de vraag naar arbeid. De conclusie van het rapport is in principe een basisscenario dat er voldoende aanbod zal zijn als de belemmeringen om te participeren afnemen. Of dat een terechte conclusie is, zal de komende maanden duidelijk moeten worden.